Er zullen veel Portugezen zijn, neem ik aan, die er genoeg van hadden. Genoeg van de crisis en de trojka. En erop gescholden hebben. En geëmigreerd zijn. Wat de trojka betreft blijft het voornamelijk bij het ‘verbeteren’ van spreekwoorden en komt er humor bij. Ik noem drie voorbeelden van zulke verbeteringen, waarin ‘de nieuwe tijd’ die blijkbaar aangebroken is, wordt bespot.
In plaats van Em abril, águas mil (in april veel regen) komt nu Em abril, impostos mil (in april hoge belastingen). In plaats van Quem dá e volta a tirar, ao inferno vai parar (wie geeft en het meteen weer terugpakt, komt in de hel) komt nu Quem dá e volta a tirar, ao Governo vai parar (wie geeft en het meteen weer terugpakt, komt op een ministerspost terecht). In plaats van Albarda-se o burro, à vontade de dono (de ezel wordt gezadeld zoals de eigenaar het wil) komt nu Albarda-se o burro à vontade de Merkel (de ezel wordt gezadeld zoals Merkel het wil).
Gelukkig is er nu een adempauze, want de regering onder premier António Costa denkt anders over de vooruitgang van het land dan de drie wijzen uit het noorden.
Drastische bezuinigingen, dat zal met de nodige krachttermen ontvangen zijn bij de doorsnee Portugees. Gelukkig beschikt zijn taal over meer dan voldoende soorten beschimpingen en is de keus groot. Maar voor de welopgevoede Portugees, die zich laat voorstaan op zijn zachte aard brandos costumes is zoiets eigenlijk onoorbaar. Vloeken is namelijk klassegebonden en ook vooral een mannenzaak. Plus dat er in het noorden van Portugal vaker en uitbundiger wordt gevloekt dan in het zuiden.
Op Internet zijn deze scheldwoorden nauwelijks voorradig. Woordenboeken met Portugese scheldwoorden zijn mij onbekend. Dus blijven over enige eigen ervaringen en de woordenlijst uit taalweetjes nummer 3 over Calão. Een feit is dat Nederlanders in hun Germaanse taal hun scheldwoorden vooral ontlenen aan het excremente/anale gebied, Bijvoorbeeld Ik heb er schijt aan; er is stront aan de knikker. Terwijl in de Romaanse talen, dus ook in het Portugees, vooral uit het seksuele domein wordt geput. Het Engels is een mix van Germaanse en Romaanse talen en heeft dus beide kenmerken. Denk aan ‘fuck’ en ‘shit’.
Het Engelse ‘fuck’ is in het Portugees foda, dus ook met vier letters. Foda komt van het werkwoord foder en wordt vaak in de wederkerende vorm gebruikt met – se, dus foda-se! Wat zoveel wil zeggen als: ik baal ervan dat het niet is gelukt, wat een gezeik! Of gewoon shit. De balen hebben is ook fónix!
De kreet que se foda! drukt daarentegen desinteresse uit voor een bepaalde zaak of persoon, ’daar heb ik schijt aan’. Terwijl que foda! een kreet is die aan ergernis lucht geeft.
Foder is echter niet alleen het woord voor de geslachtsdaad, maar ook het feit dat iets niet in orde is of volkomen kapot. Het deelwoord fodido/a wil zeggen kapot, verpest. Estou fodido zegt iemand die aan het eind van zijn Latijn is, niet meer weet hoe nu verder te gaan.
Wat ook wordt gebruikt als vloek is caralho (penis). Vooral in Noord-Portugal, waar het woord soms zo vaak in een gesprek voorkomt dat het zijn kracht totaal verliest.
In de kreet vai pro (para) caralho! ofwel ‘donder op´ is die kracht wel goed voelbaar. In de vorm de caralho of van do caralho kan het ook een uitdrukking zijn om bewondering te tonen um carro de caralho een coole auto. Ook de in Porto gebruikelijke variant caraças gaat beide kanten uit. Het woord op zich betekent wat een gezeik, maar do caraças wil zeggen te gek, geweldig!
Om iemand te diskwalificeren heeft Portugees wederom ontelbare uitdrukkingen tot zijn beschikking. Voor ‘domkop’ bestaan bijvoorbeeld meer dan honderd uitdrukkingen. Met als bekendste en grofste filho da puta hoerenzoon. En tegen iemand waar je last van hebt, zeg je vai p’ra puta que te pariu! Ga naar die hoer waaruit je bent geboren. Het milder klinkende filho da mãe moederskindje is natuurlijk ook niet aardig bedoeld. En voor een vrouw is er het filha da putice wat zoveel betekent als: wat ben jij een gemeen mens.
In een katholiek land als Portugal zijn natuurlijk ook Bijbelse vloeken in zwang. Valha-me Deus! godallemachtig, Deus-me livre! god bewaar me, Jesus! godver. Verder Oh, diabo! of c’os diabos! loop naar de duivel, ook in de vorm van raios te partam! loop naar de bliksem (eigenlijk de bliksem mag je in stukken splijten).
Dat het in Portugal niet helemaal zonder het anale kan laat het begrip merda zien. Zij het dat dit begrip minder in zwang is dan het Engelse shit of het Franse merde. Vooral door de vele bezuinigingen is het begrip uma merdúncia in zwang geraakt. Gewoon een uiting van woede. Andere varianten zijn merdola(s), merdice, merdelim, bardamerda. Vai à bardamerda is: rot op.
Een cagadela (cagar is kakken) is slecht gedaan werk, wat ook met porcaria (zwijnerij) kan worden betiteld. Tot slot is er nog bosta voor iets wat je helemaal niet bevalt. Que bosta de filme wat een klotefilm!
Dit is deel 16 uit de serie Portugese taalweetjes. De vorige delen kun je hier lezen alle taalweetjes.
Bron: de serie ‘essa nossa ditosa língua’ door Peter Koj in het blad de Portugal-Post
Cees van Eijk zegt
Ik heb deze gedeeld in mijn groepen ,maar veel reacties dat er veel niet klopt
Ik bedoel het niet verkeerd
Maar kijk het nog eens na
Portugezen melden me dit
Groeten
Cees
han overkamp zegt
Oh, dat is vervelend Cees
Bedankt voor de tip
ik ben de vertaler van dit stuk geweest
en mijn bron is tot nu toe heel betrouwbaar gebleken
Helaas kan ik hem nu niet bereiken, hij is op vakantie
en mijn vraag is: kan iemand mij zeggen wat er precies fout zou zijn.
en hoe het wel moet
of dat ik het eruit haal
Henk Eggens zegt
Een mooie aanvulling op wat ik afgelopen februari schreef in Portugal Portal : https://www.portugalportal.nl/kraaiennest/
Lia Storm zegt
Grappig, dit ben ik in ruim 2 jaar nog helemaal niet tegen gekomen, behalve wel eens iets als mi Deus. Ik begon al te denken dat het Portugees geen vloeken kende! Maar, we wonen in het Zuiden van de Alentejo en wat ik in de praktijk leer komt voornamelijk bij vrouwen vandaan. Daar zal het wel mee te maken hebben, als ik dit zo lees.
Deze stukjes zijn, voor iemand als ik, heel interessant en leerzaam!
han overkamp zegt
Inmiddels ben ik erachter dat het wel meevalt met dat ‘niet kloppen’.
Maar er is inmiddels voldoende aanleiding voor mij om een vervolg te schrijven op ‘Vloeken op zijn Portugees’. in de serie taalweetjes. Binnenkort in dit theater!
han overkamp zegt
Hierbij de door mij toegezegde aanvulling op het artikel Vloeken op zijn Portugees. Niet als nieuwe aflevering in de serie Taalweetjes, want deze serie is inmiddels beëindigd. Maar dus op deze plek.
Naar aanleiding van de reactie dat een en ander niet klopt, heb ik Hennie Bos gevraagd om haar mening. Hennie Bos is tolk en vertaalster en zij organiseert de Tertúlia avonden in Amsterdam.
Hennie schrijft mij:
‘Beste Han. Eerlijk gezegd zie ik niet wat er niet zou kloppen. Hoogstens dat je kunt bakkeleien over details van de precieze betekenis van een vloek/scheldwoord. Voor fodido gebruiken wij inmiddels ook zoiets als fucked.
Alleen bij filho da mãe denk ik dat het geen moederskindje is in Nederlandse zin, verwend, maar een kind zonder vader. Dus eigenlijk een hoerenzoon.
Portugese vrienden hebben al eens opgemerkt dat de scheldwoorden veel te maken hebben met de eer van de vrouw, vandaar ook nog de cabrão en zo, de hoorndrager.
Heb het even digitaal opgezocht bij Priberam:[Calão, Depreciativo] filho de puta : O mesmo que filho da mãe. En bij filho da mãe:[Informal,Depreciativo} Pessoa que se considera muito despreszivel ou sem carácter. Een klootzak dus. Over de vertaling van dit soort dingen hebben we bij het woordenboek eindeloos gedebatteerd. En wat erger is: een klootzak of een zakkenwasser. Dit kan ook nog regionaal bepaald zijn.
En over de mensen uit het noorden heb ik horen zeggen dat ze ‘andam com o caralho na boca’ omdat ze óm het woord caralho zeggen.
Trouwens ik heb de indruk dat Portugezen best veel vloeken, maar dat hangt er vast van af met wie je omgaat. Om dat te vergelijken tussen verschillende culturen zou je het moeten kwalificeren, anders krijg je verschillende meningen, net zoals iemand vragen of er veel echtscheidingen zijn in zijn land.
In de gebarentaal is er veel meer mogelijk dan in het Nederlands (mijn indruk). Heb eindeloos geoefend met het opsteken van verschillende vingers’.
Tot zover het antwoord van Hennie Bos.
Nog meer over Vloeken in het Portugees lezen? Kijk dan op https://www.portugalportal.nl/kraaiennest/