In de 15e en 16e eeuw was Portugal een ambitieus koninkrijk: het wilde de wereld veroveren, door ontdekkingsreizen en kolonisatie. Eind 19e eeuw was die ambitie er nog, maar het land was niet meer zo machtig. In Afrika werden in Angola en Mozambique nog grote stukken binnenland gekoloniseerd, maar in Azië waren de Portugese koloniale bezittingen beperkt tot handelsposten (zoals Goa en Macau).
Brazilië ging verloren in 1822 toen daar de revolutie uitbrak. De koning van Portugal, Johan de Zesde, had zijn zoon, Dom Pedro, die Brazilië bestuurde, gedegradeerd tot “vertegenwoordiger”. De zoon reageerde daarop door de Braziliaanse onafhankelijkheid uit te roepen. Daarmee verloor Portugal niet alleen de grootste parel van het rijk, maar ook de bestemming van de slavenhandel vanuit de Portugese havens aan de West-Afrikaanse kust.
Portugese ambities in Afrika
In 1875 werd de Sociedade de Geografia de Lisboa (geografische vereniging van Lissabon) opgericht met als doel geografische studies te bevorderen. De vereniging werd gesticht in de context van de Europese kolonisatiedrift. Vanaf het begin legde de vereniging de nadruk op de verkenning van het Afrikaanse continent.
De sociedade stuurde Hermenegildo Brito Capelo en Roberto Ivens, twee Portugese officieren, op ontdekkingstocht. Ze vertrokken van Moçâmedes (in het zuiden van Angola) en arriveerden in Quelimane (Mozambique). Daarmee wilden zij een de facto verbinding leggen tussen Angola aan de Atlantische Oceaankust en Mozambique aan de Indische Oceaan. Daardoor zou een claim op het tussenliggende gebied een zekere rechtvaardiging hebben, hoewel er geen sprake was van een effectieve Portugese bezetting van dit gebied.
Deze expeditie werd de inspiratie voor de Roze Kaart.
De Conferentie van Berlijn
In 1884 riep de Duitse kanselier Otto von Bismarck een conferentie bijeen in Berlijn met het doel om Afrika ’te verdelen’. De conferentie vond plaats van 15 november 1884 tot 26 februari 1885. Tijdens de conferentie kwamen vertegenwoordigers van veertien Europese landen en de Verenigde Staten bij elkar om afspraken te maken over de verdeling van Afrikaanse gebieden en de regulering van handel en scheepvaart in Afrika. De conferentie leidde tot een aantal belangrijke overeenkomsten tussen de deelnemende landen:
- De principes van een vrijhandelsbeleid werden geaccepteerd. Dat hield in dat alle Europese machten op gelijke basis handel konden drijven in Afrika.
- Er werden regels opgesteld voor de verovering en annexatie van Afrikaanse gebieden. Het bezit van een gebied werd voortaan bepaald door het daadwerkelijk vestigen van administratieve en militaire controle.
De conferentie leidde tot de verdeling van het grootste deel van Afrika tussen Europese machten, waarbij geen rekening werd gehouden met de bestaande traditionele grenzen en de wensen van de lokale bevolking. Het verdrag dat aan het eind van de conferentie gesloten werd bevestigde de dominantie van de Europese machten in Afrika. Het had verstrekkende gevolgen voor de Wedloop om Afrika: verdere kolonisatie en uitbuiting van het continent.
Het Portugese plan: ‘La vie afro-portugaise en rose’
Ondanks de uitkomst van de Conferentie van Berlijn, waarbij een effectieve controle over een gebied voorwaarde was voor het claimen van een koloniale macht over dat gebied, bleef Portugal een aaneengesloten, transcontinentaal koloniaal grondgebied nastreven. In 1885 publiceerde de Portugese minister van Buitenlandse Zaken Barros Gomes de zogenaamde Roze Kaart.
Deze kaart (Portugees : Mapa cor-de-rosa ) werd opgesteld om Portugals claim van soevereiniteit te laten zien in de vorm van een landcorridor die diens koloniën Angola en Mozambique met elkaar zou verbinden. Het geclaimde gebied omvatte het grootste deel van wat nu Zimbabwe is en grote delen van het moderne Zambia en Malawi. In de eerste helft van de 19e eeuw beheerste Portugal slechts enkele stukken in Angola en Mozambique volledig. Het beweerde ook de heerschappij over andere steden en gebieden te hebben. Portugal kon haar aanspraken zelden waarmaken; het grootste deel van het grondgebied dat nu in Angola en Mozambique ligt, was toen niet onder Portugese controle.
Portugal probeerde de claim over het gebied van de Roze Kaart te verstevigen door in 1886 verdragen te ondertekenen met Frankrijk en Duitsland. In de onderhandelingen met Frankrijk deed Portugal afstand van zijn claim op het gebied rond de rivier de Casamance in Portugees Guinea in ruil voor erkenning van zijn claim op een ongedefinieerd gebied tussen Angola en Mozambique. Om een soortgelijk verdrag met Duitsland te verkrijgen, stemde Portugal in met een zuidelijke grens voor Angola met Duits-Zuidwest-Afrika (het huidige Namibië) en een noordelijke grens voor Mozambique met Duits-Oost-Afrika (het huidige vasteland van Tanzania). Beide condities waren gunstig voor Duitsland. Dat Frankrijk en Duitsland de Portugese beweringen ‘hadden opgemerkt’, betekende niet dat ze de beweringen aanvaardden. Beide landen erkenden slechts de beweringen, geen keihard akkoord dus.
De harde realiteit
De Britse regering weigerde Portugese claims te accepteren, formeel omdat deze niet gebaseerd waren op daadwerkelijke bezetting van de geclaimde gebieden. Groot-Brittannië had praktische bezwaren tegen de claim; de aanspraken waren een obstakel voor een Brits megaproject, namelijk de aanleg van een spoorweg van Kaapstad naar Caïro (van noord naar zuid dwars door Afrika). De Britse ondernemer Cecil Rhodes, de ultieme imperialistische politicus, altijd op zoek naar goud, was een belangrijke stem in deze megalomane droom. De spoorweg is er nooit gekomen.
In 1890 stelde de Britse regering een ultimatum aan het koninkrijk Portugal: ‘Trek je troepen terug uit ‘onze’ gebieden (delen van het huidige Zimbabwe en Malawi), or else!’ Het geïsoleerde Portugal tekende protest aan, maar schikte zich snel in het onvermijdelijke: de aftocht blazen. Zo kwam de ambitieuze roze landkaart aan haar einde. Het land bleef achter met een gevoel van nationale vernedering en frustratie.
De componist Alfredo Keil en de dichter Henrique Lopes de Mendonça schreven direct na de aanvaarding van het ultimatum het lied A Portuguesa. De dichter leek gefrustreerd over het Britse ultimatum, gelet op de laatste regel van zijn oorspronkelijk refrein (volgens een niet officieel bevestigd gerucht).
Het refrein zou oorspronkelijk zo geluid hebben:
Te wapen, te wapen! Te land en ter zee, Te wapen, te wapen! Vechten voor het Vaderland Marcheren, marcheren! Tegen de Britten! | Às armas, às armas! Sobre a terra, sobre o mar, Às armas, às armas! Pela Pátria lutar Contra os bretões marchar, marchar! |
Het woord bretões (Britten) werd snel vervangen door canhões (kanonnen). A Portuguesa is nog altijd het huidige Portugese volkslied. Han Overkamp schreef hier al eerder over in Portugal Portal.
Maja Kersten zegt
Hallo Henk,
Wat een leuk artikel heb je geschreven! Ik had nog nooit van de Roze Kaart gehoord, tot ik onlangs het boek ‘História de Portugal em 40 objetos’ van Sérgio Luís de Carvalho las. Een van de objecten die hij beschrijft, is de mapa cor-de-rosa. En nu lees ik jouw duidelijke uitleg. Bedankt!
Groeten, Maja
Arlette zegt
Weer een voor mij onbekend stukje Portugal. Dank voor je bijdragen!
Jurgen zegt
Hai Henk,
Vorig jaar op 25 april heb ik met mijn huidige koor, Orfeão de Águeda, voor het eerst het Portugese volkslied gezongen. Voor mij, als nieuwe inwoner, was dat een heel bijzondere gebeurtenis. Het aggressieve karakter van het lied aan het eind vond ik wel opmerkelijk. Jouw uitleg (en die van Han) hebben mij duidelijk gemaakt wat hiervan de achtergrond is. Dank daarvoor!
Jurgen