Het loont zich altijd om Portugees te leren! Want je bent dan samen met 215 miljoen andere Portugeessprekenden. Dat is het aantal native speakers (mensen voor wie het hun moedertaal is) en daar zijn dus de ‘nieuwkomers’ niet bijgeteld. Het leren van een taal is niet alleen van belang in het kader van de voortschrijdende globalisering, het opent ook de harten van mensen uit verschillende landen onderling.
Op de hitlijst van de wereldtalen kun je zien dat het Chinees door de meeste mensen wordt gesproken; bijna een miljard. De andere talen volgen op grote afstand. Engels, Spaans, Hindi, Arabisch en Portugees op de zesde plaats. Duits komt op de 11e plaats en Frans op de 15e plaats.
Rank | Language | Native speakers in millions 2007 (2010) | Fraction of world population 2007 |
---|---|---|---|
1 | Mandarin (entire branch) | 935 (955) | 14.1% |
2 | Spanish | 390 (405) | 5.85% |
3 | English | 365 (360) | 5.52% |
4 | Hindi | 295 (310) | 4.46% |
5 | Arabic | 280 (295) | 4.23% |
6 | Portuguese | 205 (215) | 3.08% |
7 | Bengali (Bangla) | 200 (205) | 3.05% |
8 | Russian | 160 (155) | 2.42% |
9 | Japanese | 125 (125) | 1.92% |
10 | Punjabi | 95 (100) | 1.44% |
(Bron: Wikipedia)
Je kunt terecht zeggen dat zulke getallen niets zeggen over de betekenis in de wereld van een taal. Want Chinees, Hindi en Bengalees hebben hun hoge rangorde enkel aan het feit te danken dat er zoveel mensen zijn die deze talen spreken. Maar het blijven territoriumgebonden talen en dus niet echt wereldtalen.
De niet te stuiten opmars van het Engels in de lesprogramma’s van alle scholen in de wereld (voor zover het landen betreft waar al geen Engels wordt gesproken) is erop terug te voeren dat Engels niet alleen in Groot− Brittannië wordt gesproken, maar ook in alle voormalige koloniën, met name Amerika. En daarmee is het Engels als wereldtaal belangrijker dan bijvoorbeeld het Chinees.
Verbreiding van het Portugees
Hetzelfde kun je zeggen van het Portugees. Dat wordt weliswaar op verschillende plekken in de wereld gesproken, maar dat is eigenlijk hoofdzakelijk aan Brazilië en Portugal gebonden.
Hoewel Portugal bij het Verdrag van Tordesillas geen recht meer had op Brazilië, was dat geen belemmering voor Portugese zeelieden, kooplieden, missionarissen, ontdekkingsreizigers, soldaten en piraten om er onstuimig handel te drijven, het christelijk geloof aan te prijzen en gebieden te veroveren.
Maar niet alleen vuurwapens en het christendom kwamen destijds met de Portugezen mee; ook de taal. En hoe langer Portugezen ergens de macht hadden, hoe intensiever het Portugees door de inheemse bewoners gebruikt en overgenomen werd. Het Portugees werd lingua franca, dat is de taal waar je het verst mee komt als inheems zijnde. En tot officiële taal werd het Portugees wanneer de inheemse bevolking grotendeels werd verjaagd, uitgebuit of uitgeroeid, zoals in Brazilië gebeurde heb ik van horen zeggen. Een ander verhaal is dat de Portugese koningen van destijds (met name Dom Joāo V) erin geslaagd zijn hun macht uit te oefenen tot in de verste uithoeken van Brazilië en zodoende de Portugese taal ‘erin konden stampen’.
Daar waar de Portugezen maar kort de baas waren, zoals in Noordwest Australië of Japan zijn nog slechts zwakke resten van het Portugees aan te treffen. Het zou kunnen zijn dat het Japanse arigato (dank u) is afgeleid van obrigado en pão (brood) tot pan is geworden.
In Goa en Macau is het Portugees officieel geen landstaal meer, maar wordt het op enkele plekken nog wel als voertaal gebruikt.
In de voormalige Afrikaanse koloniën is door het loskomen van het moederland geen sprake geweest van het loslaten van de Portugese taal. Ondanks het feit dat ze zijn uitgebuit en ten behoeve van de machtspolitiek van de Portugese heersers te lijden hebben gehad onder zeer bloedige koloniale bevrijdingsoorlogen. Ook in Mozambique dat in 1995 uit economische motieven is toegetreden tot de Commonwealth (Gemenebest) en daarmee de deur wijd openzette voor het Engels, is Portugees nog steeds de landstaal.
Een apart geval zijn de Kaapverdische eilanden, waar de bevolking crioulo in verscheidene dialecten spreekt: een mengeling van Portugese en Afrikaanse uitdrukkingen. Hoewel de officiële landstaal het Portugees is gebleven.
Samenwerking op taalgebied
Na korte tijd afstand te hebben genomen van het voormalige moederland hebben Portugeestalige landen in Afrika (Angola, Guinee-Bissau, Cabo Verde, Mozambique, Sao Tomé en Principe) zich verbonden in de zogenoemde PALOP−staten, met het Portugees als officiële taal (Países Africanos de Língua Oficial Portuguesa). En om de Portugese taal wereldwijd nog meer tot zijn recht te laten komen, hebben deze staten zich samen met Portugal en Brazilië in 1996 samengevoegd tot de CPLP−landen (Comunidade dos Países de Língua Portuguesa) en onder deze vlag zijn nu de meer dan 200 miljoen Portugeessprekenden verenigd.
Hieronder een foto van de afgevaardigden. Niemand wilde, zo te zien, op de tweede rij staan en het geeft meteen aan hoezeer de CLPL een organisatie is waar vormelijkheid, prestige, verklaringen afleggen en ritueel vertoon belangrijker zijn dan de daad bij het woord voegen.
Wat waren de motieven van alle betrokken landen om de CPLP op te richten? Als eerste waren het economische motieven onder het motto: eenheid maakt macht. Verder hadden de oprichters democratische idealen voor ogen, bijvoorbeeld vrije verkiezingen.
Zodoende moest de aansluiting van Oost−Timor wachten tot 2002, toen het land onafhankelijk werd. Overigens is het gebruik van de Portugese taal daar 22 jaar lang verboden geweest door de Indonesische heersers.
En omdat in alle deelnemende landen het Portugees gedeeltelijk een andere schrijfvorm kende, werd besloten als gemeenschappelijke basis het Acordo Ortográfico (nieuwe spelling) in te voeren. Inmiddels is deze orthografische eenheid van kracht. We hebben het dan over de schrijftaal. In de spreektaal blijven grote verschillen tussen de staten onderling en zelfs binnen een land. Harrie Lemmens vertelt in God is een Braziliaan de anekdote dat de schrijver José Agualusa in Brazilië de weg vroeg aan een jongetje. Hij gebruikte per abuis een paar typisch Portugese woorden, waarop het kind hem niet begrijpend aankeek. Toen Agualusa de juiste woorden gebruikte, reageerde de uk half opgelucht, half verontwaardigd: “Waarom praat jij buitenlands als je ook Braziliaans kent?”
Hoe lucratief het lidmaatschap van de CPLP is, ondanks het beeld dat ik hierboven afstandelijk schetste van een organisatie gericht op uiterlijk vertoon, toont het voorbeeld dat zelfs staten om opname verzoeken, die niet aan de voorwaarden voldoen. Dat was onder meer het geval bij de republiek Equatoriaal−Guinea die zich meermalen heeft aangemeld. Maar het land leeft onder een dictatuur én er spreekt bijna niemand Portugees. Ook al heeft de dictatuur het Portugees, naast het Frans en het Spaans, als officiële taal ingevoerd. En ook al beroept de dictator zich op de geschiedenis als reden tot opname bij de CLPL, want de Portugees Fernando Pó ontdekte het land in 1472. Na een paar afwijzingen is inmiddels Equatoriaal−Guinea inderdaad opgenomen in de CLPL, na een krachtige lobby van Angola en Brazilië. En zijn daarmee de democratische idealen van deze organisatie van destijds danig verbleekt.
Dit is deel 23 uit de serie ’Portugese taalweetjes”. De vorige delen kun je hier lezen alle taalweetjes
Bron: de serie ′essa nossa ditosa língua’ van Peter Koj in de Portugal-Post
Junte Schwartz zegt
Ik vind je bijdragen echt ’top’, Han. Ze vullen mijn (nog in ‘status nascendi’ verkerende) kennis van het Portugees aan, vooral omdat ze zijn voorzien van verklarende achtergronden, beweegredenen, gevoelens, enz.
Ik kijk uit naar volgende afleveringen.
Junte