Geloof het of niet, maar in 1970 beschikte Portugal al over een overheidsinstrument dat voor een grotere gelijkheid tussen vrouwen en mannen moest zorgen. Dat hier veel overtuigingskracht en energie aan vooraf ging voordat het totalitaire regime zo’n werkgroep wilde optuigen, zodat de vrouw een gelijkwaardigere positie zou krijgen is duidelijk.
Zonder een groep progressieve vrouwen, onder leiding van Marie de Lourdes Pintasilgo, zou Salazar nooit oog hebben gehad voor een betere maatschappelijke positie van de vrouw. Zij was de aangewezen persoon om dit historische proces te leiden.
Het lijkt lang geleden dat jonge meisjes alléén onder begeleiding van een volwassene – liefst al getrouwd en dus ervaren in de valkuilen – naar een feestavond mochten gaan. Deze chaperonnes verloren hen niet uit het oog. In het stadhuis speelde een band, het jaarlijks hoogtepunt waar jongeren op af kwamen. Veel anders was er niet. Hoe het nu is in Portugal? Ik moet m’n verbazing nog vaak onderdrukken. De situatie is gelijk aan dat wat we in Nederland al jaren kennen, zoals samenwonen en kinderen hebben zonder getrouwd te zijn. Het zou een gruwel voor mijn schoonvader zijn geweest als hij nog leefde.
Die inhaalslag heeft wel tijd nodig gehad. Het is toch opmerkelijk dat er al in 1970 een werkgroep bestond die de situatie van de vrouw onder de aandacht bracht in een land met een antifeministisch dictatoriaal politiek regime dat het feminisme associeerde met de ineenstorting van de morele en sociale tradities. In een Portugal, waar de behoeften van vrouwen ondergeschikt waren aan familiewaarden en de voorgeschreven rol van de vrouw als echtgenote en moeder. In het veranderende leefklimaat, waarin het Ministerie van Corporaties en Sociale Zorg leefde en daarna uitgebreid na de Revolutie van 1974, kon een definitie worden gegeven aan het staatsfeminisme in Portugal. Sociologe Rosa Monteiro was een van de eersten die vanaf het begin hieraan deelnam. Haar thesis voor haar Master over Familie en Sociale Systemen ging over het thema ‘Werkende Moeders en de Ideologie van Intensief Moederschap’. Haar interesses bij het onderzoek concentreerden zich op de domeinen arbeidsgelijkheid en werkgelegenheid. Onder leiding van Maria de Lourdes Pintasilgo waren zeven intensieve jaren nodig om hiervoor een systeem op poten te zetten. Zoals Rosa Monteiro dit beschreef werden commissies en werkgroepen in het leven geroepen om over de vrouwelijke omstandigheden wat dieper te gaan nadenken. Een hele vooruitgang.
Enkele mijlpalen
1970: Een werkgroep over de deelname van de vrouw aan het economische- en sociale leven.
1973: Een commissie met betrekking tot de sociale politiek voor de vrouw.
25 april 1974: De Anjerrevolutie.
1975: Een commissie (in oprichting) die ijverde voor betere omstandigheden van de vrouw.
1977: De CCF (Commissão da Condição Feminina) met betrekking tot de status van de vrouw, geïnstitutionaliseerd per wetsbesluit nr. 485/77 van 17 november.
1991: Commissie voor de gelijkheid en de rechten van de vrouw, geïnstitutionaliseerd per wetsbesluit nr.166/91 van 9 mei.
2007: Commissie voor het Burgerschap en Gelijkheid, geïnstitutionaliseerd per wetsbesluit nr. 164/2007 van 3 mei.
Resultaten
Op het einde van de Estado Novo in 1974 waren de vrouwenorganisaties al opgeheven. Er kwam een nieuwe grondwet, de echtscheidingswet werd herzien, er kwam nieuwe regelwetgeving over abortus en ook de positie van de vrouw op de arbeidsmarkt veranderde. Aan het eind van de twintigste eeuw werden resultaten hiervan duidelijk: vrouwen leefden langer, trouwden later en kregen minder kinderen.
Vrouwen zijn met 61% in de meerderheid op de universiteiten. In 2012 werden 54% van alle doctoraal proefschriften door vrouwen geschreven. Ook deden vrouwen studies die traditiegetrouw werden gezien als voor mannen. In 2013 waren vrouwelijke rechters in de meerderheid: 1054 vrouwen tegenover 762 mannen.
Wie is zij eigenlijk?
Maria de Lourdes Ruivo da Silva de Matos Pintasilgo, geboren op 18 januari 1930 in Abrantes, kwam uit een middenklasse milieu. Haar vader verliet het gezin toen zij nog erg jong was, wat een flink stempel heeft gedrukt op haar solitaire levenswijze.
Ze haalde een graad in chemische en industriële bouwkunde van het Hogere Technische Instituut van de Technische Universiteit Lissabon in 1953. In de jaren 50 was zij president van de katholieke jonge vrouwen-universiteit en hoofd van de Pax Romana, de internationale beweging van katholieke studenten. Ze werkte verschillende jaren bij de CUF-Companhia União Fabril, destijds een belangrijk Portugees bedrijf in de chemische sector, in managementfuncties binnen medische units. Als procureur van de Corporatieve Kamer in 1969-1974 kreeg ze verschillende functies binnen de overheid zoals staatssecretaris voor Sociale Veiligheid en minister van Sociale Zaken in 1974-1975.
Na haar graad in industriële scheikunde deed ze nog een opleiding bij de Nationale Nucleaire Energie Raad. In 1965 werd ze de vrouwelijke verbinding tussen de Rooms-katholieke Kerk en de Wereldraad voor Kerken. Na de CUF werkte ze tot 1969 bij de overheid in een programma voor ontwikkeling en sociale verandering. In 1970 was ze voorzitter van werkgroepen voor vrouwenzaken en van 1971 tot 1972 was ze lid van de Portugese delegatie voor de Verenigde Naties. In 1974 werd ze na de Anjerrevolutie staatssecretaris voor Maatschappelijk Werk en van 1975 tot 1981 was ze minister van Sociale Zaken. Ook was ze Portugals eerste permanente afgevaardigde en ambassadeur bij de UNESCO (de Educatieve, Wetenschappelijke en Culturele Organisatie van de Verenigde Naties).
In 1979 vroeg Generaal António Ramalho Eanes, de toenmalige president van Portugal, haar van augustus 1979 tot januari 1980 de vijfde constitutionele regering te leiden als premier in het kader van de aanstaande verkiezingen. In die tijd veranderde ze de toen geldende sociale bijstand naar een modern systeem van sociale zekerheid. Tevens verbeterde zij de kwaliteit van de gezondheidszorg, het onderwijs en de arbeidswetgeving.
Vanaf 1983 werd ze lid van de Raad van de Universiteit van de Verenigde Naties. In 1986 was ze onafhankelijk kandidaat tijdens de presidentsverkiezingen en kreeg ze 7,4% van de stemmen. Tussen 1987 en 1989 was ze onafhankelijk lid van de socialistische groep in het Europese Parlement. Pintasilgo is de eerste, en tot nu toe enige vrouw in Portugal die ooit premier is geweest. Samen met Margaret Thatcher zijn zij de enige vrouwen in West-Europa die premier van hun zijn land geweest.
Meetellen
Via allerlei instellingen bleef zij zich bezighouden met mensen en de kwaliteit van leven. Haar stuk ‘Daring to be different’ droeg bij aan de bloemlezing Sisterhood is Global van de International Women’s Movement Anthology en uitgegeven door Robin Morgan.
Op de internationale conferentie over Bevolking en Ontwikkeling van de Verenigde Naties in Caïro in 1994 legde zij uit: ‘Ons uiteindelijke doel is om een verbeterde levenskwaliteit voor alle mensen in de hele wereld overeen te komen. Niet alleen om hen mee te tellen, maar om zeker te zijn dat mensen in ontwikkeling meetellen.’ Het commissierapport werd in 1996 door Oxford University Press gepubliceerd met als titel: Caring for the Future, Making the Next Decades Provide a Life Worth Living.
Je kunt gerust stellen dat ze een van de meest bijzondere persoonlijkheden is geweest in het Portugese sociale, culturele en politieke leven in de tweede helft van de 20e eeuw. Vanuit katholiek en humanistisch oogpunt heeft ze altijd gevochten voor de verwezenlijking van mensen- en burgerrechten over de hele wereld.
Maria de Lourdes Pintasilgo overleed op 74-jarige leeftijd aan een hartstilstand, thuis in Lissabon op 10 juli 2004. Ze werd begraven op het kerkhof van Prazeres in Lissabon. Omdat zij voormalig student was aan het Instituto Superior Técnico (IST), een van de meest prestigieuze ingenieursfaculteiten in Portugal, wordt sinds 2016 jaarlijks de Maria de Lourdes Pintasilgo Award uitgereikt. Deze prijs is bedoeld om jaarlijks twee vrouwen te erkennen en belonen die aan de IST zijn gepromoveerd. Om het beleid van balans tussen de seksen op dit Instituut te bevorderen, evenals de cruciale rol die vrouwen spelen op alle gebieden van techniek.
Walter Zlo zegt
Wat een goed werk heeft deze vrouw Maria Lourdes de Pintasilgo, gewezen eerste minister van Portugal en vrouwelijke premier van Portugal; lid was van de socialistische groep in het Europese parlement, voor Portugal gedaan. Zelfs was ze zeer actief in het behoud van de natuur en de Europese hereniging: Tijdens de het vallen van de Berlijnse muur. Overal duikt ze in Europa naar haar premierschap op. Maar om haar te vergelijken met de ijzeren dame Baroness Margaret Hilda Thatcher.
Beate Mönch zegt
Hoort Frau Merkel niet ook in deze rij?
J.Eijnthoven zegt
De vergelijking slaat alleen op het feit dat het gaat om twee vrouwen in (toendertijd voor vrouwen) bijzondere posities in dezelfde tijdsperiode.
Walter Zlo zegt
Dank voor je antwoord. Ik wil er alleen mee zeggen dat je de ene bijzondere positie niet kan vergelijke met een ander. Precies zo ook met deze vrouwen:
Chertek Antsjimaa-Toka 1940 -1944
Sühbaataryn Yanjmaa 1953 – 1954
Isabél Peron 1974 – 1976
Lidia Gueiler Tejada 1979 – 1980
Vigdís Finnbogadóttir 1980 – 1996
Beate Mönch zegt
Het is fantastisch wat zij heeft gedaan. Zoals in veel andere Europese landen profiteren vooral vrouwen in grote steden van de verworven vrijheden. Op het platteland is de realiteit een hele andere. De positie van de vrouw hier (wij wonen in Noord Portugal) is nog steeds ondergeschikt. Zeker, vrouwen werken, mogen stemmen en mogen “vrij op straat lopen”. Achter de voordeur ziet het er echter heel anders uit. Ik heb geen getallen bij de hand, maar de cijfers rondom huiselijk geweld zijn schrikbarend en het aantal echtscheidingen liegt er niet om. Kortom, er is nog veel te winnen hier in Portugal.
J Eijnthoven zegt
Ben het helemaal met je eens ..