Iedereen zal het taalspel van de titel Wakkere nachten begrijpen. Zoals het bij een ‘luie stoel’ niet de stoel is die lui is, maar degene die erin zit, zo betreft het hier de schrijver die ’s nachts wakker ligt. Afgezien van ‘de vertrouwde zorgen’, ook omdat zijn hoofd wil schrijven. En: ‘goede ideeën rijpen in de nacht’. Een van die ideeën kreeg ooit grote bekendheid: de slogan ‘Even Apeldoorn bellen’.
In het voorwoord van de verhalenbundel schrijft Christian Oerlemans: ‘Hele verhalen dringen zich ’s nachts op, afgewisseld met dromen, wat soms verwarrend is.’ Hoewel het geen twijfel lijdt dat de meeste verhalen autobiografisch zijn, laat deze zin zich ook lezen als een waarschuwing dat de lezer niet alles honderd procent voor ‘waar’ moet nemen. Het eerste verhaal is, volgens mededeling van Oerlemans, juist honderd procent fantasie. Al is het natuurlijk nooit helemaal uit te sluiten dat daar ook autobiografische elementen in zijn geslopen. Het is een hilarische vertelling over een man die benaderd wordt door een vrouw die beweert een vroegere werknemer van hem te zijn. Zij biedt hem een verlokkelijke opening uit de sleur van een benauwend huwelijk. De lezer heeft al snel door dat de man – in verschillende betekenissen des woords – genaaid wordt, maar hij gaat er met boter en suiker in. Het verhaal neemt aan het einde evenwel verrassende wendingen.
Portugese verhalen
Er zijn drie categorieën verhalen te onderscheiden. De eerste zes zijn volgens de auteur ‘ontspannend, verstrooiend’, de volgende zes gaan over zijn belevenissen in Portugal en de laatste zes vormen ‘het zeer persoonlijke deel’. Omdat dit een boekbespreking op Portugal Portal is, ligt het voor de hand dat de verhalen van de tweede categorie de meeste aandacht krijgen. Maar ik ben zo vrij drie andere verhalen ook bij de ‘Portugese’ verhalen te trekken.
In het vijfde verhaal wordt er langs de Portugese kust gevaren – Vila Nova de Milfontes en Cabo São Vicente worden met name genoemd. En, zoals ook de titel van het verhaal luidt, de ‘Brigada Fiscal’ komt zich ermee bemoeien. Verder is er sprake van ‘Portugees visserslatijn’, dat vooral neerkomt op ‘persoonlijke conversaties, die altijd over vrouwen gaan, luidruchtig, tot in buitensporige details’. En ten slotte wordt ook Hendrik de Zeevaarder genoemd, die bij Sagres een zeevaartschool stichtte.
Deze Hendrik de Zeevaarder, in het Portugees Dom Henrique O Navegador, komt veel uitgebreider aan de orde in het zesde verhaal: ‘Mijn beschermengel in Ceuta’. Op Portugal Portal verscheen recent een artikel van Christian Oerlemans over deze ontdekkingsreiziger en kolonisator-op-afstand, ‘zeevaarder was hij eigenlijk niet’. Het verhaal over de beschermengel geeft als achtergrondinformatie wat ongeveer ook in het artikel staat. Maar dit verhaal gaat over belevenissen in Ceuta in 2003. Gebeurtenissen met magisch-realistische trekken. Heeft alles zich werkelijk zo afgespeeld of is het aan de fantasie van de schrijver ontsproten? Ik zou het hem hebben kunnen vragen, maar heb dat bewust niet gedaan. Overweeg dat de werkelijkheid niet zelden fantastischer is dan een schrijver kan bedenken.
En kijk, Brazilië is dan wel geen Portugal, maar niemand zal het me kwalijk nemen als ik het dertiende verhaal, het eerste na de zes ‘Portugese’ verhalen, toch ook een beetje daartoe reken. Het is tevens het eerste van de afdeling persoonlijke verhalen, dus we moeten aannemen dat het autobiografische gehalte hoog is in dit verhaal over een jongeman die op de grote vaart gaat. En een merkwaardige operatie ondergaat in een Braziliaans ziekenhuis …
Typisch Portugees
Intussen heb ik nog steeds niets gezegd over de zes verhalen die Oerlemans aanduidt als ‘mijn belevenissen in Portugal’. Nu, goed dan: hoe verschillend ook, ze zijn alle met veel humor en compassie geschreven én bevatten rake observaties van het Portugese leven. Iedereen die in Portugal meer dan alleen de toeristische paden bewandeld heeft, zal er veel van herkennen.
- Portugezen zijn erg goed in wachten. Het werkwoord is ‘esperar’ en betekent ook hopen, vandaar waarschijnlijk.
- In Portugal staat de markt nog middelpuntig in het leven.
- Voor Portugezen is het middagmaal heilig, daar nemen ze de tijd voor …
Een geestig beschreven en heel herkenbaar verschijnsel is dit: ‘Loop je […] in de buurt van een zebra-oversteekplaats, dan stopt het verkeer onmiddellijk. Vaak steek ik dan maar over om die automobilisten niet teleur te stellen.’ Ik heb dezelfde ervaring en doe dat óók! Als automobilist moet je er intussen alert op zijn dat Portugese overstekers er ook blind van uitgaan dat je tijdig stopt.
Het verhaal ‘Grote handen, kleine tanden’ begint met een korte verhandeling over de Portugese cultuur van het koffiedrinken en het fenomeen pastelaria. En hierom moest ik hardop lachen, het gaat over een Chinese masseuse: ‘Haar handen zien eruit alsof zij er meer mee kan dan masseren; ijzer buigen bijvoorbeeld.’
Autoverhalen
Samen met het kostelijke verhaal ‘Aníbal en de slang’, dat Oerlemans eerder publiceerde op Portugal Portal, vormen de verhalen ‘De uitlaat’ en ‘Casa Branca’ een mooie garage-trilogie. In het laatstgenoemde verhaal veronderstelt de auteur dat de meeste mensen chagrijnig, bang of kwaad worden bij autopech. Of alle drie tegelijk. Daar zal hij gelijk in hebben. Zo niet Oerlemans. ‘Het Lot slaat toe, maar het is geen noodlot.’ Hij ziet het meer als ‘een vingerwijzing naar een verrassende wending in het leven’. En dan volgt een citaat van Gershwin: ‘Het leven is net als jazz, het leukste is improviseren.’ Het heeft geen zin je te verzetten tegen iets wat je niet veranderen kunt. Zie het als een avontuur dat je in de schoot geworpen wordt. Je bent een levenskunstenaar als je dit zo kunt zien!
Een avontuur is het zeker als je met je partner, die bovendien serieuze darmproblemen heeft, in the middle of nowhere strandt en afhankelijk bent van de hulpvaardigheid van de plaatselijke bevolking. Hulpvaardig zijn ze zeker, de Portugezen ter plaatse, maar de middelen zijn beperkt en ja, er is ook een hotelier die er een slaatje uit probeert te slaan. Voor beide gevallen laat Oerlemans gelden: ‘beggars are no choosers’. Hoe dit avontuur verder gaat, daarover houd ik mijn mond, maar neem van mij aan dat het verrassingsniveau tot het einde toe hoog blijft. Het is heel filmisch geschreven; als je de dunbevolkte streken van Portugal weleens doorkruist hebt en verschillende Portugezen in verschillende hoedanigheden hebt meegemaakt, dan zie je het voor je. Het verhaal is spannend, humoristisch en uiteindelijk óók ontroerend.
Stijl
Oerlemans hanteert in Wakkere nachten heel verschillende schrijfstijlen. Een duidelijke manifestatie daarvan zijn de drie indrukwekkende verhalen die hij, in het ‘zeer persoonlijke’ deel van de bundel, wijdt aan zijn vader, moeder en zijn jong gestorven broer. Het verhaal van de vader en de oudste zoon heeft trekken van een schelmenroman, dat van de moeder lijkt wel wat op een Oosters sprookje en dat over de dood van de jongere broer is geschreven in een persoonlijke reportagestijl. Als je die verhalen achter elkaar leest, wat je eigenlijk überhaupt niet moet doen, zou je even kunnen denken met verhalen van drie auteurs van doen te hebben. Het is Oerlemans’ grote verdienste steeds een unieke combinatie van inhoud en vorm te vinden.
Hoe verschillend ze ook zijn, alle verhalen in deze bundel bevatten een prettige dosis humor. Ook voor de zojuist genoemde drie persoonlijke verhalen geldt dat ze aangrijpend zijn, maar dat het door humor nooit zwaar op de hand wordt. Je zou van ‘een lach en een traan’ kunnen spreken, als dat niet zo’n smartlapperig cliché was. Hoewel een goeie smartlap nooit weg is natuurlijk. Een heel andere stijlvariatie is nog dat het proza in een paar verhalen overgaat in poëzie. Die dichtregels bieden dan weer een ander perspectief op het vertelde. Wakkere nachten is al met al een verrassende en zeer gevarieerde verhalenbundel.
Het is inderdaad wrang, zoals Oerlemans in het voorwoord schrijft, dat hij door zijn slechter wordende ogen zelf de verhalen in deze bundel niet kan lezen, maar: ‘het geeft me een gelukkig gevoel te weten dat u dit wel kunt.’
Christian Oerlemans is auteur van thrillers, romans en poëzie. Hij werkte als tekstschrijver in de reclame en schreef daar ook artikelen voor en over. Zijn bekendste tekst is zonder twijfel ‘Even Apeldoorn bellen’. Na zijn reclamecarrière volgde hij zijn hart en werd weer schrijver. Er volgden een paar romans, twee gedichtenbundels, essays en columns in tijdschriften, en boeken over kunst en kunstenaars, zoals Will Kellermann. De verhalen in Wakkere nachten (2023) omspannen bijna zeventig jaar, een heel schrijversleven.
Sinds 1995 woont Cristian Oerlemans afwisselend in Nederland en Portugal.
Wakkere nachten is te koop bij de betere boekhandels in Nederland en Vlaanderen en online bij onder andere bol.com.
Klik hier voor een overzicht van alle beschikbare literatuur van Christian Oerlemans.
Johanna Rijkelijkhuizen zegt
Leuke recensie maar, zoals vaak gezegd, Bolcom levert niet aan Portugal. Het gezegde is “beggars can’t be choosers” , toch even anders.
Janwillem van der Ent zegt
Het gezegde luidt inderdaad “beggars can’t be choosers”, maar het is een citaat uit het besproken boek. De variant “beggars are no choosers” komt overigens ook voor in Bernhard. Een verborgen geschiedenis (p. 236) van Annejet van der Zijl (2010). ‘Beggars Are No Choosers’ is ook de tiende track op het debuutalbum van Prince Buster, I Feel the Spirit (1963), het eerste ska-album dat buiten Jamaica uitkwam.
Het is jammer dat bol.com niet (meer) naar Portugal verzendt; ook ‘de betere boekhandel’ in Portugal zal het niet op voorraad hebben. Misschien kan het wel bij Bertrand of Fnac besteld worden? Wie woont in Portugal en bestelt weleens Nederlandse boeken?
Henk Eggens zegt
Amazon.es verkoopt het boek voor €22,32 ‘tapa blanda’ = paperback.
Christian zegt
Bedankt Henk Eggens voor de tip. Amazon Spanje is nog ruim 60 cent voordeliger dan Bol. Overigens ga ik in juni weer naar Portugal en neem dan wat boeken mee. Ik lever ze zelfs gesigneerd voor 22 euro, in Tavira. Maar gezien het gewicht van mijn rolkoffertje is deze voorraad beperkt…