Wie buiten de grootste Portugese steden en ver van de Algarve woont en de Portugese taal niet goed machtig is, maakt weinig kans tegen een boekwinkel aan te lopen waar Engelstalige literatuur wordt verkocht. Geen probleem toch? Daar zijn Bol.com en Amazon, en bovendien massa’s andere distributeurs en boekwinkels die razendsnel overal kunnen afleveren wat het hart maar begeert.
Dat is mooi, jawel, maar op het internet snuffelen kan echt niet het genoegen evenaren van een dwaaltocht in een serieuze boekwinkel, eentje met meer dan Engelstalige flodders. In centraal Portugal kan ik er niet een vinden. Des te verbaasder was ik toen ik, bij E.Leclerc in Entroncamento boodschappen doend en tussendoor neuzend bij de drie kleine displays met boeken vlak na de ingang, twee Engelstalige publicaties zag liggen tussen de paar honderd uitgaven in het Portugees.
1.000 exemplaren
Nog verbaasder was ik toen ik deze boeken ter hand nam. De een was een uitgave die een bescheiden titel gekregen had: ‘A short book on the great earthquake – Lisbon, 1755‘ de andere was een lijviger dichtbundel, de ‘Minimal Anthology’ van Fernando Pessoa. Merkwaardig.
De uitgever van deze twee verdwaalde Engelstalige boeken is Tinta da China (Chinese Inkt, Oost-Indische inkt zouden wij zeggen) in Lissabon die, ontdek ik later, een mooi en interessant fonds beheert waarin literatuur, fictie, historie, reizen en journalistiek een waardige plek vinden – alles in het Portugees op twee uitzonderingen na, dat “kleine boek” en die dichtbundel, die dus allebei bij E.Leclerc in de schappen lagen en misschien nog liggen.
Het wordt nog gekker als ik ontdek dat van het boekje over de aardbeving van 1755 slechts 1000 exemplaren zijn gedrukt; het is begin 2020 verschenen, althans in vertaling, want de Portugese titel, ‘O Pequeno Livro do Grande Terramoto’, lag al in 2005 in de boekwinkel. Waarom nou net die historische beschouwing en die gedichten van Pessoa vertaald werden is mij niet duidelijk. Toch niet om in een supermarkt terecht te komen?
Over de aardbeving in Lissabon schreef ik eerder voor Portugal Portal naar aanleiding van het door Jule Hinrichs in het Nederlands geschreven boek ‘De Witte Stad’, dat goed leesbaar de lange en gevarieerde geschiedenis van de Portugese hoofdstad uiteenrafelt. Het nieuw ontdekte boekje gaat helemaal over de aardbeving en is geschreven door Rui Tavares, die ook een “gids” schreef over Links en Rechts in de 21ste eeuw en die verder publiceerde over onderwerpen zoals censuur, het fiasco van het millennium, en de koningsmoord in Portugal.
De schrijver is historicus, journalist, commentator en politicus; hij was een zittingsperiode lang lid van het Europees parlement voor het links blok en richtte in 2014 een nieuwe Portugese (groene) politieke partij op, Livre. Zijn behandeling van de aardbeving is fascinerend. Hij kan mooi filosoferen en doet dat al in de eerste hoofdstukken; hij zet de aardbeving van 1755, die gevolgd werd door verscheidene desastreuze naschokken, een verwoestende tsunami en het branden van grote delen van de oude stad, op één lijn met andere grote “wereldrampen”, rampen waarvan beweerd werd en wordt dat ze de wereld ingrijpend hebben veranderd.
Hij gaat vooral in op de brand van Rome onder Nero, Twin Towers New York 9/11, de tsunami van 2004 bij Sumatra en dan de vernietiging van Lissabon, 250 jaar geleden. Ook tipt hij de Holocaust en Hiroshima aan en Rwanda, Cambodia, de slachtingen van het Stalinisme. Wij zouden o.a. de tsunami in Japan, de verkiezing van Donald Trump en misschien ook het recente griepvirus kunnen toevoegen. In alle gevallen werd de historische orde en vaak ook de sociale orde met geweld aangetast. Tavares stelt daarbij de interessante vraag: stel dat er niets gebeurd was, hoe zou onze wereld er dan hebben uitgezien? Dat leidt tot fascinerende gedachten.
Draden doorknippen
Ik ga niet in op alle voorvallen die Tavares te berde brengt, hoe interessant ook. Ik hou het bij Lissabon. Hoe zou die stad vandaag zijn als er in 1755 niets rampzaligs was gebeurd. Een enkel citaat maakt al duidelijk hoe Tavares daarover denkt: “De geschiedenis is een eindeloze reeks van gebeurtenissen die door draden verbonden zijn. Als we een van die vele draden doorknippen, is geen enkele daarna volgende gebeurtenis nog voor lief te nemen” – is niets nog wat het had kunnen worden voordat de kapotte draad de reeks verstoorde.
De realiteit van de wereld zoals wij die kennen is aangetast en als die misschien niet echt veranderde door dat menselijk ingrijpen of op natuurlijke wijze, was het wel een verdomd goede imitatie of een massapsychotische inbeelding van verandering. De realiteit en de imitatie werden beide mogelijk gemaakt door communicatie, ooit enkel door mondelinge overlevering inclusief mythevorming, daarna door de pamfletten van de middeleeuwen, weer later dankzij de impact van de boekdrukkunst en vervolgens door radio en televisie en uiteindelijk het internet.
En altijd was er “fake news” en altijd werd er naar “schuldigen” gewezen: de joden, de moslims, de rooms-katholieke kerk, China, verzin maar wat. Wereldschokkende gebeurtenissen lijken te allen tijde een bevestiging van bestaande vermoedens te zijn voor vooral diegenen die een ideologische oorlog voeren of hun vooroordelen bevestigd willen zien.
In de tijd van de verwoesting van Lissabon werd onmiddellijk met het vingertje naar de “zondaars” gewezen: “Zie je wel, God straft onze stad die vol zit met ongelovig en verloederd volk.” Alsof Lissabon uitzonderlijk zondig zou zijn en als enige gemeenschap op aarde straf verdiende. Gemakshalve werden twee dingen vergeten. De ramp, die naar verhaald werd 70.000 mensen doodde in de stad, sloeg ook toe aan de Algarve, de Spaanse kust, en in delen van Marokko. Maar het meest overtuigende bewijs van de onjuistheid van de vingerwijzing naar zondig Lissabon werd door God zelf geleverd: tientallen kerken en kapellen, soms met inbegrip van scharen gelovigen, werden vernietigd terwijl juist al de beruchte Lissabonse straten vol kroegen en bordelen inclusief dames van bedenkelijke zeden en hun clientèle ongeschonden bleven.
Hoezeer rampen het menselijk denken in beweging kunnen brengen blijkt ook uit officiële stellingnamen vanuit de kerkgemeenschap; er waren zelfs prelaten voor wie de verwoesting van Lissabon met zijn voor die tijd enorme dodental aanleiding werd om het bestaan van God ernstig in twijfel te trekken (één geschrokken bisschop zei letterlijk: “God bestaat niet”). Terwijl er anderen waren, met inbegrip van gerenommeerde atheïsten, voor wie de ramp juist de aanzet gaf tot het bij zichzelf ontdekken van religieuze overwegingen.
Er waren er ook die juist niet aan God maar aan de aarde als eigenzinnige veroorzaker van het leed dachten: die kon het niet langer tolereren zo misbruikt te worden en zoveel zondig leven op zijn oppervlak waar te nemen. Zou dat coronavirus…? Ik mijmer maar wat in het wilde weg…
Pamfletten
Dat de aardbeving in Lissabon in die tijd en ook daarna zoveel aandacht kreeg en commentaar ontlokte, had een reden. Portugal werd toen nog alom erkend als de natie die de wereld en de rijkdommen van de wereld had blootgelegd. De onbevreesde handelsnatie stond nog sterk en Lissabon was er het bruisend hart van. Er werden drukke en lucratieve relaties onderhouden met allerlei eigen koloniën en die van de andere kolonisators. De stad was een bezige havenplaats waar op elke gegeven dag o.a. minstens veertig Britse en twintig Nederlandse schepen voor anker gingen; er was een nijvere “journalistiek” die via pamfletten melding maakte van al die economische activiteit.
Er was rijkdom van jewelste, mede dankzij de band met Brazilië die Portugal bergen van goud en andere edelmetalen opleverde; de rijkdom trok velen uit andere landen aan, avonturiers net zo goed als vroege leden van wat wij nu de expats zouden noemen, want er was goede sier en vertier te maken in Lissabon. De paleizen glommen, de kerken niet minder. Lissabon lag in de belangstelling bij menigeen van elders inclusief van heel verre. Dat werd mede mogelijk gemaakt door de verbeterde communicatie van het midden van de 18de eeuw; al hadden de pamfletten van die tijd lang nodig voordat ze elders gelezen konden worden, ook toen al gold: “The medium is the message” – en dus ging Lissabon global.
Terug naar de vraag: hoe zou Lissabon er vandaag uitzien als niet, op 1 november 1755, de oude stad compleet verwoest was geworden. Tavares beschrijft hoe de oude stad er toen uitzag, vol paleizen (inclusief het koninklijk hof) en kerken, vol kloosters en herenhuizen voor de adel, de omvangrijke diplomatieke dienst, de handelsvertegenwoordigers en bankiers. De oude stad was nog niet “gelijkgemaakt”, het land was licht heuvelachtig. De straten waren ongelijk van lengte, nauw en donker en vooral bochtig, de bebouwing was allesbehalve homogeen, de pleinen waren zeker niet gigantisch, een doorgaande weg was er niet langs de Taag want de meeste koninklijke paleizen (o.a. Ribeira) reikten tot aan of zelfs op het water.
Tavares legt in zijn boekje in heldere tekeningen de lijnen van de bebouwing van 1755 over de structuur van het centrum van vandaag. Terreiro do Paço was minder diep maar langwerpiger dan wat nu Praça do Comércio is. Rossio was op dezelfde plek maar ook anders van vorm dan nu en werd gedomineerd door het gebouw van de Inquisitie (dat, opnieuw ten bewijze van religieus ongelijk, goeddeels met de grond gelijk werd gemaakt). Daar in de buurt was ook het nauwe Joods Kwartier. De grote schouwburg stond aan de rivier. De grillig gevormde handelskaden bevonden zich dicht bij de stad; het land stak onregelmatig uit in de rivier want het recht trekken van de kaden kwam eerst in de 19de eeuw op gang.
De favoriete verblijven van koning Manuel I lagen boven Casa da Índia, waar het naar nootmuskaat en peper rook en waar massa’s goud, wandkleden en wapens lagen opgeslagen; “pieren” gaven de koning rechtstreeks toegang tot zijn schepen. In 1755 kwamen daar ter plekke nog tal van zijstromingen in de Taag uit; er waren koven en strandjes, de golfslag dreef een watermolen aan en het getij had voortdurend invloed op de onstabiele kustlijn.
Vragen na vragen
Wat zou er gebeurd zijn als er geen aardbeving had plaatsgevonden. Wat zou er gebeurd zijn als er geen Pombal was geweest die de verwoesting aangreep voor vernieuwing en die in denken ver vooruitliep op Haussmann; die kwam pas veel later om met zijn mensenhand het hart van Parijs kaal te slaan en à la Pombal voor het door de natuur vernietigde Lissabon een strak gelijnd, geordend stratenplan te realiseren. Wat zou…? Tavares gaat op veel van dergelijke vragen in, teveel om in het bestek van Portugal Portal zelfs maar te kunnen noemen. Mijn advies: ren naar de supermarkt om dat kleinood van een boek over de grote aardbeving te pakken te krijgen zolang de beperkte voorraad strekt om het allemaal zelf te kunnen lezen. Misschien vind je het nog net op tijd online.
Tavares legt erin uit wat er, voordat Pombal de liniaal zou hanteren, door anderen had kunnen worden aangericht. Hij wijst op de Spaanse koning, Filips I, die tijdens zijn heerschappij over Portugal naar Lissabon kwam en in zijn gezelschap de architect Juan de Herrera meevoerde, die in 1581 doortastend begon met de restauratie van deels bewaard gebleven paleizen en met nieuwbouw. Ook anderen namen delen van de oude stad op de schop; hun plannen (soms de totale restauratie in oude stijl behelzend, dan weer nieuwbouw volgens klassieke of andere dan klassieke lijnen beschrijvend en zelfs denkend aan het “sluiten” van de stad om elders helemaal fris van de lever opnieuw te beginnen) zijn bewaard gebleven.
Maar niemand bakte er uiteindelijk, vóór Pombal, iets wezenlijks van. En de vraag die bij Tavares opkomt is: indien dergelijke plannen (of delen ervan) waren uitgevoerd, zou Pombal dan zijn stratenplan, zoals wij het nu kennen, hebben getekend? Zou alles wat snel hersteld werd uiteindelijk, in de 19de eeuw, alsnog omver zijn gegooid, om Haussmann na te apen? Of niet? En wat dan?
Het aardige van Tavares is dat hij zijn gedachten onverveerd van links naar rechts laat wandelen en terug en al dat mogelijk was maar niet geschiedde aan elkaar weet te knopen,en voor alles dat niet voor elkaar kwam de consequenties bedenkt die het had kunnen krijgen, mits…
Eenmaal uit zijn knopen ontsnapt zijnd, ging ik als vanzelf dit spel uithalen met een paar steden waar ik gewoond heb of die ik dikwijls genoeg heb bezocht om ze goed te leren kennen. Wat als het Haagse Bezuidenhout niet bij vergissing gebombardeerd was geworden aan het eind van de Tweede Wereldoorlog; zou Station Staatsspoor er nog zijn en hoe nu? Zou de wijk nog steeds door chique herenhuizen gedomineerd worden in plaats van flatgebouwen, ministeries en dergelijke?
Wat als Napoleon III nooit aan de macht was gekomen; zou Haussmann de kans hebben gekregen Parijs te vernieuwen of zou de stad een rommelig zooitje zijn gebleven, met goed en slecht gerestaureerde middeleeuwse gebouwen naast een losgeslagen bende van deels neoklassieke, deels afzichtelijke en in niets evenwichtige nieuwbouw van door de jaren heen? Enfin, je kunt zelf meer spelvarianten bedenken. Misschien kan iemand er een aardig bordspel voor ontwerpen.
Schokgolven
Ik sla een hele hoop leuks over uit het boekje van Tavares. Maar ik wil wel even noemen dat hij zich in een apart hoofdstuk afvraagt of zonder verwoesting van Lissabon er wel een Pombal zou zijn geweest, althans een machthebber Pombal zoals die het leven van Portugal op allerlei gebied kon beïnvloeden. Hij concludeert dat Pombal voordat hij zijn markiezentitel kreeg al een man van diepgaande kennis en enorm gezag was, een man die geboren was om iets groots te verrichten. Ik wil ook vermelden dat de verwoesting van Lissabon zodanig in de belangstelling kwam van de toenmalige demi-monde, dat er dikke literatuur aan werd gewijd en tal van toneelstukken en zelfs opera’s het Lissabons drama als uitgangspunt kregen.
“Schokgolven gingen door de Republiek der Letteren.” Giacomo Casanova was er dan wel niet bij, maar voelde zijn gevangenisbed in het verre Venetië schokken; hij kon bijna ontsnappen door de scheur die in het plafond ontstond en die hij uitvoerig beschreef in twee van zijn autobiografieën. Het leek wel of iedere schrijver in Europa stof ontleende aan de aardbeving van Lissabon en er waren velen die niet zagen dat er een God was, of dat die God geïdentificeerd kon worden met de Rede en de Natuur (let op de kapitale letters).
Kant en Voltaire, Hume en Montesquieu, Rousseau en Diderot, Benito Feijóo en anderen moesten per se kond doen van hun uitleg van het verschijnsel aardbeving. Nog geen zes weken na de ramp had Voltaire er al zijn eerste gedicht aan gewijd. In briefwisselingen had hij Lissabon al eerder aandacht gegeven: “De mens maakt zichzelf kreupel en doet zichzelf meer kwaad dan de Natuur ooit zou kunnen. In onze oorlogen worden meer kelen doorgesneden dan het aantal kelen dat de aarde bij bevingen kan opslokken.” Leibnitz had ook iets dergelijks in te brengen: “Een enkele Nero, een Caligula, veroorzaakt meer kwaad dan een aardbeving.” Maar Voltaire vroeg zich weer af: “Viel Lissabon dieper door meer zonde te drinken dan Londen, Parijs of zonovergoten Madrid? Daar danst men; in Lissabon gaapt het ravijn.”
Voltaire tekende in zijn relaas stapels lijken ook van onschuldige kinderen, wat Rousseau zich deed afvragen waarom Voltaire in hetzelfde gedicht kon zeggen dat uiteindelijk “alles goed” was. Want niets was goed voor iedereen en als het al goed was, was het slechts ten dele en bovendien voor iedereen verschillend. Zo werd er doorgefilosofeerd in de tweede helft van de 18de en tot ver in de 19de eeuw. Ook werd door iemand gesteld dat het niet de fout van de natuur was dat Lissabon 20.000 mensen bovenop een actieve aardscheur had gevestigd: de Natuur is goed; de mens daarentegen…
De duivel
En dan was er ‘Candide’ oftewel de optimist. Geschreven in 1759. Het werd een van de belangrijkste novellen ooit. De vernietiging van Lissabon wordt al in de eerste akte ten tonele gevoerd als het schip van de gekidnapte Candide en diens alter ego Pangloss (die voor “aartsvijand” Rousseau staat) voor de rede van Lissabon vergaat; zij zwemmen naar de kust en worden daar onmiddellijk getroffen door de aardbeving. Als buitenlanders (!) en dus medeveroorzakers, althans medeschuldigen aan de ramp gezien, worden ze door de Inquisitie tot de brandstapel veroordeeld, want “zo worden aardbevingen voorkomen.” Pangloss sterft inderdaad op de brandstapel tegelijk met een aantal joden, natuurlijk ook verdacht, maar herrijst tijdens de autopsie terwijl de levende Candide zich blijft afvragen: “Als de Voorzienigheid de ramp niet veroorzaakt heeft, wie dan wel?”
Jaren later concludeerde Rousseau in een van zijn laatste werken dat Voltaire dan wel deed of hij in God geloofde, maar in werkelijkheid nooit in iets anders dan de Duivel moet hebben vertrouwd, die vooral plezier vond in het anderen pijn doen. Die anderen, dat waren in dit geval dus de bewoners van Lissabon.
Enfin, en zo verder. Ik haal slechts krenten uit de koek die Rui Tavares bakte. Hij beschrijft de gebeurtenissen van de fatale dag aan de hand van getuigenverklaringen; hij neemt de lezer mee op zijn tocht langs de ruïnes. Er zijn pagina’s die de lezer, althans mij, rode oortjes opleveren. Andere pagina’s gaan diep in op de folkloristische en romantische gevoeligheden die na de ramp van 1755 in Portugal en elders opwelden. Misschien kom ik daar nog wel eens op terug. Ook zijn uitvoerige beschrijvingen van de verschillende niet gerealiseerde herbouwplannen van de oude stad en die van het proces dat de grote Pombal tot een goed eind wist te brengen, zijn alle aandacht waard.
Mocht je, de Portugese taal niet vloeiend beheersend, het laatste exemplaar van de 1.000 uitgegeven in de Engelse taal net aan je neus voorbij zien gaan, roep dan Tinta da China op om het kleine boekje te herdrukken (er bevindt zich trouwens meer in hun fonds dat een vertaling in het Engels of het Nederlands verdient). Er is natuurlijk veel en veel meer over Lissabon in 1755 geschreven, in verscheidene talen, dat de moeite van het lezen waard is; het onderwerp is door de eeuwen heen velen blijven boeien. Het is slechts het toeval dat mij tot de bijdrage van Rui Tavares bracht. Noem het geluk.
Maja Kersten zegt
Voor een tentoonstelling over Lissabon voor de aardbeving, enkele jaren geleden, werd een animatie gemaakt die laat zien hoe de stad eruitzag. Je maakt als het ware een wandeling langs de belangrijkste gebouwen en pleinen.
https://vimeo.com/67673625
Scarlett Verkuijlen zegt
Weer een bijzonder interessant verhaal, Ton Haak. Een klein boekje op zich!
Johanna Rijkelijkhuizen zegt
Fantastisch artikel, wat een research doe je Ton! Je schrijft heel erg boeiend. Ik probeerde te bestellen via jouw link, dat lukte niet, zelf de tinta China site gezocht en besteld! Ik hou niet van PayPal dus ga straks in ons dorp betalen bij de multibanco. Ik ga nu verder met het lezen van jouw artikel. Heel hartelijk bedankt. Leuk om naar de post en dit boek uit te kijken in deze nare tijden.
Inge zegt
Ton Haak, je bent een ongelooflijke toegevoegde waarde van PortugalPortal. Je verrijkt in ieder geval mijn dagen en inspireert tot zelf verder te gaan (onder)zoeken. Dankjewel!!!!!
Johanna Rijkelijkhuizen zegt
Helemaal mee eens Inge!
Loek Kusiak zegt
Leuk stuk weer Ton, alhoewel er al eerder diverse keren direct of indirect over de ramp van 1755 is geschreven. Maar dat terzijde, want ik zou het in de fase waarin de wereld momenteel verkeert interessanter vinden om de geschiedenis even te laten voor wat-ie is of was en terug te keren naar de wrange actualiteit: het coronavirus dat ook in Portugal al gretig rondspookt, tevens de levens van daar wonende Nederlanders bedreigt en waar stevige meningsverschillen over de aanpak van de crisis bestaan – zo verneem ik uit Portugese media – tussen de Portugese federatie van medische specialisten (‘Aan alles is een tekort’) en de adviseurs van de regering Da Costa.
Ofwel: wat valt er momenteel te ‘genieten’ in Portugal? Hoe ervaren de Nederlanders de lock down-achtige situatie op dit moment? Wat klopt er van de verhalen dat buitenlandse inwoners van het land hysterisch hamsteren door ladingen toiletpapapier bij de Pingo Doce of de Continente in te slaan? Zijn er besmettingen onder hen? Kunnen zij zich laten testen bij een arts of GGD als ze daarom vragen? Is er angst voor de soms ondermaatse hygiëne in Portugese ziekenhuizen waar ik eerder al vaker (toen er nog nog geen corona ‘bestond’) eens zorgpersoneel, waaronder longartsen, zorgeloos heb zien staan roken op de eerstehulpafdeling? Naaien vlijtige Hollanders hun eigen mondkapjes? Enz.
Schrijf erover, mensen!
Over de goede wijnen, de bacalhau en piri piri, de mooie stranden, de stoere verhalen over Vasco da Gama en kornuiten, lezen we later wel weer.
Winy Schalke zegt
Een goed idee Loek! Vandaag publiceerde ik een artikel met jouw oproep er in. Benieuwd of er reacties op komen.