In de winter van 2003 vier ik mijn 60ste verjaardag op zijn Portugees. Intussen heb ik geleerd hoe dat moet en dus heb ik familie en vrienden uitgenodigd voor ‘um rico almoço’ met een mierzoete verjaardagstaart na. Portje erbij …
Mijn eerste verjaardag in Portugal, 11 jaar geleden: om 11 uur zat ik klaar, met koffie en gebak … er kwam geen mens. Toen ik mijn op uur en tijd uitgenodigde buren toeriep: ‘Waar blijven jullie nou?’ vroegen ze verbaasd: ‘Nu?’
Op mijn aandringen schuifelden ze naar binnen, weggerukt uit de arbeid, hun handen afvegend aan overall en schort. Op mijn vraag hoe ze hun koffie wilden, begonnen ze onderling te smiespelen waarop de dochter des huizes naar buiten glipte en alras terugkwam met 6 kleine glaasjes en een fles port. Ze toostten mij en elkaar hartelijk toe, pakten de stukken taart op die ik voor hen had neergezet, obrigado en weg waren ze …
Deze keer heb ik het anders aangepakt. Vriend Canelas, de zeevisser, heeft de zorg op zich genomen voor ‘uma caldeirada de peixe’ waarvoor hij de dagen voor het feest dagelijks wat geschikte vis uit zijn dagvangst opzij legt.
De uitverkoren vis legt hij zonder omhaal in een van zijn beide vrieskisten, zonder zich te bekommeren om enige verpakking. Uit zijn andere vrieskist vist hij op de grote dag een zak tomaten op en enkele paprika’s die nog over zijn van de oogst van afgelopen zomer.
Aardappels, uien, knoflook, olijfolie, peterselie en wie maakt ons wat. Nee, natuurlijk vergeten we de wijn niet en ook voor brood van Augusto, de plaatselijke bakker, wordt gezorgd. En voor ná natuurlijk de traditionele verjaardagstaart, die halverwege het feest zal worden bezorgd door amateurtaartenbakker Graça. Voor de bestelling hoef ik alleen maar haar rode bestelautootje staande te houden dat met regelmaat over de zeeweg tuft.
Mijn Portugese buren en vrienden zijn van de partij en mijn beide dochters zijn voor de gelegenheid overgekomen uit Nederland. Het feest zal plaatsvinden in huisje 2 van de monte, dat ik voor enkele dagen heb afgehuurd. Met een beetje passen en meten kunnen we daar wel een lange tafel kwijt waar we met ons vijfentwintigen aan kunnen.
Het wordt een onvergetelijk feest. Prinsheerlijk troon ik aan het hoofd van de tafel, geflankeerd door dochters-lief en van daaruit zie ik mijn verzamelde vrienden smullen van de onvolprezen caldeirada. Voor de zoveelste keer laten mijn dochters en ik ons verrassen door de toost van António: ‘Opdat onze vrouwen geen weduwen worden’ en ook de wijn gaat erin als koek.
Als de eerste opschep zo’n beetje is verorberd, heft iemand ergens in het midden van de tafel een lied aan en alsof het is afgesproken neemt een ander het over en nog iemand en nog iemand.
Ireen, Birgit en ik kunnen natuurlijk niet achterblijven en na een kort overleg zingen we uit volle borst: ‘Ik ben zo blij dat ik een stukje van de wereld ben’ en daar is wat mij betreft geen woord van gelogen.
Canelas, chefkok van dienst, pakt de pollepel weer op uit de enorme pan en bord na bord wordt hem aangereikt voor een tweede portie. ‘Alleen nog wat aardappeltjes met saus’, zegt Maria Nácia en ze pakt er nog een stuk brood bij om lekker te soppen. ‘Nou, geef mij maar een stukje sargo’, vindt tio Manuel, die ook vandaag de krenten uit de pap pikt.
De ene na de andere wijnfles wordt ontkurkt en de stemming is opperbest.
Na de taart met ‘parabéns a vocé’ zet Chico, de schoonzoon van de buurtjes, zijn auto op het gras voor de deur en daaruit klinkt de ene na de andere Portugeestalige hit, zo in de trant van ‘pak me stevig vast’, ‘laat me nooit meer los’ en iets over ‘beestjes die lelijk kunnen jeuken’.
En zo wordt mijn 60ste verjaardag een feestelijk almoço met bal na.
Tegen vieren treedt de schemering in en de gasten verdwijnen de een na de ander, uitgewuifd door ons drietjes.
Binnen wacht een aardige ravage en een flinke afwas maar wat doen wij? Alsof het is afgesproken, strekken we ons uit op het tweepersoonsbed dat voor de gelegenheid in de hoek is geschoven.
Uren later worden we wakker, inmiddels diep onder de dekens weggekropen. Het is stikdonker in de monte en koud is het ook.
Aanvankelijk verbaasd en al gauw grinnikend kruipen we uit ons warme holletje en brengen met vereende krachten het huisje terug in de oude staat.
Hanneke Rijkelijkhuizen zegt
Slot? Slot? Wat maak je me nou? Ik had willen lezen over het vervolg van je romances…. Maar weer een heel leuk stukje met prachtige illustratie van Ireen Oostveen. Hmmmm, je dochter heet ook Ireen schiet me opeens te binnen…
Josephine zegt
Ben het met voorgaande schrijfster eens…. slot…. wat jammer….. heb weer genoten van je levendige vertel-/schrijfstijl…. het hele gebeuren glijdt als een filmpje aan mijn ogen voorbij…. heb ervan genoten!! Dankje …..obrigada…