We hadden de jongens een hond beloofd als we eenmaal verhuisd zouden zijn. In de stad is dat niks, met zo’n beest steeds hetzelfde rondje rond de singel, drie maal daags. We konden het dagelijks uit het raam zien hoe leuk het baasje of het vrouwtje dat vond…
De jongens waren er nog niet over begonnen, het nieuwe leven zat vol verrassingen dus het leefde niet zo. Maar na een paar maanden liep er ineens een wit met bruin gevlekte hond over de weg, met een verdwaasde blik in zijn ogen. Zo’n typische jachthond, zoals je op oude Engelse schilderijen ziet. Hij was duidelijk op zijn minst verdwaald, en wij wisten eigenlijk al direct dat zijn baasje hem niet koste wat kost op zou sporen. Portugal en zwerfhonden was een onderdeel van onze studie geweest, zie: “Een hondenleven in Portugal“.
Hij werd dus liefderijk opgenomen in ons gezinnetje. Dat beviel hem uitstekend. Hij was een lieve hond, maar wel een beetje zenuwachtig. Wij, in onze onschuld, vonden het heel gezellig – hij sliep in de keuken, lag lui tussen ons in op de bank als we tv keken en at lekkere hapjes uit zijn bak. En we gingen natuurlijk met hem lopen, maar hij moest zonder lijn. Ter compensatie van al die kettinghonden, dan konden wij het een beetje goed maken door hem zijn vrijheid te geven.
Brommers
Jammer genoeg kon Stef – zo was hij officieel gedoopt door de jongste zoon – de verantwoordelijkheid van zijn vrijheid niet aan. Zodra hij buiten was, en hij zag of hoorde een brommer, ging hij erachteraan. In die tijd reden er nog best veel van die ouwe brommers rond, met dito mannen erop. Stef kon hard lopen, harder dan die brommertjes konden rijden.
We hebben het later geprobeerd te testen door hem achter onze auto aan te laten hollen, we kwamen op ongeveer 42 km per uur. Die brommers konden daar niet tegenop. Ik heb meerdere malen in de berm van de weg gezeten met een bibberende ouwe man naast me, die zijn broek omhoog getrokken had om de schade op te nemen. Want Stef holde er niet alleen achteraan, hij beet ook.
Laarzen
Hij had vooral iets raars met benen in laarzen. Zodra je kaplaarzen aantrok, werd hij een beetje raar, kreeg ie een rare blik in z’n ogen en ging hij erop af! Je wilde dan natuurlijk je benen redden, dus dat werd een raar soort dansachtig spel, wat na even al niet leuk meer was, maar waar Stef niet mee op wilde houden.
Wij hadden geen enkele ervaring met het trainen van honden, dus dat werd niet veel meer dan roepen, schreeuwen en gillen. Helaas moesten we wel kaplaarzen aan, want het was in november begonnen te regenenen het zag er niet naar uit dat dat binnenkort ging ophouden. Alles was in een modderpoel veranderd en aangezien we met van alles aan het improviseren waren, moesten we zoveel mogelijk zien droog te houden. We hadden nog geen wasmachine, geen stromend warm water in huis, geen droogtrommel, geen verwarming.
Enfin, je raakt aan elkaars eigenaardigheden gewend, dus wij pasten ons aan door hem dan maar zoveel mogelijk aangelijnd te houden en hem mee te nemen naar de plek waar wij aan het werk waren. Lastig. Het werd steeds meer het recept “een rondje om de singel, drie maal daags”. Dat was de bedoeling niet geweest! Hij kon niet de hele dag in huis blijven natuurlijk en om een kettinghond te hebben – dat was al helemaal de bedoeling niet geweest! Wat te doen?
Toen we de achtertuin eenmaal hadden bevrijd van metershoge braamstruiken en dwarsliggende rietstokken, bleek er een soort hok in te staan. Aan de ingemetselde stok te zien, had dat als kippenhok gediend. Ernaast zat nog een ruimte met een deur, ervoor stond een boom, stukje verder nog een boom… dat alles bij elkaar bracht ons op een idee.
Looplijnhond
Zo hadden we geen kettinghond, maar een looplijnhond. Door een lijn tussen de nespereira en de sinaasappelboom te spannen en daar Stef zijn lijn aan vast te maken, hadden we een flinke leefruimte voor hem gemaakt. Hij kon van de ene kant bij de weg lekker staan blaffen naar de brommertjes en aan de andere kant bij de tuin gezellig bij ons in de buurt zijn als we bezig waren de natuur te ordenen. We maakten zelfs het eerste mozaïek, geïnspireerd op zijn aanwezigheid!
Mijn oudste zus kwam op bezoek, een fervent dierenliefhebber. Terwijl zij onze voordeur aan het verven was, kwam er nog een aanlopertje voorbij, dat minder aantrekkelijk dan Stef was. Een bangig klein bruin hondje met een boel teken op haar kop. Ze voelde kennelijk aan dat mijn zus meelij met haar had, want ze bleef trouw naast haar op de stoep zitten bibberen.
Ik was inmiddels wat minder enthousiast over het hebben van honden, na al die omgevallen brommers met bibberende mannetjes langs de kant van de weg, dus ik verhardde mijn hart en zei: “Nee! Niet nog een hond!” tijdens de gloedvolle conversatie die over het onderwerp ontstond tijdens het avondeten.
De volgende dag drukte mijn zus me een biljet van 50 in de hand: “Dat is dan voor de dierenarts, om haar af te maken.” Een betere vorm van emotionele chantage moet nog uitgevonden worden.
Verliefd
We noemden de nieuwelinge Laurien en verwijderden met enige moeite de teken uit haar kop. Na haar eerste bad bleek het zelfs een aardig en aanhankelijk beestje te zijn. Dat vond Stef ook, hij werd al heel snel tot over zijn oren verliefd op haar. Dat kon je zien (het leek wel een Disneyfilm), maar je kon het horen ook. Hij jankte en piepte de hele dag door, behalve als zij bij hem was. Aangezien hij steeds aangelijnd was en zij niet, kon zij met enige regelmaat een stukje verderop. Dan was ze hem even zat – wat wij ons uitstekend konden voorstellen, want wij waren hem allang helemaal zat. En dan zat hij bij ons nog niet eens neus-aan-staart de ganselijke dag, zoals bij haar.
Zij was intussen goed gewend, zo goed, dat ze zich vrij genoeg voelde om hem soms eens een beetje te pesten. Dan ging ze zover zitten, dat hij net niet bij haar kon. En ze wist dat donders goed, dat kon je zien.
Na een tijdje was het wel duidelijk, dat ze niet op tijd net te ver was gaan zitten en dat de verliefdheid consequenties zou gaan hebben. In de euforie en hectiek van die eerste maanden ging dat allemaal mee – je schuift eens wat dingen voor je uit, je hebt wel wat anders aan je hoofd. Een hondenzwangerschap duurt maanden, dan zien we wel weer verder. Wat we ervan geleerd hebben: zo heb je een hond, zo heb je er twee, zo heb je er drie, enzovoorts…
Dit is deel 4 van een “Trip down Memory Lane”, waarin Ellen Lanser herinneringen ophaalt aan de emigratie naar Portugal en de eerste ervaringen met de nieuwe cultuur.
Winy Schalke zegt
Hoi Ellen,
Herkenbaar, vooral dat achter brommers aan rennen en naar benen happen. Wat is dat toch met Portugese honden? Of zouden alle honden dat hebben, als ze lekker los mogen rennen (ook de Nederlandse bedoel ik ;-))?
Josephine zegt
Ha Ellen,
Ja, wij dachten in het begin nog in onze onschuld dat de aangelopen hondjes (en katten!) verdwaald waren. We gingen ermee leuren in ons dorp! Niemand gaf sjoege natuurlijk. Maar dat nerveuze gaat er nooit meer af. Logisch ook, als je ziet hoe er met honden wordt omgegaan. Hartverscheurend.