Hoe en wat schrijf je over een vrouw, een koningin nog wel, die in alle toonaarden verguisd werd door haar onderdanen? Heeft zo’n verhaal wel voldoende prikkels om de lezer naar het einde ervan te lokken? Zodat de lezer de wortel die hem het hele verhaal is voorgehouden aan het eind in ontvangst mag nemen. Of wordt het slechts een melodrama?
De kinderboekenschrijfster Anna van Praag zei eens dat zij met de gedachte rondliep om een boek te schrijven over een etterkind. Niet een kind dat wel eens vervelend is; nee een kind waar geen land mee te bezeilen is. Maar, zei de schrijfster erbij, wordt dat wel een boek dat lezers amuseert? Dat tot doorlezen uitnodigt? Want elk goed verhaal bergt ook de belofte in zich dat willekeur, chaos en ellende uiteindelijk gestreken en gevouwen in de kast belanden.
Toen ik voor het eerst las over koningin Carlota, die leefde van 1775 tot 1830, schoot mij bovenstaande overweging te binnen. Want door over Carlota te schrijven, breng ik een helleveeg, een boze heks, een aartsconservatieve vrouw en een harpij voor het voetlicht. In die hoedanigheid is Carlota nu eenmaal de geschiedenis ingegaan. Plus die van mannenverslinder. Hoon en haat werden haar deel tijdens haar leven en ook in memoriam.
Ook de heer Oliveira Martins, de intellectuele alleskunner en hooggeprezen auteur van de meest onvervalste Portugese geschiedschrijving deed een duit in het zakje. Hij schreef: ‘Ze was een losbandig en verfoeilijk creatuur door wier aderen de totale verrotting stroomde van het Spaanse Bourbonbloed, dat verdorven is geraakt door het arrangeren, al drie eeuwen lang, van huwelijken tegen de natuur in’.
Nog een voorbeeld van de afkeer die Carlota opriep. Het Teatro São Carlos in Lissabon heette bij de eerste steenlegging Teatro Carlota Joaquina. Die steen is nog steeds aanwezig in de voorgevel. Maar niemand in Lissabon noemde het theater zo. In de volksmond werd het algauw het Teatro Italiano genoemd. Dat dan weer later de naam Teatro São Carlos kreeg.
Vanuit de gedachte: laat haters maar haten en praters maar praten en het idee dat ieder mensenleven met veel raadsels geleefd wordt, ben ik toch verdergegaan. Ook al leefde Carlota Joaquina dus een ander leven dan dat van geliefde koningin. Zij leefde als een libertijnse vrouw die zich nergens schuldig over voelde, zich nergens voor schaamde en gek was op macht. Maar daarnaast ook als vroom katholiek, hardwerkende moeder en geliefde schoondochter.
Naar Brazilië
In november 1807 vluchtte de Portugese koninklijke familie, onder Engelse bescherming, vanuit Lissabon naar Brazilië. Vergezeld door hoge edelen, ministers en een belangrijk deel van de hofhouding. Plus militairen, artsen, hofdames, koks, dienaren en clerici. Op de vlucht voor de Franse troepen van Napoleon. Deze troepen waren al ongehinderd door Spanje getrokken, want Spanje had de kant van Napoleon gekozen. De Napoleontische troepen werden daardoor ondersteund door Spaanse troepen, onder leiding van Manuel de Godoy. (Hem zullen we straks nog tegenkomen!) Waarbij de Spaanse koninklijke familie er niet goed vanaf kwam. De koning en de koningin werden gegijzeld. Om dat lot te ontgaan zeilde de Portugese koninklijke familie dus inderhaast op de vlucht de Atlantische Oceaan op.
Er vertrokken zestien koninklijke schepen die mistige ochtend uit Lissabon. Met zo’n 10.000 evacués volgens het stadsbestuur, dat aan iedere vluchteling een visum had uitgereikt. Dat zijn veel mensen en later is uitgerekend dat, behalve de koninklijke familie, iedere opvarende de beschikking had over een halve vierkante meter! Groot, qua aantal, was de koninklijke familie op dat moment niet. Slechts veertien personen. Op de ‘Nau Principe Real’ was Koningin Maria I, het staatshoofd, scheep gegaan. Samen met haar zoon prins (infant) João en zijn twee zonen uit zijn huwelijk met Carlota: Pedro en Miguel. Op de ‘Nau Afonso de Albuquerque’ voer prinses (infante) Carlota Joaquina mee. De echtgenote van prins João. Het zou ondenkbaar zijn geweest dat beide echtelieden samen hadden gereisd. Ze konden elkaar al lange tijd niet meer luchten of zien. Hun overige kinderen, zes dochters waaronder een baby van een jaar oud, waren verdeeld over de twee hierboven genoemde schepen en de ‘Nau Rainha de Portugal’.
Voorgeschiedenis
Carlota kende ten tijde van deze zeereis haar man João vijftien jaar. Ze was als Spaanse prinses geboren in het koninklijk paleis in Aranjuez. Als de oudste dochter van Karel IV en Maria Luísa van Parma. Haar moeder was openlijk de minnares van de Spaanse premier Manuel de Godoy. Hetgeen in de Spaanse kranten breed werd uitgemeten en waardoor ze een van de meest onpopulaire koninginnen van Spanje werd.
Carlota werd kort na haar geboorte uitgehuwelijkt aan João van Portugal en op tienjarige leeftijd naar Lissabon overgebracht. Omgekeerd ging de zus van João, Dona Maria Ana, naar Spanje om er te huwen met de Spaanse prins Dom Gabriel. Toen Carlota vijftien jaar oud was geworden consumeerden zij en João hun huwelijk voor de eerste keer. Bij hun huwelijksfeest kreeg Carlota van haar schoonmoeder 365 paar schoenen als cadeau. Drie jaar later werd hun eerste kind en dochter Maria Teresa geboren. Er volgden nog acht andere kinderen, maar hun tweede kind overleed op zesjarige leeftijd.
Carlota kon goed opschieten met haar schoonmoeder, het staatshoofd, Dona Maria. Als jong kind was Carlota streng katholiek opgevoed in Spanje. Dat schiep een band met haar schoonmoeder, want Dona Maria was een godvruchtige katholieke vrouw, tot op het kwezelige af. Al voor de vlucht naar Brazilië manifesteerden zich de eerste symptomen van de ziekte, die toen als krankzinnigheid werd gediagnosticeerd, bij Dona Maria. Carlota kon het lijden van haar schoonmoeder verlichten, onder meer door haar vrolijke en lieve briefjes te sturen (die bewaard zijn gebleven).
Maria I is de geschiedenis ingegaan met als bijnamen ‘a louca’ (de gek) en ‘a piedosa’ (de vrome). En de uitdrukking Maria vai com as outras is een populaire zegswijze geworden in Portugal. Je verwijst ermee naar een persoon die geen mening heeft of geen eigen wil vertoont. Omdat Maria I op het eind van haar leven totaal verzorgd moest worden en niets meer te zeggen had over zichzelf, wordt zij gezien als de oorsprong van deze uitdrukking. Maria zou Portugal overigens niet meer terugzien; ze overleed in Rio de Janeiro in 1816.
De definitieve verwijdering
Vlak voor de vlucht naar Brazilië dichtte Carlota haar man João dezelfde ziekte toe als die waaraan haar schoonmoeder Maria I ook leed. Krankzinnigheid dus. Ze was er daarbij vooral op uit om zo snel zijn macht over te nemen. Omdat João toen inderdaad aan een ernstige ziekte leed, begon een aantal edelen te twijfelen aan zijn verstandelijke vermogens. Er ontstond een samenzwering, waarvan Carlota deel uitmaakte, met als doel om João te laten arresteren. Maar dit plan mislukte.
Vanaf die tijd leefden Carlota en João gescheiden; ieder in een eigen paleis. Carlota in Queluz en João in Bemposta. Maar het hele gebeuren was koren op de molen van al degenen in Lissabon die een uitgesproken hekel hadden gekregen aan Carlota. Ze werd voor megera uitgescholden, Portugees voor een wraakzuchtige, jaloerse en rancuneuze vrouw. En ze was het levende bewijs voor al haar vijanden dat ‘da Espanha nem bons ventos, nem bons casamentos’. (Uit Spanje komen geen goede winden en geen goede huwelijken.)
Het beeld dat Carlota opriep
Allereerst omdat haar ongebruikelijke gedrag, haar optreden dat zich nauwelijks iets aantrok van de conventies volgens welke een kroonprinses en koningin zich dienen te gedragen, afschuw opriep, werd Carlota gehaat. Daarbij kwam dat ze politiek erg actief was, niet alleen in de Portugese maar ook in de Spaanse politiek. Ze hield van politiek en machtsspelletjes. Echter, in die tijd bedreven uitsluitend mannen politiek. Voor Carlota geen punt; ze sprak iedere man vrijelijk aan. Voor het volk was het al snel duidelijk; zo’n vrouw is niet alleen een boze heks, maar ook nog promiscue.
Toch is er nooit bekend geworden met welke mannen ze het bed gedeeld zou hebben. Zoals dus wel bij haar eigen moeder het geval is geweest. Je kunt ook je twijfel uitspreken of er überhaupt wel mannen hun reputatie voor Carlota op het spel hebben gezet. Ze was geen aantrekkelijke vrouw. Klein van postuur, mank lopend en met littekens van waterpokken in haar gezicht. Ze droeg een overdaad aan juwelen, ongewone kleren, de vergelijking met een vogelverschrikker werd gemaakt en ze was in het openbaar nooit echt aardig of spontaan. Onuitstaanbaar. Geen evidente sensuele hartenbreker dus.
Daarnaast was er ook openlijke verbazing over het feit dat Carlota en João zulke mooie kinderen kregen. Want niet alleen zij was enigszins misvormd, ook João was niet gezegend met uiterlijke schoonheid. Voor een deel van het hof was het duidelijk: het eerste kind was wél van João, bij de andere kinderen moeten er andere mannen in het spel zijn geweest. Weer een ander deel geloofde dat João alleen welkom was bij Carlota voor dat ene.
Dat Carlota zich fervent in de staats- en politieke zaken mengde waarmee haar man zich bezighield, waarbij ze zijn gezag probeerde te ondermijnen, motiveerde ze door te zeggen dat zij João veel te tolerant, een zwakkeling en een sukkel vond. Ook was hij lastig en koppig en een boerenpummel. Hij liep volgens haar rond met gebraden kippenpootjes in zijn zakken. Als hij even niets te doen had of zich verveelde, begon hij aan zo’n pootje te knabbelen.
Ze bemoeide zich ook met de macht van de Spaanse kroon. Omdat haar broer, koning Fernando VII gevangen zat in Frankrijk, vond ze dat de Spaanse bezittingen in Zuid-Amerika, zoals die in Argentinië, Peru en Uruguay, beter in het vervolg door haar konden worden bestuurd vanuit Rio de Janeiro. Bij dit plan kreeg ze zelfs enige hulp van Engeland. Tot João wederom ingreep en ook dit complot sneuvelde.
Terugkeer uit Rio de Janeiro
In 1821 keerde de koninklijke familie terug uit Rio. Carlota had haar overleden schoonmoeder mee teruggenomen. Die was al vijf jaar dood en rustte dus in een doodskist. Het lijk werd in Lissabon opnieuw aangekleed in een zwarte jurk, kreeg een hoed op, handschoenen en kousen aan en vier ridderordes opgespeld. Daarna kon de adelstand gedurende twee dagen de opgebaarde overledene bezoeken en de rechterhandschoen kussen. Er vielen bij deze seance een aantal vrouwen flauw, zo staat geschreven …
Carlota ging weer terug naar het paleis van Queluz en João naar dat van Bemposta. Het gerucht deed de ronde in Lissabon dat Carlota vlak bij Queluz een huis had gekocht of al langer bezat, waar seksorgieën plaatsvonden.
João was inmiddels hardhorend geworden. Zijn kinderen kon hij alleen nog verstaan als ze tegen hem schreeuwden. Carlota weigerde dat schreeuwen natuurlijk.
Als hulpmiddel werd voor João in Engeland een akoestische stoel (cadeira acústica) gebouwd. De stoel kreeg vanaf de beide armleuningen, die eindigden in twee leeuwenkoppen met open bek, buizen die achter de stoel doorliepen en eindigden bovenin de rugleuning, ter hoogte van de oren van de koning. Bij audiënties, waarbij de gast geknield voor de koning zat, ging het geluid van de stem van de gast via die buizen naar de oren van de koning. De stoel staat nu in het magazijn van het Museu da Ciência in Lissabon.
In ieder geval heeft Carlota wel bewezen een succesvol koppelaarster te zijn geweest. Al haar dochters zijn binnen Europese vorstenhuizen getrouwd door haar bemiddeling. De meesten met een Spaanse prins. Als het dan een neef met een nicht of een nicht met een oom betrof, vroeg ze aan de paus dispensatie voor dat huwelijk. Die ze ook altijd kreeg. De hierboven geciteerde opmerking van de heer Oliveira Martins over de inteelt van de Bourbons was dus niet misplaatst.
Op weg naar een open einde
Zoals ik hierboven al schreef, was Carlota een aartsconservatieve, katholieke vrouw. Vandaar dat ze het er totaal niet mee eens was dat João de liberale denkbeelden, die na terugkomst uit Brazilië overal leefden in Portugal, steunde. En dat hij van absolutistisch vorst de stap maakte naar liberaal monarch. Ze weigerde daarom de nieuwe liberale grondwet mede te ondertekenen.
Carlota vond haar zoon Miguel aan haar zijde bij haar strijd om het behoud van het absolute koningschap. Ze liet hem trouwen met de dochter van zijn broer Pedro, Maria da Glória. Een heel jong kind dat de kroon te dragen kreeg, maar over wie Miguel als regent was aangesteld. Door dit huwelijk, dat weer vrij snel werd ontbonden, werd Miguel koning van Portugal. Op aandringen van zijn moeder (‘Sla hun koppen eraf!’ beval ze haar zoon) pleegde Miguel ‘de usurpator’ (iemand die onrechtmatig handelt) een staatsgreep. Helaas eindigde ook dit avontuur niet goed voor Carlota. Miguel werd verslagen en uit Portugal verbannen. (De burgeroorlog die later plaatsvond, waarin de broers Miguel en Pedro elkaar bestreden, heeft Carlota niet meer meegemaakt.)
In 1826 overleed João, ofwel koning João VI. Tijdens het sterfbed van haar man was Carlota afwezig; ze was te ziek om te komen, liet ze weten. Na het overlijden bracht ze het bericht in omloop dat João vergiftigd was door de vrijmetselarij. Haar tegenstanders beweerden evenwel dat Carlota haar man had vermoord met giftige sinaasappels.
in 1830 overleed Carlota in Queluz, 54 jaar oud, in stilte en eenzaamheid. Haar doodsoorzaak is nooit bekend gemaakt, waardoor vermoedens over zelfmoord direct de kop op staken. Ze ligt begraven in het Pantheon van de Braganças in Lissabon.
Tot slot
Nee dus; haar biografie ligt niet ‘gestreken en gevouwen’ in de kast. Feiten en fictie zijn niet meer te scheiden. Het kan eigenlijk ook niet anders bij zo’n ambitieuze, rebelse vrouw, die haar man eindeloos vernederde en die wars was van de, in haar ogen vrijgevochten, idealen van de Franse Revolutie. Die zich onmogelijk gedroeg, boos en poeslief tegelijk, rijk aan fantasie en die graag onvoorspelbaar handelde zodat er geen land met haar te bezeilen was.
Zij leefde ook nog eens in uitermate woelige tijden, zoals hierboven al te lezen valt. Waarbij ik het nog niet eens heb aangevuld met wat er in haar tijd gebeurde in de Sinaasappeloorlog, bij de liberale revolutie in Porto, bij de mislukte samenzwering van Portugese edelen tegen de despotische Engelse maarschalk Beresford en na de onafhankelijkheidsverklaring van Brazilië.
Na haar dood werd ze een gewilde bron voor historisch onderzoek. Er verschenen meerdere boeken, die periodes uit haar leven beschrijven. Een film over haar leven werd in 1994 uitgebracht. Ook in die film zijn waarheid en verzinsels met elkaar verstrengeld.
Junte Schwartz zegt
Wat een vrouw, Han, deze ‘ongestreken’,’niet in de kast gevouwen’ Carlota……
Het tegendeel van slaapverwekkend.
Veel dank voor je uitgebreide beschrijving van deze, in veel opzichten opvallende, figuur!
Junte
han overkamp zegt
Fijn te horen Junte en tot de volgende keer
Wim Verver zegt
Interessant verhaal, goed geschreven!
han overkamp zegt
daar maak je me blij mee Wim
Petra Keiner zegt
Heb weer genoten van je verhaal!
Zo heel anders dan de Griekse mythologie, maar wel met dezelfde elementen, zoals wraak, hartstocht, jaloezie, machtswellust……
Zie uit naar het volgende!
Hartelijke groeten uit Athene!
han overkamp zegt
Petra, wat een mooie aanvulling van je met de Griekse mythologie. Dank je voor compliment, en hartelijke groeten uit Maarsbergen