Onderstaand stukje schreef ik in juli 2019 ver voor de pandemie. In hoeverre dit tweede coronajaar een afwijkend verloop zal hebben, is op dit moment nog niet duidelijk.
Wel verwacht de Público van 17-7-2021 dat de Portugezen meer dan anders hun vakantie in eigen land (zullen) doorbrengen.
Férias
2019
Op tv en in de krant zie ik de laatste berichten over het bestuur van het land: de nieuwe wet op de basiszorg is nog niet rond helaas en de in 2014 opgestarte Operação Marquês gaat na het reces door. Het is een juridisch proces dat tracht de corruptie van hoge politici en banken boven tafel te krijgen of zoals anderen zeggen: onder het tapijt te vegen. Premier Costa doet beloftes: hij kondigt strenge maatregelen aan tegen huiselijk geweld: ‘de schande van de natie!’
Ik ondertussen stel me een kaart voor van Portugal, met felgekleurde stippen op de plekken waar de mensen wonen. Hoe meer stippen hoe meer mensen. Laten we ze blauw kleuren. Het blauw is inmiddels – het is 21 juli – opgeschoven naar het westen en naar het zuiden van het land, naar de schitterende, kilometerslange Portugese kust. Daar klonteren de stippen samen tot blauwe plekken die hier en daar zijn uitgegroeid tot langgerekte conglomeraties van een blauw dat bijna zwart is. Topzwaar moet het daar zijn. Met een beetje fantasie zie je Portugal opzij hellen en de zee in duikelen…
Jammer dat José Saramago niet meer onder ons is, hij zou er een weergaloze roman aan kunnen wijden.
De rijken en de grootverdieners verruilen hun villa’s voor hun tweede huis, met drie, vier generaties tegelijkertijd of in porties van 14 dagen na elkaar, of zij laten zich verwennen in een van de vele resorts.
De werkende klasse uit de stad, de stadjes en de dorpen heeft zich al lang tevoren verzekerd van het huis van een familielid of van vrienden of van kustbewoners die inmiddels vrienden geworden zijn. Vaak immers keert men jaarlijks terug naar hetzelfde plekje, voor een vakantie van 14 dagen.
De mensen in de kustplaatsen maken in juli en augustus graag plaats voor deze betalende gasten. Ze verlaten tijdelijk hun eigen woning en trekken zich terug in een achterkamertje, een hut of in een optrekje elders op het erf.
Inzoomend op die badplaatsen treft men overal hetzelfde beeld. In kleurrijke drommen trekt men tussen 10 en 11, gestoken in korte broek of alvast in zwembroek of bikini, handdoek over de schouder, sloffend en klepperend op de onvermijdelijke slippers richting het strand. Vader draagt de parasol en de koelbox, moeder sjouwt met zware tassen, dochterlief achter zich aanslepend en de zoon fladdert al stuiterend met een bal om hen heen.
Tegen het middaguur verschijnen de rookpluimen afkomstig van vaak vers gesprokkeld hout op de barbecues. Achter, naast en voor de huizen duiken ze op, met een zorgzame man erbij, wapperend met een waaier, in een kleurrijke outfit. Met de buurman die hetzelfde doet, onderhoudt hij al wapperend een levendige conversatie. Een dik uur later geurt het aan alle kanten naar geroosterde visjes en zie je lappen vlees gloeiend bruine korstjes krijgen.
We moeten even wat nauwkeuriger kijken. We zien hier de werkende klasse. De rijken immers verpozen zich aan hun eigen zwembad met een uitgekiende grillinstallatie erbij. Daar roosteren ze dezelfde visjes en dezelfde lappen vlees en ze zijn gestoken in dezelfde outfit, zij het misschien wat duurder in de aanschaf.
Het is eigenlijk moeilijk voor te stellen dat de mensen die in de ochtend met de koelbox naar het strand trekken een uurtje later aan de grill staan.. Zouden de strandgangers zich in ploegen verdelen? De ochtendploeg en de namiddagploeg? Of misschien ook blijft er iemand thuis om o almoço voor te bereiden, zodat de strandgangers rond één uur kunnen aanschuiven?
Je ziet ze in file de terugweg aanvaarden, hongerig nu en een klein tintje bruiner. Tussen een en vier zie je dan ook geen Portugees op het strand, een verschijnsel dat me in mijn beginjaren zeer verwonderde.
Iedere Portugees kan je trouwens vertellen hoe gevaarlijk de zon is, zeker in die vroege middaguren. Heb je trouwens wel eens een Portugees in een auto zien zitten die zijn gezicht koestert in de zonneschijn? Nee hoor, hij houdt een krant voor zijn gezicht of trekt minstens de klep van zijn pet diep over zijn ogen.
Een volgende vraag dringt zich aan me op. Wie zitten er intussen in de vele appartementencomplexen aan de kust? Veelal buitenlandse toeristen lijkt mij, maar waarschijnlijk ook jonge Portugese tweeverdieners, die hier genieten van een welverdiende vakantie.
De buitenlanders kunnen we toevoegen aan onze kaart, met rode stippen en vlekken stel ik voor, voor zover daar tussen het blauw nog plaats voor is.
Portugal is niet echt een siëstaland, zoals bijvoorbeeld Spanje en Griekenland. Toch daalt ook hier vanaf een uur of twee, drie een soort rust neer over straten, pleinen strand en wegen: plaatselijke winkels sluiten, mensen zijn thuis, zitten na te genieten van een uitgebreid middagmaal, drinken nog wat, spelen met hun mobieltje of kijken naar de achtereenvolgende novelas (soapseries).
Rond een uur of 5 uur begint het volle leven weer. Dan trekt men eropuit en dat levert een enorme drukte op. Alle Portugese auto’s lijken dan van stal gehaald en razen over de wegen. Parkeerplaatsen lopen vol, terrassen puilen uit, supermarkten doen de allerbeste zaken. Ook het strand is voller dan ooit. Jongelui zonnebaden en minnekozen naast de parasol, kinderen spetteren joelend in de branding en ontelbare ballen vliegen in het rond.
Een tochtje naar een van de vele fraaie parques de merenda (picknickplaatsen), vaak aangelegd op het schaduwrijkste plekje van de gemeente, is ook een optie. Een wandelingetje en een meegebrachte lanche (Portugees voor een vieruurtje, maar dan om zes uur) aan een van de uitnodigende tafels onder de bomen, uiteraard met de hele familie (en met een tafellaken…).
Tot zonsondergang blijft het leven bruisen. Dan eet men nog een lichte maaltijd en begint voor sommigen het bed te lonken. Anderen begeven zich naar het plaatselijke festivalterrein, voor een biertje, wijntje en een dansje. Juli is de maand van de festas en festivals. Heiligenbeelden worden vereerd en veelal in processie door de straten gedragen, liefst rond zonsondergang. Plaatselijke lekkernijen liggen te lonken in lange rijen kraampjes. Festa de São Sebastião, Festival das Sardinhas, ik noem er een paar die ik zojuist heb opgemerkt.
Een feest in Portugal is automatisch ook een uitgebreid eetfestijn waarvoor fraai gedekte tafels staan te wachten op de gasten die een tafel hebben gereserveerd. Keiharde muziek, veelal stromend uit apparatuur van erbarmelijke kwaliteit, lijkt de bezoekers niet in het minst te storen. En de kinderen al helemaal niet. Die springen en dansen op de muziek, tot aan de allerkleinsten toe die met hun onbeholpen danspasjes de omstanders vertederen. Zo loopt voor ieder op gepaste wijze de dag ten einde.
Tot de volgende ochtend. Als de zon op krachten komt en iedereen zo’n beetje wakker is, begint een nieuwe Portugese vakantiedag.
Els zegt
Net uit, jouw leuke lange Férias-verhaal. Zó herkenbaar en daar hoef je niet per se voor aan de kust te zijn. Ik zie het hier ook gebeuren aan de Zêzere.
Eén dorp verder van ons huis vandaan ligt een voorheen gedeeltelijk verdronken dorpje dat na de stuwdammen opnieuw hoger tegen de heuvels opgebouwd werd en dat er na járen prachtig schilderachtig bij lag. Sinds een paar jaar heeft het een heuse picknickplek compleet met buitenkeuken inclusief barbecue gekregen aan het water. Dit trok (en trekt steeds méér!) Portugese toeristen mét hun lawaai, eten en drank, afval, auto’s, motoren, quads, waterscooters…
Ik vind er niets meer aan. Maar het heeft status gekregen. Het dorp “hoort er nu voortaan bij!” (in de ogen van de gemeente dan…) Heeft de eigen bevolking hier iets aan? Nee! Jammer!
Maar zo gaan die dingen….. Dat is volgens mij ook met de Portugese kusten gebeurd en dat gaat ook nog steeds door. Dat heet toch vooruitgang?
Dank je voor je leuke verhaal Ellen! 👍😊…..Het haalde wel wat naar boven bij mij blijkbaar! 😏🙄
ton haak zegt
Ik kan met slechts kleine aanpassingen precies hetzelfde verhaal over de Verenigde Staten schrijven – heb dat in feite al een paar keer zij het niet voor Portugal Portal gedaan. Idem over de Fransen en … enzovoorts. Een dosis nostalgie die gepaard gaat met toch een eigentijdse belevenis, want zo wordt nu eenmaal ook vandaag de dag mondiaal, tot in China toe, vakantie gevierd of een weekend of een spijbeldag. De unieke ervaring van in je uppie op een niet eerder beschreven, net ontdekt, weids strand of ander natuurgebied een vuurtje te stoken en visjes, vleesjes of groenten te laten sidderen alsof je de eerste bent die op zo’n idee komt, die is niet meer. Wat niet per se wegneemt dat vandaag een van een dergelijke vorm van recreatie genietende familie niet echt kan genieten. Dat ik niet meer happy kan meedoen, da’s vooral mijn probleem. En toch zou ik willen dat die jongere families het oude genieten van, zeg, ver voor de volle stranden, voor het massaal verplaatsen, nog eens konden meemaken… en misschien biedt Portugal daar wel meer kansen voor dan veel andere landen in de EU en elders op aarde.
Lotte zegt
Goed dit ook weer, Ellen,
Net als al je andere stukjes “van dingen die voorbij gaan” waar jij ons dit jaar op trakteert.
Soms denk ik bij het lezen ervan “…schiet een beetje op”…, Maar je moet juist vaart minderen om tussen jouw regels door van alles en nog wat tegen te komen.
Dank je wel.