Het Portugees is een taal, die net als alle andere moderne talen voortdurend verandert en naar alle kanten open staat voor vreemde woorden van de meest diverse herkomst. Zo zijn a gamba (garnaal) en a cataplana (algarvische visstoofpot in speciale cooker) Spaanse woorden, die in hun oorspronkelijke spelling zijn overgenomen. Soms gaat het taalkundige overnemen van vreemde woorden zo ver dat er een gemengde taal ontstaat, in dit geval het Portinglês (Portugees en Engels).
Portugezen trekken weliswaar hun neus op voor teveel invloed van het Engels op hun taal, maar het Portinglês is niet meer uit de taal van alledag weg te denken. Om een voorbeeld te noemen: a tichêrte (het t-shirt) is algemeen ingeburgerd. Desondanks zijn er in Portugal genoeg puristen die te keer gaan tegen de overvloed aan vreemde woorden van deze tijd.
Terecht of onterecht. Want historisch gezien zou je kunnen zeggen dat het Portugees een mengeling is van vele vreemde talen. Misschien overdreven, maar men zou kunnen beweren dat de huidige woordenschat, die uit het Latijn stamt en de basis vormt van het Portugees als romaanse taal, door de Romeinse bezetters destijds werd opgedrongen aan de Keltische oerbevolking. En later daarna kwamen er, met de inval van Germaanse stammen, woorden bij van Germaanse oorsprong, zoals o ganso (de gans).
Na de invloeden van de Romeinen en de Germanen lieten ook de Arabieren hun taalkundige sporen achter tijdens hun bezetting van het Iberische schiereiland van 711 tot de 13e eeuw, voor wat Portugal betreft. Een lange reeks van begrippen uit de huiselijke omgeving, in de landbouw en het bestuur, maar ook talrijke plaatsnamen zijn van Arabische oorsprong. Ze zijn vaak te herkennen aan de Arabische beginlettergreep ‘al’. Voorbeelden zijn: Alcochete (Lissabon Zuid), Alfama (Lissabon Centrum), algarvio (van al-garbii, bewoner van het westen), almofada (van al-mukhaddâ, bedkussen), algodão (van al-gutûn, katoen), en alfandega (van al-funduq, douanekantoor).
In de 15e en 16e eeuw verrijkten de Portugese ontdekkers en zeevaarders de Portugese taal met begrippen, overgenomen van de toenmalige bevolking van de koloniën, in het bijzonder begrippen uit de dieren- en plantenwereld.
Dan zijn er nog de woorden die uit vaktalen worden overgenomen. In de geneeskunde zijn dat Latijnse en Griekse woorden. In Portugal is het gebruikelijk om een ‘geleerd’ begrip te gebruiken voor lichaamsdelen o femúr (dijbeen), voor ziekten a apendicite (de blindendarmontsteking), o nefritito (de nierontsteking) of voor artsen o oftalmologista (de oogarts). Aan deze ‘geleerdheid’ danken we ook het langste Portugese woord o otorrinolaringologista (de KNO- arts). Probeer eens het woord uit te spreken, tegen de tijd dat het je gelukt is, heb je misschien wel een KNO-arts nodig!
Franse leenwoorden
Over het Portinglês straks. Eerst verdient het overnemen uit het Frans de aandacht. Frankrijk is voor Portugal hét grote culturele voorbeeld, wat gepaard gaat met het overnemen van een reeks Franse woorden. Vroeger en nog steeds. Meestal houden deze Franse leenwoorden hun eigen spelling (ze worden dan cursief geschreven of gedrukt) Maar andere Franse woorden zijn zo ingeburgerd, dat hun spelling is aangepast aan die van het Portugees.
- o joalheiro
- a boîte
- o cupão
- o croissã
- o duche
- o guiché
- a rulote
- o sutiã
- o chofer
Voor de vertaling in het Nederlands: zie onderaan dit artikel.
Hier hoort ook bij o detalhe (van le détail), een woord dat stijlbewuste Lusitanisten weigeren te schrijven. Zij vinden namelijk dat het woord o pormenor gebruikt moet worden. Maar als bijwoord gebruikt, komt er pormenorizadamente te staan en dan is de KNO-arts wederom niet ver weg!
Engelse leenwoorden
De sterkste invloeden van het vreemde woord komen echter van het Engels. In het leven van alledag komt men voortdurend Engelse begrippen tegen, die op het eerste gezicht niet als zodanig herkenbaar zijn, omdat hun spelling op vrijmoedige wijze aan het Portugees werd aangepast. Denk maar weer aan a tichêrte.
Er is dus een veelvoud aan woorden die men eigenlijk eerst moet uitspreken om het Engelse origineel, dat erachter zit, te vinden. Probeer het maar eens.
- o bife
- a sandes
- o coquetel
- o uísque
- o ganguester
- o cadilaque
- o queque
- charape
- o líder
- snifar
- Xerloque Olmes
- a jarda
- o jipe
- o taparuere
- o piquenique
- o pónei
- o póquer
- o ianque
- o golo
- driblar
- o pabe
- jines
- o time
- o chute
- a naifa
- o lanche
- o cobói
Voor de vertaling in het Nederlands: zie hieronder.
Franse woorden
- le joaillier (juwelier)
- la boîte (nachtclub)
- le coupon( (coupon van stof)
- le croissant (croissant)
- la douche (douche)
- le guichet (loket)
- la roulotte (caravan)
- le soutien (BH)
- le chauffeur (chauffeur)
Engelse woorden
- Biefstuk
- Sandwich
- Cocktail
- Whisky
- Gangster
- Cadillac
- Cake
- Kop dicht (shut up)
- Leider (leader)
- Snuiven (cocaine)
- Sherlock Holmes.
- Yard (lengtemaat)
- Jeep
- Tupperware
- Picknick
- Pony
- Poker (kaartspel)
- Yankee
- Goal
- Dribbelen
- Pub
- Jeans
- Team
- Schot (bij voetballen)
- Zakmes (knife)
- Lunch
- Cowboy
Dit is deel 6 van de serie “Portugese taalweetjes”. De vorige delen kun je hier lezen: alle taalweetjes.
Bron: de serie ´essa nossa ditosa lingua’ geschreven door Peter Koj in de Portugal-Post
Geef een reactie