Sinds januari 2018 is de Portugese minister van Financiën, Mário Centeno, voorzitter van de Eurogroep. Zijn voorzitterschap gaat vrijwel ongemerkt voorbij. Heel anders dan bij zijn voorganger, de Nederlander Jeroen Dijsselbloem. Die was na een jaar in die functie de bekendste Nederlandse politicus buiten Nederland, bekender zelfs dan premier Mark Rutte.
Griekse tragedie
Dijsselbloem had natuurlijk het “geluk” een echte Griekse tragedie aan te treffen. Niet alleen had Griekenland een tot de verbeelding sprekende schuldenberg van rond de €320 miljard, maar ook een flamboyante minister van Financiën. Uiteindelijk was Yanis Varoufakis maar 5 maanden in beeld, maar zijn verschijning met leren jack en aerodynamisch kapsel bleef hangen. Je fantaseerde de motorhelm losjes om de linkerelleboog er zomaar bij, een moderne Robin Hood.
Crisis voorbij
Maar Dijsselbloem won, Varoufakis verdween en Griekenland saneerde gedwongen. Medio 2018 is Griekenland formeel uit de crisis verklaard. De economie groeit weer en grofweg 80% van de schuld (nog steeds €317 miljard) is aan andere Eurolanden. En dat zijn geen lastige schuldeisers. Dus zijn de risico’s overzienbaar, volgens de Eurogroep onder leiding van Mário Centeno.
Wind in de rug
In thuisland Portugal is Centeno meer zichtbaar. Als schatbewaarder van de linkse pseudocoalitie heeft hij ervoor gezorgd dat de staatsschuld minder hard is gegroeid dan de economie. Daardoor neemt de schuld in percentage van het nationaal inkomen zelfs af. Dit is voor een socialist natuurlijk een bijzondere prestatie. We moeten daarbij in aanmerking nemen dat het met de wind in de rug altijd gemakkelijker fietsen is, maar anderzijds zonder geluk vaart niemand wel. De Portugese staatsschuld bedraagt overigens circa €24.000 per inwoner. Het gemiddelde jaarinkomen per inwoner is slechts €19.000. Dat gat is zo groot dat inlopen met bezuinigingen decennia gaat duren, als het al mogelijk is.
Portugese begroting
De Portugese begroting 2019 heeft een onvoorstelbaar laag tekort, slechts 0,2%. Hoewel Mário Centeno weet dat een begrotingsoverschot de enige manier is om de schuldenberg van €242 miljard af te bouwen, kan hij dat als rechtgeaarde socialist niet.
Tegelijkertijd weet Centeno ook heel goed dat de Europese tekortlimiet van 3% nergens meer op gebaseerd is. Ooit was de filosofie dat met een gemiddelde inflatie van 3% de schuldenberg met een tekort van 3% feitelijk gelijk bleef. Maar de inflatie in Portugal was recentelijk zelfs negatief. Die denkwijze is dus levensgevaarlijk. Dus moeten we blij zijn met Mário Centeno als minister van Financiën. Hij is een realistische socialist.
Regering
Door deze bescheiden “onder de radar” opererende Mário Centeno en de altijd goedlachse premier António Costa heeft de Portugese regering een positieve teneur in het land gecreëerd. Dit goede gevoel zal er waarschijnlijk toe leiden dat de regering bij de verkiezingen in 2019 een tweede termijn gegund zal worden. En dit keer wellicht met een absolute meerderheid in het parlement. De toekomst ziet er rooskleurig uit, zo lijkt het.
Super Mário?
De echte sleutel voor de welvaart in Portugal en Griekenland en voor nog enkele andere eurolanden, is echter de rentevoet. Zolang die andere Mario (Draghi) de rente in de eurozone laag weet te houden, is er geen vuiltje aan de lucht. Lager kan de rente niet. En als de rente stijgt dan is Lissabon in last. De vraag is dus wie van de twee Mário’s de echte Super-Mário is …
Geef een reactie