Sinds mijn eerste doortocht in de hoofdstad van Portugal, enkele decennia terug, is mij altijd in het bijzonder de aanwezigheid van muziek in de stad bijgebleven. Een voor de hand liggend antwoord zou dan wel iets met ‘de hoofdstad van de fado’ te maken hebben, maar er is veel meer aan de hand. De stad staat immers synoniem voor een bruisende muziekscene, waar artiesten van de meest diverse pluimage en uit een variëteit aan genres aan het werk zijn en waarbij hun liefde voor de stad ook vaak een inspiratie is. Hierbij valt op dat de stad ook wereldwijd met evenveel warmte wordt bezongen. Er zijn geen betrouwbare cijfers over -de meeste tabellen gaan enkel over hit noteringen- maar misschien is het wel één van de meest bezongen steden ter wereld. Klaar voor een verrassende muzikale wandeling?

Vooraf misschien deze kanttekening. Tegenwoordig zie ik steeds vaker bovenaan een tekst de mededeling “Leestijd: x-minuten”, belangrijk voor diegenen onder ons die weinig tijd hebben. Deze tekst valt in dit opzicht binnen de algemeen aanvaarde normen, maar belangrijker is hier de luistertijd. Doe jezelf een plezier en trek er wat extra minuten voor uit want er zitten ook minder bekende pareltjes tussen (de links naar) de videoclips.
Toch eerst even over die onvermijdelijke fado dus. Na het overlijden van Carlos do Carmo (begin 2021) werd zijn populairste nummer, Lisboa menina e moça, door het stadsbestuur van Lissabon uitgeroepen tot officiële hymne van de stad. In de song wordt de stad metaforisch gepersonifieerd in het lichaam van een jonge vrouw. De auteur beschrijft haar schoonheid en charme, kleedt haar uit en besluit: “Lissabon, meisje en jonge dame, geliefde stad, vrouw van mijn leven”.
Liefde voor de stad wordt pure emotie
Mariza, een andere fadista, heeft een Mozambikaanse moeder en een Portugese vader. Ze verhuisde op haar derde van de kolonie naar Lissabon en groeide op in de traditionele wijk Mouraria, waar eigenlijk de wieg van de fado staat. Toen ze in 2001 haar debuutalbum wou opnemen bleken Portugese platenlabels niet echt happig en werd Fado em Mim opgepikt door het Nederlandse label World Connection. Het werd een instant succes en maakte van Mariza een wereldster en zowat het uithangbord van moderne fado.
In 2005 staat ze voor de opname van de live cd-dvd Concerto em Lisboa in Belém op het podium, samen met het orkest Sinfonietta de Lisboa, voor 25.000 toeschouwers. Als laatste nummer op de playlist staat het nummer Gente da Minha Terra, op tekst van Amália Rodrigues, waarin ze beschrijft hoe belangrijk de Witte Stad en zijn inwoners voor haar en haar fado zijn. Het chorus gaat als volgt: “Ó gente da minha terra (Oh mensen van mijn thuisland) / Agora é que eu percebi (Pas nu besef ik) / Esta tristeza que trago (De tristesse die ik breng) /Foi de vós que recebi (Heb ik van jullie gekregen)”. Een eerste keer geraakt Mariza er vlot door, maar bij de herhaling van dit chorus loopt het helemaal fout. De fadista wordt overmand door emoties en de liefde voor haar stad en blokkeert compleet. Pas na zo’n twee minuten improvisatie door het orkest en een staande ondersteunende ovatie slaagt ze erin om het nummer af te werken. Een staaltje van de kracht van Lissabon.
Maar, zoals gezegd, laat het duidelijk zijn: het zijn niet alleen fadistas die iets met de hoofdstad hebben. Zo zette bijvoorbeeld de Portugese punk-rockband Tara Perdida, samen met Tim (zanger-bassist van Xutos & Pontapés), haar versie op plaat en besluit “Lisboa, és só tu e eu… /Lissabon, er is alleen jij en ik”.
Sérgio Godinho zette Lisboa Que Amanhece (Lissabon dat ontwaakt) op plaat, samen met de Braziliaanse ster Caetano Veloso. “Lissabon is een alleenstaande moeder / liefhebbend als de meest weerloze / prinses door de duisternis ooit gekroond”.
Lissabon als culturele smeltkroes
In de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw gingen veel Portugezen om diverse redenen op zoek naar een beter leven in het buitenland. Op die manier werd, waarschijnlijk ook met dank aan saudade, de liefde voor Lissabon over de grenzen geëxporteerd. Het bekendste voorbeeld hiervan was vermoedelijk Linda de Suza, die in Frankrijk terecht kwam en er miljoenen platen verkocht. Onder de dictatuur van Salazar was ze een ongehuwde alleenstaande moeder, wat haar toen zo’n beetje de status van paria opleverde in haar oerconservatieve en tirannieke familie. Samen met haar zoontje en slechts een kartonnen koffer ontvluchtte ze clandestien het land om zich finaal in een buitenwijk van Parijs te vestigen. Ze werkte zich op tot een ster maar overleed recent ten gevolge van Covid. In het nummer Lisboa gaat het als volgt: “Vandaag bezing ik jouw schoonheid, om mijn verdriet te vergeten”.
Na de Anjerrevolutie (1974) keerden velen van die migranten terug en brachten een stuk cultuur van hun tijdelijk gastland mee naar Portugal. Daarnaast was er ook een immigratie vanuit de voormalige kolonies, waarvan een groot gedeelte in Lissabon landde en er ook bleef. Het creëerde het Lissabon dat we op vandaag kennen: een smeltkroes van culturele (vaak overzeese) invloeden, een open en vrijdenkende stad. Teresa Salgueiro (ex-Madredeus) verwoordde het op haar album O Mistério als volgt: “Dit seculiere Lissabon / Waar alle volkeren wonen / Van zoveel rassen, oud en jong / De meest heldere stad / Mooi, magisch, stralend / Ik zal altijd zingen / Voor jou Lissabon / De mooiste van allemaal“.
Een voorbeeld uit die smeltkroes: Dino D’Santiago heeft Kaapverdische roots en werd recent nog genomineerd voor een Latin Grammy voor beste song in het Portugees. Hij maakte met Nova Lisboa ook zijn hymne aan de stad.
Wereldster Madonna woonde enkele jaren in Lissabon toen haar zoon David ging voetballen bij Benfica. Het was bovenvermelde D’Santiago die haar introduceerde bij een aantal lokale muzikanten met roots in o.a. Cabo Verde, Guinee-Bissau en Brazilië. Bij het verschijnen van haar laatste album Madame X (2019) verklaarde ze dat zij helemaal niet van plan was in Lissabon nog een plaat op te nemen. Het was echter de permanente confrontatie met zoveel diverse muziekstijlen in Lissabon die haar ‘dwong’ om de plaat te maken. Enkele van die muzikanten spelen ook mee op de plaat, zoals het Kaapverdische Orquestra Batukadeiras in Batuka.
Over de grenzen heen
Het zal dan ook geen verbazing wekken dat dit alles ervoor zorgde dat de liefde voor Lissabon nog meer internationale samenwerkingen tot stand bracht. Hierna een greep uit dit bijzonder brede aanbod, maar eerst even terug naar het oudste bekende voorbeeld van deze buitenlandse liefde voor Lissabon.

Camille Saint-Saëns (1835-1921) was een Franse klassieke componist-pianist-organist die door zijn hechte vriendschapsband met zijn Hongaarse collega ook wel de ‘Franse Liszt’ genoemd werd. Het thema Maestoso uit zijn monumentale Symfonie nr.3 vormt de basis van de superhit If I had words van de Nederlandse Yvonne Keeley en Scott Fitzgerald (1977), die er een reggae beat aan toevoegden. Saint-Saëns stond ook bekend als wereldreiziger en verbleef in 1880 als dusdanig een tijdje in Lissabon. Ook hij werd er overweldigd door de stad en componeerde er het werk Une nuit à Lisbonne, dat hij persoonlijk opdroeg aan koning Luís I van Portugal. Leuk detail is dat deze een neef was van koning Leopold I van België. Oorspronkelijk was het een werk voor orkest maar later volgde ook een transcriptie voor piano.
De Belgisch Portugese zangeres Wendy Nazaré zette op haar album À tire d’Ailles een duet met de Franse top artiest Pep’s, haar hommage, zij het met een kritische noot.
De Nederlandse Lenny Kuhr zette in 1981 al het nummer Lissabon op haar LP Avonturen en maakte in de nadagen van haar carrière een echte carrièreswitch met het album Fadista (2001).
3JS is een band uit Volendam, die ooit Nederland vertegenwoordigde op het Eurovisie Songfestival (2011). Het trio liep in die periode een opkomende fado ster tegen het lijf, met name Cuca Roseta, die toen net haar eerste plaat uit had. Het trio viel voor een nummer uit die plaat en zette É Lisboa a Namorar, Hé Lissabon in een duet met Cuca op het album Totzoverder.
De Franse legende, Charles Aznavour, maakte het blijkbaar wat te bont en moest Lisboa verlaten: “Mijn stad, je maakt me angstig en mijn hart wordt verscheurd, wat zal ik je missen in mijn ballingschap“.
Nog uit Frankrijk. Siramour is een uitgebreid werk van de Franse dichter Robert Desnos. Daaruit distilleerde Alain Barrière (jawel, die van Ma Vie) in 1961 het nummer Lisbonne. Klinkt behoorlijk gedateerd, een veel betere en meer poëtische versie is volgens mij dan ook deze van Colombe Frézin.
De Amerikaanse jazz-blueszangeres Melody Gardot woonde ook een tijdje in Lissabon. De details hiervan zette ik ooit op mijn persoonlijke blog, met videoclip, tekst en vertaling.
Nog jazz met de Braziliaans-Australische combinatie Marilane with Don Burrows & friends die Bossa Nova de Lisboa op de cd In Flight zette.
Verder nog: The Walkmen (USA) met Lisbon (prachtige videoclip), Patrick Watson (Canada) & Teresa Salgueiro met het subtiel mooie A mermaid in Lisbon en recent nog een Canadees, Peter Peter met Lisbonne.
Ik kan hier nog wel even bezig blijven, zoveel artiesten hebben iets met Lissabon. Het is en blijft een intrigerende en apart mooie metropool, maar verdient absoluut een aparte vermelding voor zijn multiculturele eigenheid en muzikaliteit die artiesten van de hele wereld blijft inspireren. Dompel jezelf in de muzikale energie van deze stad, ze is eigenlijk alleen al vanuit deze invalshoek een (apart) bezoek waard.
Cinco estrelas * * * * *
Als uitsmijter deze keer een klassieker uit de Portugese muziek, die bovendien kadert in het behandelde thema. Loucos de Lisboa (Gekken van Lissabon) van de groep Ala dos Namorados, op tekst van João Monge, is een toch wel apart nummer waarin dieper ingegaan wordt op de situatie van marginale bedelaars en verschoppelingen. Zij die ondanks alles een waardige charme etaleren en op hun manier onze zekerheden op hun kop zetten. De song is eigenlijk een hommage aan deze gekke mensen die ons confronteren met onze percepties en vooroordelen. De unieke stem van contratenor Nuno Guerreiro maakt de creatie helemaal af. “Met de gekken van Lissabon maak je ineens mee / dat de wereld andersom draait / en de rivieren ontspringen in zee….”. Harrie Lemmens kaderde en vertaalde de volledige tekst.
Om af te ronden nog dit. Wat zit er achter die intrigerende groepsnaam Ala dos Namorados (Bataljon der Verliefden)? Dit verhaal gaat terug tot de 14de eeuw, de slag bij Aljubarrota tussen Castilië en Portugal (1385). Daar hakten 6.000 Portugezen een meerderheid van 31.000 Spanjaarden in de pan, dankzij terreinkennis en een uitgekiende strategie. Een deel van het Portugese leger bestond toen uit jonge mannen die zich vrijwillig gemeld hadden en dat dus de Ala dos Namorados werd genoemd.
Prachtige aflevering!
Erg mooi artikel, ben nu de gerefereerde muziek aan het beluisteren. Zo breng je de affiniteit voor Portugal en Lissabon op een volgend niveau!
Dankjewel Mark. Daarvoor doen we het eigenlijk wel.
schitterend! Dank!
hallo Geert,
wat een heerlijke verhalen weet je te vertellen over Portugese muziek met interessante feitjes (1e album van Mariza) en links naar mooie muziek. Zag van Madonna nog het volgende filmpje van het album uit 2019.
https://m.youtube.com/watch?v=nU2eApGw_TU
Dag Jurgen. Leuk om horen. Is dat filmpje niet dezelfde clip die in het artikel staat?
Hi Geert,
Mooie aansprekende ‘studie’ over muziekartiesten die iets hebben met Lissabon. De muziek komt je tegemoet 🙂
Dankjewel Richard, leuk om horen.