Op Portugal Portal krijgt de lezer van tijd tot tijd leestips, vrij recent nog in ‘Vakantielectuur: lezen in en over Portugal’ (20 juli 2023). Een van de daar genoemde boeken is Portugal. Een gids voor vrienden van J. Rentes de Carvalho. Ik schafte deze atypische reisgids al aan in 1989, voor mijn vakantie via Spanje naar Portugal, en sjouwde het lijvige boekwerk mee in mijn rugzak.
De spectaculaire entree in Portugal die Rentes de Carvalho de lezer in het vooruitzicht stelde, bleek echter een gesloten deur. Sterker nog: het was zelfs onmogelijk om bij die entree te komen. Via de uitgever schreef ik de auteur een brief waarin ik mijn teleurstelling uitte. Antwoord kreeg ik nooit.
Brief
Salamanca, 12 sept. 1989
Geachte heer Rentes de Carvalho,
Omdat ik mijn verhouding tot Portugal zou willen kenschetsen als méér dan louter toeristisch van aard, was ik blij te vernemen dat er een “gids voor vrienden” was verschenen. Doordat ik ook ander werk van uw hand ken, was ik bovendien zeer ingenomen met het feit dat die gids door niemand minder dan u geschreven is. Ik heb me die gids dan ook onverwijld aangeschaft en op ’t eerste gezicht leek het een boek dat aan mijn hooggespannen verwachtingen voldeed. Helaas is de aanleiding tot het schrijven van deze brief echter dat ik op een aantal punten inmiddels nogal teleurgesteld ben geraakt.
Eerst slijmen, dan pas kritiek … 😉 Want vervolgens beklaag ik me erover dat Portugal vooral via autoroutes wordt beschreven. Bovendien heeft de gids niet bepaald een handzaam formaat en ook zijn gewicht maakt hem niet erg geschikt voor de rugzaktoerist die ik toen was.
Bijbels donderend geraas
Wat evenwel veel goed leek te maken, was wat u beschrijft in hoofdstuk 11,
‘De Dourovallei. Per trein’, onder het kopje ‘Van Barca d’Alva naar Porto’. U suggereert daarin op de trein te stappen in Salamanca, ‘waar u een van de wagons moet nemen met het bordje Barca d’Alva-Porto’. Aangezien ik via een lift uit Amsterdam inderdaad in Salamanca geraakt was, leek me de door u beschreven treinreis naar Porto via Barca d’Alva niet alleen een praktische maar bovendien een heel spectaculaire manier om Portugal binnen te komen. Ik stelde me daar veel van voor!
Want dit is wat Rentes de Carvalho de ‘vrienden van Portugal’ voorspiegelde: tussen het laatste Spaanse station voor de grens, La Fregeneda, en het Portugese station Barca d’Alva vlak erna ‘ondergaat de spoorweg via ontelbare bochten een niveauverschil van 400 m, terwijl de trein door een decor rijdt van loodrechte hellingen, afgronden, rotsblokken, woestenij en de geduchte engten van de rivier de Águeda.’ In die vijftien kilometer zijn er ‘niet minder dan veertien bruggen en twintig tunnels, waar de trein met bijbels donderend geraas doorheen rijdt. […] Waar de Águeda in de Douro stroomt is de grens en op minder dan 100 m ligt het station van Barca d’Alva.’
[J. Rentes de Carvalho, Portugal. Een gids voor vrienden. Vertaald door Harrie Lemmens. Amsterdam: Uitgeverij De Arbeiderspers. Tweede druk juli 1989, p. 91, en: Zevende, herziene druk, april 1994, p. 93]
Maar toen kwam de grootste teleurstelling: het Spaanse traject (tussen Salamanca en Barca d’Alva) blijkt – volgens een vriendelijke heer van de RENFE in Salamanca – al sinds 1986 al opgeheven (‘cerrado’) te zijn. Niet alleen het spectaculairste deel vol tunnels en bruggen langs de Rio de Águada zou ik daarmee missen, maar ook de rest van de alsnog schitterende reis door het Dourodal. De trein komt op plaatsen waar je met de auto niet kunt komen, bij het spectaculaire Spaanse deel is zelfs geen weg in de buurt, noch is daar een grensovergang.
Naar mij later bleek werd het traject zelfs per 1 januari 1985 al opgeheven (zie de Wikipedia-pagina over de Linha do Douro).
Camino de Hierro de Águeda
Virtuele reis
Het tracé van de ‘Camino de Hierro de Águeda’, van La Fregeneda naar Barca d’Alva, dat Rentes de Carvalho zo lyrisch beschrijft, is op Google Maps goed te volgen. Klik hier voor het beginpunt bij La Fregeneda. Klik zo nodig op ‘Zijvenster samenvouwen’.
Op de (satelliet)kaart ligt in het midden van de linkerhelft het stadje La Fregeneda en middenin de rechterhelft, hemelsbreed zo’n 2,5 km (kortste weg te voet 3,8 km), het voormalige station: ‘Antigua estación La Freneda-Valdenoguera’. 500 meter zuidelijker bevindt zich ‘Túnel 1 – La Carretera’; de naam staat op de kaart.* Een heel stuk verder zuidelijk, iets westwaarts, bevindt zich de ‘Puente (brug) del Pingallo’ en weer een heel stuk verder in dezelfde richting komt ‘Túnel 2 – Las Majadas’ met vlak erna ‘Túnel 3 – Morgado’. Pal ten westen daarvan is de gelijknamige brug (daar zijn spectaculaire foto’s van te zien!). Ga vervolgens richting noordwest en dan komt al snel ‘Túnel 4 – Poyo Rubio’ met even verder ook weer een gelijknamige brug. Zo zijn alle twintig tunnels op de kaart te vinden; de laatste, ‘El Muello’, vlak voor de Portugese grens.
* Hier en daar is inzoomen noodzakelijk om (de namen van) de tunnels en bruggen te zien te krijgen.
Uit deze laatste tunnel, ‘El Muello’, kwam ooit de trein om via de Último puente Camino de Hierro de Águeda (laatste brug van het Hierro de Águeda-traject) de Douro en daarmee de grens met Portugal over te steken, alvorens een paar honderd meter verder op het Estação ferroviária de Barca d’Alva te stoppen. Ooit – maar bij het verschijnen van de eerste (en mijn tweede) druk van Portugal. Een gids voor vrienden in 1989 dus al vier jaar niet meer!
Dat er geen trein meer op dit traject rijdt, is en blijft jammer. Bijbels gedonder van treinen door de tunnels zal nooit meer te horen zijn. Maar … er is een alternatief zonder gedonder! Behalve de boven beschreven virtuele reis is er ook een fysieke reis mogelijk: te voet. De zeventien kilometer lange route van La Fregeneda naar Barca d’Alva is namelijk te bewandelen. Had ik nog dezelfde conditie als in 1989 zou ik het zeker doen … Het is wel zaak rekening te houden met het weer. ’s Zomers zijn ter plaatse temperaturen van 30 tot 40°C geen uitzondering – daar moet je geen uren in gaan wandelen, ook al bieden de tunnels (met een totale lengte van vier kilometer) van tijd tot tijd afkoeling. En in de winter kan het (te) bar koud zijn. Bedenk ook dat de route sowieso geen geëffend, laat staan geplaveid pad is. Raadpleeg in elk geval de website Camino de Hierro.
Wandeling over het spoortracé ‘Camino de Hierro de Águeda’
De route begint bij het station van La Fregeneda en eindigt bij het bezoekerscentrum Vega Terrón, vlakbij de spoorbrug over de Douro naar de Portugese zijde. De geschatte duur van de wandeling is zo’n zes uur. Vanaf het bezoekerscentrum brengt een busje u terug naar het startpunt. Dit vervoer is inbegrepen in de ticketprijs, valt te lezen op de website Camino de Hierro; een ticket kost €8. ‘De vertrektijd van het laatste voertuig wordt bepaald door de aankomsttijd aan het einde van de route van de laatste gebruiker die een transportservice heeft aangevraagd.’
De route wordt als volgt beschreven: ‘Aan het begin, op slechts 500 meter van het station, gaan we tunnel nummer 1 door, de langste op de route, met een lengte van meer dan 1,5 km. Bij de uitgang ervan begint een opeenvolging van 19 tunnels en 10 bruggen, die het pad markeren via een licht dalende helling. De route loopt langs de indrukwekkende kliffen en de rivierbedding van de Águeda-rivier totdat deze uitmondt in de Duero.’
Wees er op tijd bij: van 1 april tot en met 14 oktober is de kassa voor kaartcontrole alleen geopend van 7:30 uur tot 08:30 uur. Na dat tijdstip is toegang verboden. Uiterlijk om 15:00 uur moet u bij het eindpunt zijn. Tussen 15 oktober en 31 maart is de kassa geopend van 09:00 uur tot 10:00 uur. Daarna is er geen toegang meer. Elke maandag is de ‘Camino’ gesloten voor onderhoud. Deze gegevens kunnen veranderd zijn, raadpleeg daarom altijd de website voor actuele bijzonderheden.
Linha do Douro
Het is vanuit Salamanca ten enenmale onmogelijk Barca d’Alva te bereiken, een bus rijdt er ook niet, en er is dus ook geen mogelijkheid om dáár de trein naar Porto te nemen. Ik twijfel er bovendien aan of het tracé aan de Portugese zijde nog wel intact is, want in elk geval heeft het de functie van doorgaande lijn verloren.
Mijn twijfel blijkt gerechtvaardigd: het tracé tussen Barca d’Alva en Pocinho, met het tussenliggende station Côa, was in het jaar van mijn reis in 1989 ook al gesloten, zij het bijna vier jaar later dan het Spaanse deel, namelijk op 18 oktober 1988. Ik uitte in de brief mijn frustratie dat ik voor ik in Portugal aangekomen was al spijt had die zware reisgids te hebben meegenomen.
Ik gun iedereen het recht op het maken van fouten en niemand kan álle veranderingen bijhouden, maar ik vind dat een sinds drie jaar* opgeheven spoorlijn als ideale manier om Portugal binnen te komen niet mag worden aangeprezen in een gids die nog wel in samenwerking met het Portugees Verkeersbureau is gemaakt. Ik voel me blij gemaakt met een dooie mus. Ik hoop dat u, auteur en/of uitgever in staat zult zijn uit te zoeken hoe het met het Portugese deel van deze lijn gesteld is, en in elk geval in een volgende druk de optie van een treinreis van Salamanca naar Porto door het Dourodal te schrappen.
* achteraf blijken het er zelfs vier te zijn
Niet alleen heb ik nooit een reactie op mijn brief ontvangen, maar ik heb ook moeten vaststellen dat in volgende drukken, die ik in een bibliotheek of boekhandel ter hand nam, er nada de nada aangepast was, zodat de lezers tot en met de zesde druk van mei 1992 nog steeds warm gemaakt werden voor deze treinreis, die toen al meer dan zeven jaar imaginair was. Ook al pretendeert de Gids voor vrienden niet een traditionele reisgids te zijn en heb ik er alle begrip voor dat een reisgids zodra hij van de drukpersen rolt al niet meer up-to-date is, dít vind ik werkelijk schandalig, Arbeiderspers!
Een paar jaar geleden stuitte ik in een kringloopwinkel op de zevende, herziene druk van april 1994 van de Gids voor vrienden. Ik natuurlijk meteen kijken naar de eerste paragraaf van hoofdstuk 11, ‘De Dourovallei’. Er is in elk geval íéts herzien, want het hoofdstuk begint nu op pagina 93 in plaats van op pagina 91. Maar wie schetst mijn verbazing dat er aan de tekst van het hele hoofdstuk niets veranderd is!?
Nou ja, er is iets aan toegevoegd. Na de tweede alinea, die eindigt met de ‘twintig tunnels, waar de trein met bijbels donderend geraas doorheen rijdt’ staat nu: ‘(Zie noot pag. 97.)’
En op pagina 97 lezen we dan: ‘In december 1988, toen de eerste druk van deze gids reeds in de maak was, besloten de Portugese en Spaanse overheid het spectaculaire traject Pocinho – Barca d’Alva – La Fregeneda – Fuentes de San Esteban te sluiten, omdat het economisch niet rendabel was […].’ Rentes de Carvalho schrijft besloten te hebben de beschrijving toch maar te handhaven … Zodat we weten wat voor moois we missen? De impliciete verontschuldiging dat de eerste druk al ‘in de maak’ was, snijdt geen hout voor wat betreft het treintraject van Salamanca tot aan de Portugese grens. In december 1988 was dat Spaanse deel van de lijn namelijk al bijna vier jaar opgeheven!
De auteur suggereert dat de rit toch mogelijk blijft, op twee manieren zelfs.
(1) Bemachtig een plaatsje in een van de treinen die ‘door bepaalde verenigingen speciaal worden gehuurd voor het rijden van de route’. (2) Probeer een machinist van een onderhoudstrein ‘over te halen u mee te nemen’. Ja, hoor.
Wel rijdt er tussen Regua en Tua een historische trein, getrokken door een stoomlocomotief. Er wordt gestopt bij het welhaast iconische stationnetje van Pinhão, beroemd vanwege de tegeltableaus, die trouwens op veel Portugese stations te vinden zijn. De trein rijdt door naar Tua, waar de trein gekeerd wordt, terwijl ‘u kunt relaxen’ – dwz wachten tot de trein weer teruggaat. Meer informatie is te vinden op een site van Comboios de Portugal over de Douro-historical-train (het Portugese equivalent van de NS), waar ook tickets besteld kunnen worden. Let op de kleine lettertjes: ‘Note: if the steam locomotive cannot be used, a diesel locomotive will be used.’
Pocinho – Barca d’Alva
Het meest spectaculaire deel van de Dourolijn, tussen Pocinho en het grensstation Barca d’Alva, is zover ik kan nagaan nu (2023) alleen te bewandelen. Een schrale troost, want daarvoor dien je (bijzonder) goed ter been te zijn en een heel behoorlijke conditie te hebben.
Wandeling over het spoortraject Pocinho – Barca d’Alva
De route is een kleine dertig kilometer lang en geldt als ‘moeilijk’, zo staat te lezen op de website van nl.wikiloc.com/routes-wandelen. Een pluspunt is dat je niet bang hoeft te zijn het spoor bijster te raken … wat met wandelroutes die door bordjes en gekleurde strepen gemarkeerd zijn gemakkelijk kan gebeuren. Maar het lopen over grind en bielzen is een minpunt. Een Spaanse wandelaar op de site noemt ook vegetatie die hier en daar het spoor overwoekert.
Deze ervaringsdeskundige suggereert het in twee of drie etappes te doen. Neem hoe dan ook eten en drinken voor de héle tocht mee, want je kunt onderweg niets kopen. Het unieke van de lijn is namelijk nu juist dat hij door onbewoond gebied loopt, grotendeels ook ver weg van wegen. Een kaart en foto’s die een goed beeld geven, zijn te vinden op: Na Linha do Douro – Pocinho – Barca d’Alva. Heel mooi is ook het verslag De Barca d’Alva ao Pocinho, a pé pela Linha do Douro. (Beide Portugeestalig, maar de foto’s spreken voor zich.)
Inmiddels is er sprake van heropening van de lijn tussen Pocinho en Barca d’Alva. Een technisch en ecologisch haalbaarheidsonderzoek wijst uit dat dit 75 miljoen zou gaan kosten. De reistijd is dertig minuten korter dan het bestaande wegalternatief, en omdat er met elektrisch materieel gereden zal worden, is er ook milieuwinst. Verder concludeert de studie dat de heropening van het spoortraject ‘het toeristisch aanbod in de regio aanzienlijk zal vergroten’ en dat de regionale economie ‘positief zal worden beïnvloed’ met de verwachte toename van de toeristenstroom, wat zich zal vertalen in ‘een boost van zowel de commercie, zoals lokale huisvesting, horeca en daarmee werkgelegenheid’.
Op 10 mei 2023 publiceerde Infraestruturas de Portugal in de Diário da República de internationale openbare aanbesteding voor het voorbereidende studie- en uitvoeringsproject van het herstel en de heropening van het traject Pocinho – Barca d’Alva aan de Douro. Het zal dus nog wel even duren voor ik alsnog het laatste Portugese deel van deze treinreis door het Dourodal zal kunnen maken …
In 1992 heb ik per reguliere trein wel de retourreis Régua – Pocinho gemaakt, die al zeer de moeite waard was, maar het traject Pocinho – Barca d’Alva moet nog veel indrukwekkender zijn.
José Rentes de Carvalho
Qua reisgids valt er dus wel iets aan te merken op Portugal. Een gids voor vrienden van Rentes de Carvalho. Maar het is zonder meer een heerlijk lees- en informatief bladerboek, dat overigens uitsluitend nog tweedehands verkrijgbaar is. In 2001 verscheen een tweede ‘vriendengids’: Lissabon: een nieuwe gids voor vrienden.
Of dit net zo’n aan- of afrader is durf ik niet te zeggen; ik heb het nooit aangeschaft. Maar tot slot wil ik twee andere boeken van deze auteur onder de aandacht brengen, die naar mijn smaak zijn twee beste romans zijn.
In het autobiografische Ernestina (1998), de titel is de naam van zijn moeder, beschrijft José Rentes de Carvalho de eerste vijftien jaar van zijn leven in twee uiterst verschillende plaatsen: zijn geboorteplaats Vila Nova de Gaia, het centrum van de porthandel, gezien vanuit Porto aan de overkant van de Douro, en het rurale dorpje Estevais, waar de wortels van zijn familie liggen, in het geïsoleerde bergland van Trás-os-Montes. Het boek is alleen al de moeite waard vanwege de beschrijving van de treinreis van station São Bento in Porto, tot Pocinho via het Dourodal, dan over de (inmiddels ook al opgeheven) smalspoorlijn naar Carviçais, en de laatste etappe van de reis per ezel naar Estevais.
Net zo’n dorp als Estevais en ook ‘de trein uit Pocinho’ die er wel voorbijkomt maar niet stopt, spelen een rol in De Hollandse minnares (2000). Hoofdpersonen zijn de schaapherder Amadeu die in dit dorp woont en de verteller, een leraar uit Bragança, die hier geboren is en er ieder jaar de zomer doorbrengt. ‘Twee oude kerels die dromen als kinderen.’ Onder de kastanjebomen vertelt de schaapherder de leraar over de liefde van zijn leven, een chic Hollands meisje dat hij leerde kennen toen hij als gastarbeider in de havens van Amsterdam werkte. In het tweede deel van het boek is de leraar weer terug in Bragança waar het dagelijks leven zijn ‘saaie sleur’ herneemt. Tot er een aantrekkelijk Hollands meisje ten tonele verschijnt …
José Rentes de Carvalho
José Rentes de Carvalho werd in 1930 geboren in Vila Nova de Gaia. In 1956 vestigde hij zich in Amsterdam, nadat hij begin jaren vijftig het dictatoriale bewind van Salazar ontvlucht was. In 1964 behaalde hij zijn doctoraal Portugese Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij dat vak later ook zou doceren.
In 1972 verscheen zijn befaamde debuut Waar die andere God woont: Nederland gezien door Portugese ogen. Vele publicaties later ontving hij in 1991 van president Mário Soares het commandeurschap in de Orde van Hendrik de Zeevaarder voor zijn literaire werk en zijn verdiensten voor de Portugese cultuur. Rentes de Carvalho schrijft in het Portugees, want: ‘Schrijven in een andere taal dan het Portugees zou voor mij net zoiets zijn als het weggooien van een zak met goud.’ In Harrie Lemmens heeft hij echter een voortreffelijke vertaler gevonden.
(bronnen: Wikipedia, geraadpleegd 2-9-2023, en Martje Breedt Bruyn, ‘J. Rentes de Carvalho: “Omgeven door vloeibare muren”’ in Vrij Nederland 19-08-2000)
Voor een overzicht van alle verkrijgbare boeken van Rentes de Carvalho bij Bol.com klik hier.
Lotte Akkerman zegt
Dank voor dit uitgebreide typische Janwillem verhaal. Ik had mijn wandelschoenen juist uitgedaan en weggezet, maar haal ze meteen weer uit het vet voor de Camino de Hierro de Águeda. Ook dank voor de leestip over dat bijzondere stuk Portugal Tras-ós-Montes.
Janwillem van der Ent zegt
Dank voor je reactie, Lotte. Het lijkt mij echt een fantastische wandeling. Ik vond de virtuele wandeling met de satellietbeelden van Google Maps al leuk! Als weer en conditie meewerken een keer samen écht doen?
Geert Brabant zegt
Het is niet mijn gewoonte commentaar te geven op andermans werkstuk, zeker niet als het goed onderbouwd is. Maar dit moet mij toch van het hart. De kritiek op de ‘verdwenen’ spoorlijnis toch wel heel erg kort door de bocht. Dit meesterwerk van Rentes de’Carvalho kan je helemaal niet vergelijken met een klassieke reisgids. Het is gebaseerd op ervaringen die de auteur verzameld heeft door de jaren heen. Dit is een literair alternatief werk,waarbij men niet kan en mag verwachten dat de individuele auteur zijn werkstuk up to date houdt zoals Lonely Planet, Dominicus en andere Michelins die beschikken over permanente professionele teams. Zelfs een laattijdig ingrijpen na opmerkingen van lezers is niet zo evident in deze context. Voor het overige vind ik uw column wel interessant en boeiend.
Janwillem van der Ent zegt
Geen moment heb ik de Gids voor vrienden met ‘gewone’ reisgidsen vergeleken, integendeel zelfs – en ik heb sowieso ‘alle begrip’ uitgesproken voor het niet altijd up-to-date kunnen zijn. Verder heb ik mijn waardering uitgesproken voor zowel het boek – ‘een heerlijk lees- en informatief bladerboek’ – als de auteur – door twee van zijn romans aan te bevelen.
Dat neemt niet weg dat ik op één punt teleurgesteld was en vervolgens verbaasd dat, toen ik auteur en uitgever erop attent maakte dat de feitelijke situatie al vier jaar veranderd was, die niet reageerden en er pas bijna vijf jaar later alleen een noot kwam. Dit lijkt mij behoorlijk genuanceerd en volgens u is mijn betoog ook ‘goed onderbouwd’ – daar is dus niets ‘kort door de bocht’ aan, ik maak eerder een heel lange bocht …
Joost Smulders zegt
Als trotse bezitter van een tweede druk, heb ik het betreffende boek nog maar eens tevoorschijn gehaald. De eerste zin “Dit is geen gids voor toeristen” is volgens mij al een excuus voor welke onbetrouwbaarheid op toeristisch-informatieve zin dan ook. Dus als de delftsblauwe tegeltjes in Figuéra deFoz er niet meer zouden zijn dan kan men dat R. de C. niet kwalijk nemen.
Mijn hoofdzakelijke bezwaar is het kleine lettertype dat het lezen, zelfs met leesbril op, lastig maakt. Een reden te meer om het boek niet mee op excursie te nemen.
Janwillem van der Ent zegt
Dank voor uw reactie! Die eerste zin sprak mij destijds aan – ik voelde me meer een reiziger en ik meed de meest toeristische plekken. Het was de tijd dat er in de Rua das Flores in Porto nog geen toerist te bekennen was; nu onvoorstelbaar. Van de kleine lettertjes had ik toen geen last, maar inmiddels heb ik dat probleem ook … 😉
Francine Stoffels zegt
Waar die andere God woont is gepubliceerd in 1982, niet in 1972. Het was niet het debuut van JJ Rentes de Carvalho.
Joost Smulders zegt
Helaas onjuist. De eerste en 2-de druk verschenen in resp. 1972 en 1973 bij Meulenhoff. De derde druk verscheen in 1982 bij de Arbeiderspers!