De wereldbevolking wordt ouder en ouder. Portugezen zijn daar geen uitzondering op. In 2014 was de gemiddelde levensverwachting bij mannen 78 jaar en bij vrouwen 84,4 jaar. Daardoor staat Portugal in de top wat Europa betreft. Misschien een gevolg van het eten van gezonde mediterrane kost en veel vis? Het steeds ouder worden van de Portugese bevolking heeft natuurlijk ook in de taal zijn weerslag.
Hoe ouder des te meer er valt te klagen. Spreekwoordelijk is A velhice é uma doença que não tem cura (oud zijn is een ongeneeslijke ziekte). In de spreektaal is er de vloek p.d.i ofwel puta da idade (ouderdom is een hoer). Als iemand in zulke klachten vervalt, wordt hij graag getroost met de spreuk Velhos são os trapos of Velhos são os farrapos (oud? dat ben jij niet, dat zijn de vodden of de lompen). Voor de grap wordt ook wel eens gezegd Ser idoso é mau, mas a alternativa é muito pior (oud te zijn is slecht voor je, maar het alternatief is nog veel slechter).
Het onderscheid tussen de begrippen idade en velho
Over idade
Dit is meer een neutraal begrip is. Als terceira idade (derde leeftijd) klinkt het bijna als een eufemisme, met name in een uitdrukking als Lar da terceira idade, de officiële benaming voor een bejaardenoord. Idade Média dat zijn de Middeleeuwen en idade núbil is de minimumleeftijd waarop getrouwd mag worden.
Over velho
Bij het gebruik van het bijvoeglijk naamwoord velho moet men opletten. Een velho amigo is, in tegenstelling tot amigo velho, iemand die niet per se oud hoeft te zijn, maar die een vriend is die men al langer kent. Hetzelfde geldt ook voor een casa antiga en een antiga casa. Het eerste is een oud, misschien bouwvallig, huis terwijl het tweede een huis is dat niet meer dient voor bewoning.
Als men in het Portugees wil zeggen dat men oud is, dient men voorzichtig te zijn met het gebruik van ser of estar. Sou velho is oud zijn volgens je geboortebewijs, estou velho is oud zijn in de zin van: ik voel mij oud en moe en bekaf. Hetgeen ook een jonger iemand zou kunnen zeggen.
Velho heeft vaak een liefdevolle ondertoon. Bijvoorbeeld wanneer men iemand aanspreekt met Meu velho of over bons tempos velhos (de goede oude tijd) dagdroomt. Nog liefdevoller klinkt het verkleinwoord velhinhos voor oude mensen. Dan zijn er nog de velhotes, die zijn zeker ook oud, maar… bem conservados e bem dispostos (in goede gezondheid en blijgeestig). Terwijl de velhadas ‘oude knakkers’ zijn in de ogen van jongeren.
Velhice ben je als je duidelijk last hebt van je ouderdom, psychologisch en mentaal. O António já está a entrar na velhice (Antonio begint nu echt oud te worden)
Ook in Portugal kent men a velha guarda (de oude garde), de groep oudere, conservatieve leden van een vereniging of een partij. Daarvoor heeft men ook wel de naam brigada do reumático bedacht!
Dieren op leeftijd
En dieren die oud worden? Burro velho não aprende línguas (een oude ezel is te lui om een taal te leren). Gato velho não quer senão murganho is een oude kat die alleen maar kleine muizen wil vreten en dus verwend is. Se é velho o cão, quando ladra é porque tem razão is een oude hond en het beeld van levenswijsheid, want als hij blaft heeft hij gelijk.
Ook de oude vis is niet gek Peixe velho é entendor de anzóis want hij herkent het vishaakje. En in een uitdagender versie van dit spreekwoord vreet de vis het aas op en kakt op het haakje Peixe velho come a isca e caga no anzol.
Allemaal berichten dus uit het dierenrijk, maar wie de schoen past trekke hem aan!
Dit is deel 7 van de serie “Portugese taalweetjes”. De vorige delen kun je hier lezen: alle taalweetjes.
Bron: de serie ‘essa nossa ditosa língua’ geschreven door Peter Koj in de Portugal-Post
Maria Gelissen zegt
Han,
Wat geniet ik van je schrijfsels, dank en stop er niet te snel mee?