Brejão 1994.
Odefruta. Het pijltje op het verroeste bordje wijst omhoog. Werk van de zoute zeewind? Of cynisch grapje van een gedupeerde? Odefruta, verwezen naar het rijk der fabelen. Het moet een magische klank gehad hebben.
De mensen hier zijn arm. De landbouwmethodes primitief. Het gebied is beschermd tegen toeristische hoogbouw en industrie. Ruige grillige rotsen gaan over in schrale door de zon gekastijde landerijen.
Het is hier onwerkelijk mooi. De vele vogelsoorten, waaronder de indrukwekkend rondzeilende ooievaars, kunnen dit bevestigen. Zij hebben zelfs afgezien van de wintertrek naar Afrika.
Vijftig kilometer naar het zuiden ligt de toeristische Algarve, als afschrikwekkend voorbeeld. Maar de jeugd van deze streken trekt erheen, op zoek naar werk.
Odefruta, samentrekking van Odemira en fruta. In Portugal zie je dat veel: Farauto, Portomoveis, Lisbanco.
Een jaar of 5 geleden is er met kapitaal van de Europese Unie een even groot als wanstaltig kassencomplex gebouwd. Een wirwar van plastic kassen, ruwhouten werkketen, kilometerslange, zanderige hobbelpaden. Een elektronisch centrum, glanzende vrachtwagens, chemische bestrijdingsmiddelen.
Paprika, tomaten, komkommers, bestemd voor de export. A hell of a job, in dit klimaat.
Initiatiefnemer was, naar verluid, de Franse miljonair Thierry Roussel. Ook de naam van de Griek Onassis zoemde rond. Zij moeten hun kans schoon gezien hebben in de bureaucratische chaos van ‘Europa’, dat geld steekt in haar achtergebleven gebieden.
Ingenieurs en andere stafleden kwamen uit het buitenland, aangelokt door klinkende contracten met forse salarissen. De kleine boeren, erfgenamen van eeuwenoude geslachten, moeten afgunstig gekeken hebben naar het geavanceerde irrigatiesysteem dat werd opgezet. Zij en de mannen uit de omringende dorpen verdienden wat bij aan het graven van de kanalen en het bouwen van de ontelbare kassen.
De vrouwen verdrongen zich op lijsten om zo gauw de oogst rijp was de vruchten te komen plukken. Hoe lang hebben ze haar werk kunnen doen? En hoe vaak zijn zij trots thuisgekomen met hun maandsalaris van 45 contos, ongeveer 500 Nederlandse guldens?
Van meet af aan haperde er van alles. Het plastic van de kassen bleek niet bestand tegen de forse zeewind. In allerijl werd er een kilometerslange muur van gaas gebouwd.
Herhaaldelijk verruilden de kasarbeidsters met gemengde gevoelens de hete kassen voor een stukje schaduw in de dunne dennenbosjes. Wachtend op zaad, op kunstmest, wachtend op kistjes, op vrachtwagens, op gas, op stroom, wachtend op de computertechneut.
Dorre planten, rotte tomaten, verloren ecu’s …
De ingenieurs vertrokken het eerst. Hier viel niet te werken. Waar bleef trouwens hun salaris?
En tenslotte dan werd het gerucht bevestigd: de miljonair was zoek. De vrouwen hadden toen al drie maanden geen escudo gezien.
Zij keerden terug naar hun dorpen. Ontgoocheld. Wat niet al te rot was of al bijna rijp, namen ze mee.
Middenin het beschermde natuurgebied aan de Costa Vicentina ligt een stukje hel op aarde. Gescheurd plastic, overwoekerd door uitgeschoten kasplanten en tropisch aandoend onkruid, rafels van gaas in vale tinten, half gesloopte computers en vrachtwagens, brokstukken van kisten en keten.
Het hout is verdwenen, omgetoverd tot hutten, kippenhokken, hekken tot in de wijde omtrek. Ook hele lappen gaas hebben een nieuwe bestemming gevonden rondom kleine groentetuinen en jonge boompjes.
‘Odefruta’ klinkt nu als een vloek. Vooralsnog onzichtbaar is het gif in de grond. De jonge plaatselijke milieubeweging trekt sinds een jaar aan de bel. A hell of a job.
In mijn prille Portugaljaren, tussen 1992 en 2002 schreef ik een aantal contos, verhalen, waarin de mensen figureren, die ik meemaakte. Veel ervan is echt gebeurd, de rest had zomaar kunnen gebeuren …
Odefruta is nummer 2 van de verzameling contos. De overige afleveringen kun je hier lezen: contos
Gerard J. Bos zegt
Wat een interessant, maar droevig verhaal. De geldwolven hebben gewoon misbruik gemaakt van de armoede. Schandalig. Je verhaal heeft mij in ieder geval ook alert gemaakt op de grote projecten, maar ik zie er, behoudens de stuwdammen voor elektriciteit hier in het Noorden niet zo veel van – of ik herken het niet. Ik ga navraag doen bij onze Portugese vrienden!
Jan Nieuwland zegt
Een mooi en herkenbaar verhaal, saudade, zeker als je de route langs de kust gelopen hebt.
Nu worden er grootschalig snijbloemen geteeld (ik meen door Hollanders), op andere plekken zoete aardappelen.
Op andere plaatsen zijn -hoe opvallend- veel uit India afkomstige landarbeiders werkzaam, met name neergestreken rond São Teotónio. Een aparte sfeer daar met mensen met tulbanden op. Zij werken in de kassen. Via Google Earth kan je de kassen zien liggen … gelukkig (nog) niet zoals in Almeria in Spanje.
Josephine zegt
Ja … de restanten van Odefruta hebben we de vorige winter tijdens onze fietstochtjes rond Zambujeira wel gezien en we vroegen ons al af wat dat ooit geweest zou zijn … nu dus antwoord op gevonden.
Als we van São Teotónio naar Zambujeira fietsten zagen we langs de kust, ten westen van de weg (M502-1) ook zo’n kassencomplex liggen en tegenover de camping van Zambujeira ook … met opvallend veel arbeiders uit India … Tja een interessant verhaal Ellen maar het stemt toch ook tot droefenis … de natuur lijdt er schade door en ik denk dat de eigenaars van dergelijke projecten toch alleen op winstbejag uit zijn en niets anders …
Nico zegt
Zelfs de lokale Portugezen wilden niet voor een hongerloontje werken in de kassen.
Zoals overal in de land- en tuinbouw beginnen de eigenaren te jammeren over de oogst die niet gedaan kan worden. Na de Portugezen waren er de Oost-Europeanen die het na een jaartje wel gezien hebben. Nu mogen Aziaten het werk doen voor een schijntje.
Het schaarse water uit Santa Clara word verspild aan landbouw die de Portugezen nagenoeg niets oplevert en de lokale boeren hebben het nakijken. De Aziaten worden uitgebuit dmv absurde huurprijzen en veel te lage lonen.
32.000 Aziatische arbeiders op een veel te kleine oppervlakte brengt nu al veel culturele spanningen met zich mee. Het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen trekken een wissel op mens en milieu.
Ellen Damen zegt
Ja Nico, daar is het inderdaad op uitgedraaid. Aanvankelijk vond ik het nog slim dat plaatselijke ondernemers gebruik maakten van de faciliteiten die er nu toch waren. Maar het is behoorlijk uit de hand gelopen.
Hoewel niet iedereen daar zó over denkt.
In juni 2019 zag ik een tv-reportage, uitgezonden door Sic, onder de naam ‘A Vila onde cabe o mundo’ (het stadje waar de wereld inpast). Zoals de titel al suggereert, was het een soort lofzang op de gemeente Odemira die talloze nationaliteiten herbergt.
Ik kom hier later in het jaar nog op terug op Portugal Portal.