Uit de vertaalpraktijk (2)
Regelmatig word ik opgetrommeld door een rechtbank om tijdens een zitting op te treden als tolk. Soms bellen de rechtbanken helemaal niet eerst even netjes op, maar sturen ze me meteen een dagvaarding om ter zitting te verschijnen, waarna ik, als ik niet kan of wil gaan, er alleen met een goed excuus onderuit kan komen.
Maar goed, als het niet te ver uit de buurt is – ik word namelijk ook wel eens gebeld door rechtbanken in (excusez le mot) Cú de Judas, dat is de Portugese variant van Lutjebroek of Verweggistan – dan wil ik dat wel doen.
Ik weet bijna nooit van te voren om wat voor zaak het gaat, wie de “goeierik” is en wie de “slechterik”. Meestal ben ik ruim op tijd aanwezig maar ik houd me altijd afzijdig en stap niet snel op iemand af, ook om de “tegenpartij” niet de indruk te geven dat vriendjespolitiek aan de orde kan zijn. Een keer werd ik, tijdens de onderbreking van een lange zitting, door de Nederlandse getuige en diens advocaat uitgenodigd om mee te gaan eten. Dat kan lastig zijn, want de tegenpartij ziet mij dan toch meteen als lid van het vijandige kamp.
Rechters zijn meestal niet gewend aan de aanwezigheid van een tolk. In plaats van de vragen te richten aan de getuige c.q. verdachte, richten ze hun vragen aan mij. Dat levert komische situatie op. De rechter vraagt of ik zeker weet dat de getuige bedoelt dat meneer X tijdens het telefoontje met meneer Y niet heeft gehoord dat die met meneer Z had afgesproken dat … volg je het nog? Ik ook soms niet. Ik herhaal de vragen maar zo letterlijk mogelijk aan degene voor wie ik vertaal, dus ook of de getuige inderdaad “dat en dat” heeft gezegd en verder vertaal ik ook alle losse opmerkingen tussendoor aan mij gericht, zowel van de rechter of advocaat als van de verdachte of getuige zelf. Dat is de enige manier om ervoor te zorgen dat ik géén partij word bij de ondervraging. Ik praat, dus ik besta, maar ik doe níet mee!!
Sommige advocaten houden erg van negatieve vragen. Dan klinkt het: “Weet u zeker dat u níet met hem daarover hebt gesproken?” Dan moet het antwoord “ja” zijn (dat weet ik zeker) maar vaker zegt de ondervraagde “nee” (dat heb ik zeker niet gedaan). En dat zorgt dan weer voor verwarring – die ik dan weer heen en weer moet vertalen. Een keer was ik zo dom om “Sim” te vertalen terwijl de ondervraagde “nee” zei in de hoop die verwarring te voorkomen; dat doe ik dus nooit meer!
Nu kan ik nog heel lang doorgaan over mijn belevenissen als tolk bij rechtszittingen (wat dacht u van het ter plekke notuleren van de akten door de rechter aan de griffier, aan de immer haperende video-ondervraging waarvoor ik vanuit Caldas da Rainha naar Benavente moest (toch wel 1,5 uur autorijden) terwijl de ondervraagde-op-afstand zich in de rechtbank van … Caldas da Rainha bevond! En dan heb ik het nog niet gehad over de uitbetaling van mijn honoraria die soms jaren op zich laat wachten – en dat is niet overdreven!), maar goed, daarover een andere keer wellicht meer!
Geef een reactie