In weinig andere talen kun je liefde op zo’n pijnlijke en invloedrijke manier beschrijven. De Portugese taal en poëzie is een waanzinnige combi; de melodieuze woorden roepen fascinerende, schijnbaar tegenstrijdige beelden op die hart en ziel raken van de meest rationelen onder ons. Vroeger werd het Portugees beschouwd als een rustieke en populaire taal, inferieur aan het Spaans. Immers, Galicië (het vroege Portugal) is een arme regio van zingende boeren en schaapherders. Alles in Galicië zingt: de heuvels, de weiden, de rotsen, de bomen en de mens.
Het Portugees leent zich goed voor ritmische en vocale muziek, zoals fado en bossa nova met hun melodische, expressieve intonaties en lange klinkers. De taal heeft weinig medeklinkers en een breed scala aan klinkergeluiden en dat zingt goed, want klinkers openen de luchttoevoer en lastige medeklinkers sluiten de toevoer juist af.
Geschiedenis in notendop
In 711 wordt het Visigotische Rijk binnengevallen door Berbers uit Noord-Afrika, Arabieren uit het Midden-Oosten en andere moslims uit de islamitische wereld. De Omayyaden regeren over het nieuwe rijk Gharb Al-Andalus. Zij breiden het gebied uit via Iberia en Frankrijk. Aan het einde van de 9e eeuw wordt door Koning Alfonso II een klein graafschap met de naam Portus Cale opgericht. Het koninkrijk Asturië wordt later verdeeld zodat het noorden van “Portugal” deel uitmaakt van het koninkrijk León. Als vazal van het koninkrijk León groeit Portugal in macht en territorium en verkrijgt het de facto onafhankelijkheid tijdens zwakke regeringsperioden. In 1071 wordt Garcia II van Galicië uitgeroepen tot Koning van Portugal en in 1095 maakt het land zich los van Galicië.
Heimwee en verdriet
Het sleutelwoord van de klassieke Toeareg-poëzie is äsuf, te vertalen met eenzaamheid, maar het verwijst ook naar de nostalgie van het geliefde of verloren land. De Galicisch-Portugese troubadours noemen dit heimwee en verlangen soedade (of sojade, suydade). Soedade wordt saudade, dat nostalgie betekent. Het Spaanse soledad heeft beide betekenissen.
De taal verlaat de Gallische wieg, maar behoudt de zang- en dichtwortels. De Gallisch-Portugese dichters zingen net als de Europese troubadours over de liefde, maar in Galicië is er de zogenaamde cantiga de amigo. De cantiga gaat altijd over een eenzame vrouw, die over een geliefde spreekt waarvan ze is gescheiden. Opmerkelijk is dat de cantiga door een man wordt gezongen. Portugal wordt begin 1100 een koninkrijk. Met de tijd veranderen en verdwijnen veel tradities en gebruiken, de cantigas de amigo, echter, blijven tot de dag van vandaag overeind.
De Renaissance brengt Italiaanse invloeden met zich mee, zoals het sonnet (van Francisco de Sá de Miranda) en ook de Portugese ontdekkingsreizen hebben een impact op de dichterlijke taal. De dichter des dichters is zonder twijfel Luís de Camões. Hij maakt epische- en lyrische werken.
Liefde is een vuur dat brandt zonder dat je het ziet, een pijnlijke wond die je niet voelt, een ontevreden tevredenheid.
Lofzang over Portugal en zijn mensen
Luís Vaz de Camões (Lissabon, 1524-1580) is een van de twee exponenten van de Portugese poëzie. Os Lusíadas is zijn epische gedicht en meesterwerk uit het classicistische literaire tijdperk (1572) in de tijd dat Portugezen nieuwe zeeën en landen ontdekken. Os Lusíadas wordt beschouwd als het nationale epos van Portugal en internationaal gezien als een van de hoogtepunten van de Europese Renaissance. Het is geschreven in homerische stijl en verhaalt over de reis naar India van Vasco da Gama. Het gedicht bestaat uit 10 zangstukken en 1102 coupletten.
Fingir (veinzen, doen alsof)
Fernando Pessoa (Lissabon, 1888-1935) is de meer contemporaine vertegenwoordiger van de Portugese dichtkunst. Zijn gedichten gaan over heimwee, verlangen, verveling en eenzaamheid van het “diepe zelf”. Tijdens zijn korte leven publiceert Pessoa een enkel gedicht. Na zijn overlijden ontdekt men een koffer met 25.000 geschreven pagina’s. In “Un soir à Lima” (1932) denkt Pessoa terug aan zijn jeugd in Zuid-Afrika en aan zijn pianospelende moeder. Dit nostalgische gedicht is hartverscheurend en biedt een in tranen gedrenkte kijk in de ziel. Pessoa sterft twee maanden na voltooiing van dit gedicht, op 47-jarige leeftijd, door overmatig drankgebruik en melancholie.
Meesterwerk
Os Lusíadas, het heldendicht, vernoemd naar Lusus, de mystieke aartsvader van het Portugese volk, is bedoeld als een monument voor Vasco da Gama’s tocht naar India in 1498. In een volumineus epos beschrijft Camões niet alleen de reis, maar ook de lotsbestemming van de Portugezen als gunstelingen van de goden, die voorbestemd zijn om ten strijde te trekken tegen de islam en om de hele wereld aan hun (koloniale voeten) te brengen. Ook beschrijft hij stukken uit de Portugese geschiedenis (tot de 16e eeuw) en geeft hij de geografische kenmerken van de ontdekte gebieden nauwkeurig weer. Tenslotte waagt hij zich aan een toekomstvoorspelling.
Over zijn persoonlijke leven is weinig bekend. Hij behoort tot de lagere adel en geniet al enige bekendheid als dichter op 20-jarige leeftijd. Hij frequenteert het hof, maar ligt snel uit de gratie door zijn reputatie als drankorgel en rokkenjager. Camões wordt gevangengezet, maar koopt dit af door als soldaat mee te gaan met de vijandelijke legers in de overzeese gebieden. Jaren later betalen vrienden zijn reis terug naar Lissabon. Zijn meesterwerk wordt gepubliceerd in 1572 en hij sterft er 8 jaar later in grote armoede. Zijn graf gaat verloren tijdens de aardbeving van 1755.
Na tijden van nationale trots en buitenlandse overheersing zien we dat de verhalende epiek populairder wordt. In de 17e eeuw beperkt de Inquisitie de vrijheid van dichters wat resulteert in een verwording van de Portugese poëzie. Het gevoel achter te blijven op de rest van het “beschaafde” Europa zorgt voor een identiteitscrisis en nationale culturele “pronkjuwelen” worden onderuitgehaald. Het land lijdt aan een minderwaardigheidscomplex waardoor een voor die tijd kenmerkende “filosofische poëzie” in schwung raakt. De gedichten zijn een charmante cocktail van droefheid, afschuw en gebrek aan levenszin.
Pessoamania
We gaan in 1800 het modernistische tijdperk binnen, waar Fernando Pessoa de hoofdrol speelt. Hij heeft een ultracomplexe persoonlijkheid en schrijft onder diverse namen die hijzelf heteroniemen noemt. Hij is “meer ikken dan ikzelf” en tegelijkertijd niemand. Zijn gedachten zijn niet te stoppen, terwijl zijn denken ontoereikend is voor zijn vragen. Dat verlamt hem en om die stilstand op te heffen “brengt hij zichzelf onder bij fictieve anderen in de hoop dat zij het niet-weten beter kunnen verdragen dan hijzelf”.
Fernando Pessoa en zijn schrijver-alter ego’s zijn moeilijk te evenaren. Zijn tijdgenoten en de generaties na hem merken dat het onontkoombaar is om niet door hem beïnvloed te worden. Bewust of onbewust kopiëren ze aspecten van zijn veelzijdige werk in hun eigen poëzie, of ze zetten alles op alles om niet op hem te lijken. Sommigen zeggen dat Pessoa de show voorgoed heeft gestolen en dat er weinig ruimte is voor anderen om gewaardeerd te worden, laat staan bekendheid te krijgen.
Pessoa publiceerde relatief weinig en bijna niets in boekvorm, zodat zijn werk pas in de jaren veertig bekendheid krijgt, als de eerste grootschalige editie van zijn werken wordt uitgegeven. Pas in de 80-er jaren met de publicatie van Het boek der onrust, zijn meest verbluffende prozawerk, komt de Pessoamanie helemaal op gang. Het klopt dat Portugese dichters het moeilijker hebben om hun werken te vertalen en publiceren dan romanschrijvers, maar dat is universeel. Het is niet verbazingwekkend dat het Boek van Rusteloosheid, waarin een groot aantal prozafragmenten die door de inspanningen van academici zijn gesorteerd, de verkoop van zijn poëzie vele malen overtreft.
Moeheid
Wat er in mij is, is vooral moeheid.
Niet van het een of van het ander,
Zelfs niet van alles of van niets:
Gewoonweg moeheid, zij zelf: moeheid.
De broosheid van nutteloze gevoelens,
De hevige passies voor niets,
De intense liefdes voor het veronderstelde in iemand,
Al die dingen –
Die dingen en wat eeuwig aan ze ontbreekt –
Dat alles veroorzaakt een moeheid,
Deze moeheid, moeheid.
Er zijn ongetwijfeld mensen die van het oneindige houden,
Er zijn ongetwijfeld mensen die het onmogelijke wensen,
Er zijn ongetwijfeld mensen die niets willen
Drie soorten idealisten, en ik ben geen van hen:
Omdat ik oneindig van het eindige hou,
Omdat ik onmogelijk het mogelijke wens,
Omdat ik alles wil, of nog wat meer, als dat er kan zijn,
Of zelfs als dat er niet kan zijn …
En het resultaat?
Voor sommigen het leven geleefd of gedroomd,
Voor anderen de droom gedroomd of beleefd,
Voor weer anderen het midden tussen alles en niets, dit is het, dit …
Voor mij slechts een grote, een diepe
En ah, met welk een vruchteloos geluk, moeheid.
Een heel extreme moeheid,
Juist dat, precies dat, niets anders dan dat: moeheid
“Poemas” van Álvaro de Campos (heteroniem)
De Portugese dichtkunst wordt gedomineerd door Camões, Almeida Garrett, Pessoa en enkele anderen. Ik vind het leuk om naast de twee pijlers Camões en Pessoa, Florbela Espanca te noemen, omdat ze tot de eerste generatie Portugese feministen behoort. Fernando Pessoa noemt haar zijn sister soul.
Florbela Espanca
Flor Bela d’Alma da Conceição (8 december 1894-8 december 1930), is de dochter van Antónia da Conceição Lobo, een dienstmeisje bij João Maria Espanca, fotograaf en zakenman. Zijn vrouw en hij kunnen geen kinderen krijgen en willen graag dat Espanca in hun huis komt wonen. Florbela wordt door de vrouw van haar vader en haar biologische moeder opgevoed. In 1908 sterft haar biologische moeder op 29-jarige leeftijd. Neurose blijkt de officiële doodsoorzaak.
Na de dood van haar moeder gaat Espanca studeren aan het Liceu André de Gouveia, een traditioneel mannelijke school in Évora. Ze is daar een van de eerste vrouwelijke studenten. Nadat ze in 1917 afstudeert, verhuist zij met Moutinho, waarmee ze inmiddels is getrouwd, naar Lissabon om te studeren aan de Universiteit (Faculteit Rechten). Ze is daar een van de zeven vrouwelijke studenten op een totaal van 313. In 1919 begint Espanca symptomen van psychische aandoeningen te vertonen. Later dat jaar wordt haar Livro de Mágoas gepubliceerd. In 1923 komt haar Livro de Soror Saudade uit. In 1930 pleegt zij zelfmoord. Haar vader, die Espanca in een gedicht noemt als “lieve papa van mijn ziel”, claimt officieel vaderschap in 1949, bijna 20 jaar na haar dood.
Het sonnet Amar uit haar laatst gepubliceerde boek Charneca em Flor beschrijft een verterend verlangen om lief te hebben, maar dat een (sociaal geaccepteerde) monogame verhouding, die hunkering naar liefde niet kan bevredigen. Volgens Thomas J. Braga is dit een revolutionaire verklaring tegen Portugese liefdessonnetten.
Je kunt dit gedicht hier beluisteren: Versão em áudio de “Amar!” de Florbela Espanca
loek kusiak zegt
Voor de liefhebbers:
Fernando Pessoa, ‘Een spoor van mezelf’ (Um vestigio de mim), een keuze
uit de orthonieme gedichten.
In een wederom meesterlijke vertaling van Harrie Lemmens.
270 pagina’s Pessoa-gedichten, en meer.
Uitgeverij Arbeiderspers, 2019.
“Wanneer de liefde zich openbaart,
kan ze zich niet openbaren.
Hoe vaak hij ook naar háár staart,
hij durft ze haar niet te verklaren.”
(1928)
Els zegt
Wat een interessant artikel Lotte!
Ik, een Nederlandse kunstenares, sinds 2003 woonachtig in het centrum van Portugal, heb je boeiende schrijven over het Portugese saudade en haar achtergronden met veel plezier gelezen. Het stimuleert me echt om eens meer van Camoes en Pessoa te gaan lezen.
Dank je wel! Els
Judy Carati zegt
Mooie en uitgebreide uitleg, Lotte; dankjewel!
Judy Carati