Tijdens de Estado Novo zijn de rechten van vrouwen beperkt. De vrouw is juridisch en sociaal gezien ondergeschikt aan de man. Pas in 1976 worden vrouwen in Portugal, conform de (nieuwe) grondwet, wettelijk gelijkgesteld aan mannen. Pas dan krijgen vrouwen stemrecht en hebben ze dezelfde status als mannen in een huwelijkse relatie. Vanaf 1990 gaan vrouwen meetellen op de werkvloer, als veel van hen gaan studeren en daarna werk zoeken als jurist, dokter of chirurg.
Heimwee en teleurstelling
Onze Portugese lerares is net 50 jaar geworden. Salomé komt uit een redelijk welvarend, progressief en creatief gezin uit Porto. Zij studeerde maritieme biologie, maar werkt voornamelijk als lerares Portugees en Engels. Salomé woont en werkt al een jaar of twaalf in London en heeft een appartement in Afife, waar ze regelmatig verblijft om te ontsnappen aan de hectiek van die intens drukke metropool. Salomé heeft een moeilijke relatie met haar land: als ze in London woont, hunkert ze naar Afife, de typische geur van de zee en de bergen altijd op de achtergrond. Ze mist de koffie, de muziek, de bloemen overal en de rust, maar als ze in Afife is, voelt ze zich ook eenzaam en alleen, ze verlangt naar echt contact met mensen. Ook al staat zij in Portugal haar mannetje, kerels nemen haar niet serieus. In London wel.
Vrouwenpower in de Minho
Ook ik merk dat de mensen in de Minho vaker en liever naar een man luisteren. Ik spreek de taal wat beter dan Marco, maar als ik iets zeg, dan wacht de goegemeente altijd op wat hij gaat zeggen. En ook al is zijn verhaal eender aan het mijne, alleen als hij het zegt, wordt er geknikt. Een goed opgeleide Portugese vriendin uit Monção beaamt dit en een delegatie (mixed) van Nederlandse Universiteiten en Hogescholen, die verleden jaar op werkbezoek bij de Universiteit van Porto was, bevestigt dat hoogopgeleide vrouwen de tweede viool spelen.
Ik blijf verbaasd over de fysieke kracht van de vrouwen uit de Minho. Ze rooien aardappels en gooien manden vol, alsof het een zakje afval is, in een kar achter de tractor. Ze rijden de oogst naar de schuur, lossen hun zware vracht en gaan dan nog een uurtje met de kruiwagen in de weer om kuilgras uit de kelders naar het hoger liggende perceel waar koeien staan te brengen. Ik zie nog de verbouwereerdheid van een vriend uit Nederland, een bouwer, als hij ziet dat de vrouwelijke bediende uit de bouwmarkt hem eerst geld teruggeeft van zijn aangekochte zakken cement en daarna de zakken een voor een op haar schouder gooit en zonder krimp of zucht de zakken in zijn auto gooit. Hij is te perplex om haar te bedanken.
Onze taxichauffeur zegt: “Portugese mannen zijn intelligent en laten de vrouwen het werk doen.”
Cijfers en statistieken
Recente cijfers van een studie van de Fundação Francisco Manuel dos Santos bevestigen dat Portugese vrouwen meer studeren en daardoor vaker hoge posities bekleden. Wat opvalt is dat “twee van de drie vrouwen minder uren per week zouden werken als ze de kans hadden”, waarbij twee derde niet meer dan “900 euro netto per maand verdient”. Van de vrouwen die actief zijn op de markt, is de minderheid “erg blij” met hun werk, tegenover de helft die “ongelukkig” is met het werk. Voor een gering aantal vrouwen overtreft de werkgelegenheid hun verwachtingen. De meeste vrouwen die aan de analyse deelnamen hebben betaald werk: 71% is actief op de markt; 10% is werkloos en zoekt actief werk; 10% heeft al gewerkt, maar zoekt geen baan; 7% studeert nog steeds en slechts 2% heeft nooit betaald werk gehad.
Voor wat betreft het aandeel van mannen en vrouwen in de dagelijkse beslommeringen valt er nog veel te veranderen of te verbeteren. Vrouwen zijn verantwoordelijk voor 73% van de ouderlijke taken, vergeleken met 21% die door de mannen wordt gedaan. De resterende taken worden gedaan door familieleden of door betaalde hulp. De conclusie is dat “er nog vijf tot zes generaties nodig zijn om een gelijkmatige verdeling van huishoudelijke taken tussen vrouwen en mannen (beiden buitenshuis werkend) te komen”.
Hieronder een greep uit de Portugese powervrouwen, die een voorbeeld zijn of waren voor generaties vrouwen.
De schilderes
Josefa de Ayala Figueira, beter bekend als Josefa de Óbidos, (Sevilla, 1630 – Óbidos, 1684) is een van de belangrijkste Portugese barokschilders van de tweede helft van de zeventiende eeuw en een van de weinige invloedrijke schilders uit de kunstgeschiedenis. Haar vader, Baltasar Gómez Figueira, is eveneens schilder en afkomstig uit Óbidos. Ze begint al jong met tekenen en schilderen. In 1644 treedt ze toe tot het klooster van Sint-Anna in Coimbra, waar ze tot omstreeks 1653 zal blijven. Haar vroegst bewaard gebleven gesigneerde werken, waaronder gravures, maakt ze in deze periode. In de daaropvolgende decennia maakt ze vele werken in opdracht, waaronder altaarstukken voor kloosters en kerken, stillevens en portretten voor particulieren.
De dokteres
Carolina Beatriz Ângelo (Guarda, 1878 – Lissabon, 1911) is arts. Ze is oprichter en leider van de Feminist Propaganda Association. Ze is niet getrouwd, voedt haar kinderen alleen op en studeert. In 1911, het jaar waarin zij overlijdt, is zij de eerste vrouw in Portugal die stemt (verkiezingen van de Nationale Grondwetgevende Vergadering). Ze maakte gebruik van een ambiguïteit in de wet: dat hoofden van huishoudens, boven de 21 jaar, mogen stemmen. Twee jaar later wordt een wet aangenomen dat stemrecht alleen voor mannelijke burgers is.
De (eerste) feministe
Ana de Castro Osório (Mangualde, 1872 – Lissabon, 1935) publiceert in 1905 het eerste Portugese feministische manifest “Portugese vrouwen”. Zij is (mede) oprichter van diverse feministische groeperingen, waaronder de eerste Portugese organisatie voor vrouwenkiesrecht. Onmiddellijk na de oprichting van de Republiek, werkt zij samen met de Minister van Justitie bij het opstellen van de echtscheidingswet van 1910. Ze wordt beschouwd als de maker van kinderliteratuur in Portugal.
De pilote
Maria de Lourdes Sá Teixeira (Lissabon, 1907 – Lissabon, 1984) is de eerste vrouwelijke piloot die in 1929 op de School van Luchtvaart in Sintra haar vliegbrevet haalt. Van jongs af aan wil zij vliegen, maar voordat zij toegelaten kan worden op de Luchtvaartschool moet zij haar ouders overhalen om haar daarvoor toestemming te geven. Ook moet zij de samenleving overtuigen dat ook vrouwen het recht hebben om piloot te worden. Het lukt haar en op haar 21e is zij piloot. Zij heeft haar droom vervuld en een belangrijke stap gezet op het pad van de gelijkheid tussen mannen en vrouwen.
De dichteres
Quando eu morrer voltarei para buscar os instantes que não vivi junto do mar (als ik dood zal zijn zal ik terugkeren om de ogenblikken te halen die mij – dicht bij zee – ontglipten)
Sophia de Mello Breyner Andresen (Porto, 1919 – Lissabon, 2004) is een van de belangrijkste poëten uit de Portugese geschiedenis. In 1999 wint ze als eerste vrouw de belangrijke literatuurprijs Prémio Camões. Ook in het buitenland is haar werk verschillende malen bekroond. Ze heeft een Deense grootvader die naar Porto vertrok en daar altijd is gebleven. Zij groeit op binnen de traditionele aristocratie van Porto en ze heeft een liberale politieke voorkeur. Ze heeft allerlei genres geschreven: kinderverhalen, essays, theaterstukken en vooral veel poëzie. Terugkerende thema’s in haar werk zijn de natuur, de zee, het huis, de stad en de tijd. Ze overlijdt op 84-jarige leeftijd en laat een indrukwekkende hoeveelheid gedichten na.
Juridisch zwaargewicht en crimefighter
Maria José Morgado (Malanje, Angola, 1951) studeert in de de jaren zestig van de vorige eeuw aan de Faculteit Rechtsgeleerdheid in Lissabon. In de jaren 70 is zij militante tegen Salazar. Ze moet naar de vrouwengevangenis en gaat in hongerstaking. Begin 1980 treedt zij toe tot het Openbaar Ministerie. In 2000 geeft zij leiding aan het onderzoek naar corruptie en economische criminaliteit. In 2006 wordt ze unaniem verkozen tot procureur-generaal van Lissabon. In 2007 is zij adjunct procureur-generaal van het Hof van Beroep en Hoofd Afdeling Onderzoek Strafzaken. In 2019 gaat zij met pensioen. Een van haar officieuze titels is de “krachtigste vrouw van Portugal”, een andere is “de vrouw die geen blad voor haar mond neemt”.
Vrouw van de wetenschap
Elvira Fortunato (Almada, 1964) is hoogleraar aan de Faculteit Wetenschap en Technologie in Lissabon. In 2008 weten zij en haar collega’s de eerste papieren transistor te maken en een nieuw gebied op het gebied van papierelektronica te starten. Sinds 2009 is ze Fellow van de Portugese Engineering Academy. In 2010 ontvangt ze van de President van de Republiek het kruis van Grootofficier in de Orde van Prins Hendrik de Zeevaarder voor haar wetenschappelijk onderzoek. Van 2012 tot 2015 is ze lid van de Nationale Wetenschappelijke en Technologische Raad. Ze is directeur van het Institute of Nanomaterials, Nanofabrication and Nanomodeling en lid van andere wetenschappelijke genootschappen. Ze heeft meer dan 500 papers gepubliceerd en heeft in de afgelopen 10 jaar meer dan 18 internationale prijzen en onderscheidingen gekregen voor haar werk. Zij is een pionier in Europees onderzoek naar transparante elektronica, namelijk dunne filmtransistors op basis van oxide halfgeleiders, dat aantoont dat oxide materialen als echte halfgeleiders kunnen worden gebruikt.
En dan de laatste. Ik noem haar in het kader van gendergelijkheid gezien haar Afrikaanse moeder en het feit dat haar Portugese vader haar aanmoedigt om fado te zingen, omdat het haar zou helpen met het integreren in de (witte) Portugese cultuur.
De zangeres
Marisa dos Reis Nunes, Mariza (Mozambique, 1973) verhuist als 3-jarige naar de historische wijk Alfama in Lissabon. Ze heeft de liefde voor fado van haar vader en is trots op de muzikale cultuur van haar Afrikaanse moeder. Haar overgrootmoeder is van Goa, een kleine Indiase staat die 450 jaar land een koloniale buitenpost was van Portugal.
Mariza is niet de eerste fado-ster die nieuwe invloeden introduceert, maar zij revitaliseert de fado door het traditiegebonden repertoire uit te breiden met Zuid-Amerikaanse instrumenten en Afrikaanse cadansen. Soms is ze gekleed in prachtige, felgekleurde jurken, die breken met de traditionele zwarte kleding van de fadista. Er wordt van haar gezegd dat zij momenteel het fado zwaargewicht is, omdat ze – buiten haar verbazingwekkende stem om – haar muzikale invloeden rechtstreeks uit de roots van haar familie haalt.
Fado is het lied van de Portugese ziel en Fado de Coimbra is de muziek, die het ritme van het hart van de studentenstad vertegenwoordigt. Fado de Coimbra ontstond tussen groepen studenten en hun Portugese gitaren. Het is traditie dat deze fado uitsluitend door mannen wordt gezongen. Fado coimbrão impliceert strengheid in kleding. De muzikanten zijn gehuld in academische kledij, die de plechtigheid van het moment aangeeft. Mariza zingt op een van haar albums een fado van Zeca Afonso uit Coimbra. Zij zegt hierover: “Ik wilde dit lied nooit zingen, omdat vrouwen geen fado van Coimbra zingen en omdat de teksten van Zeca Afonso een heftige politieke lading hebben. Bovendien is het zingen van deze fado moeilijk, want het tempo ligt hoog, ook in de zeer hoge tonen, maar “ik ben en zal altijd een ambassadeur van fado zijn, ook die van Coimbra, want ik draag in mijn hart de traditie van een volk, van een land.”.
Vermeldenswaard
Er zijn veel andere Portugese vrouwen, die baanbrekend werk hebben verricht en een voorbeeld zijn voor nieuwe generaties vrouwen en mannen. Schrijf hieronder graag een reactie als je andere vrouwen kent die de schijnwerpers verdienen.
Arlette zegt
Graag wil ik de dit jaar overleden Dona A. even in het zonnetje zetten. De 96 jarige dorpsknuffel en met haar veel plattelandsvrouwen zijn of waren analfabeet. Ze moesten verplicht 4 jaar naar school, maar grote afstanden zonder schoenen lopen, het thuis moeten helpen of complete desinteresse om de intellectuele gaven van meisjes te ontwikkelen, waren een reden dat de dames nog nooit een school van binnen hadden gezien. Dona. A. werkte met 9 jaar in de wegenbouw, waar ze rivierkeien aansleepte om een weg naar het 6km verder gelegen dorpje aan te leggen. Of op het land van de rijkere families van het dorp, waarna ze na het werken tussen zonsopgang en zonsondergang het op het plein gegooide geld met haar medewerkers al vechtend maar moest zien te bemachtigen (dit is ECHT de waarheid). Geen of slechte betaling, geen sociale zekerheidsopbouw. Op haar twaalfde ging ze naar een grote stad om bij een rijke familie te dienen. De kinderen waren dol op haar, ook haar baas.. Nog nooit gehoord van een 40-urige werkweek natuurlijk en tijdens haar ene week vakantie per jaar regelde ze ander werk in Lissabon. Hier had ze het beter, maar toen ze in haar geboortedorp een man ontmoette waar ze verliefd op werd, bleef ze in het dorp. De betreffende man was getrouwd, zijn vrouw zat in een gekkenhuis opgesloten. Hij kon natuurlijk niet scheiden en Dona A. trok bij hem en zijn kinderen in om samen in schande te leven. Ze produceerden 2 dochters die de padre weigerde te dopen. Onze 1,50 grote heldin liep achter de ossenploeg, verkocht groenten op de 20 km verderop gelegen markt, waarheen ze te voet ging, zaaide mais en verzorgde de geiten. De kinderen werden gevoed en in schone, ook in de winter in de rivier gewassen kleren, gestoken. Iedereen die honger had werd gevoed, PIDE-vervolgden werden verstopt, uitgehongerde GNR werden ook aan tafel onthaald.
Toen wij in het dorp kwamen wonen, besloot ze na een tijdje dat ze als een kat ons uit de boom bekeken had, dat ook wij ook maar het beste in haar familie konden worden opgenomen. Als we de kinderen kwijt waren, gingen we eerst naar Dona A. om te kijken of ze daar achter een bord eten zaten.
Op haar 69ste werd ze weduwe en had nergens recht op, omdat ze nooit officieel gewerkt had en nooit had getrouwd was geweest. Ze haakte mandjes en randjes om theedoeken om wat bij te verdienen. Alleen via slinkse wegen konden we haar betalen voor die tientallen theedoeken die in mijn en onze hele families linnenkast liggen. Op 82-jarige leeftijd kreeg ze, na de allerhoogste instanties te hebben ingeschakeld, 125 euro per maand, eindelijk.
Zij en al haar medevrouwen hebben zich te pletter gewerkt, in beroerde omstandigheden, met honger en kou als bekende bijkomstigheid, geminacht door de hogere sociale lagen als ongeschoold en dom zijnde, door veel mannen alleen als ondergeschikte en dus bezitbare onderdeel van de andere sekse behandeld, zijn volgens mij ook ware heldinnen, al zijn hun wapenfeiten gering. Zet die schijnwerpers maar aan….
Lotte Akkerman zegt
Dank je, Arlette, jouw en ook onze A. en alle andere anonieme heldinnen verdienen zeker alle aandacht!
Cees Groenewegen zegt
Amália Rodrigues. Mariza is natuurlijk enorm geweldig maar Amália zit er nog een klasse boven …
Ton Haak zegt
Dank voor de aanwijzingen. Toeval … ik stuurde kortgeleden een verhaal naar Winy getiteld “Twee vrouwen“. Eentje is Sophia de Mello, door jou ook genoemd. De ander is een beeldend kunstenaar, Paula Rego. Meer over die twee in een komende Portugal Portal. Eerder schreef ik over Angelina Vidal in “Een straat genaamd emancipatie“. Een journaliste en activiste van het eind van de 19e eeuw.
Lotte Akkerman zegt
Ik ben erg benieuwd naar jouw portret van Paula Rego. Mag ik je complimenteren met jouw website? Wat een beauty. Bravo!
Jean-Marie zegt
Mijn absolute heldin is Tina uit Águeda. In 1977 begonnen wij te corresponderen, via International Youth Service. Corresponderen, dwz, een brief eigenhandig schrijven, in de omslag doen, postzegel op kleven, in de bus gooien en 3 weken later een antwoord krijgen. Wij waren toen 18 en 17… Door haar kreeg ik de liefde voor Portugal. De daaropvolgende zomer waren wij samen op camping in Sta Cruz, met een 20-tal vrienden en familie van haar. De liefde voor Portugal werd alleen maar groter, is nooit meer weggegaan en alleen maar gegroeid en blijven groeien. Wegens omstandigheden kan ik er niet gaan wonen, maar mijn hart ligt daar. Saudade, ik denk te weten en vooral te voelen wat dat betekent…
Ondertussen zijn we 42 jaar verder, de band is er nog steeds. Zowel met Tina als met Portugal. Ik zag Tina huwen, 3 prachtige kinderen krijgen, zag hen opgroeien en een diploma halen.
Ondertussen leer ik al 3 jaar de taal, waarbij ik altijd op haar kan terugvallen. Handig hierbij is dat zij licenciate Portugees-Frans is… Na al die jaren is er nog steeds een zeer goed contact.
Binnenkort wordt ze 60, er ligt al een mooie kaart klaar, met haar jongste dochter heb ik al een complot gesmeed, wat zal resulteren in een grote bos bloemen! Viva a Tina!