Wij, mijn man Ralph en ik, Ellen, hebben inmiddels bijna drie jaar een huis in een Portugees dorp. De eerste twee jaar hebben we er (te) weinig tijd doorgebracht, maar sinds Ralph eind vorig jaar is gestopt met werken, gaan we daar verandering in brengen. Ons grootste doel: contact maken met onze mededorpelingen. Integreren dus, maar dat valt niet mee.
Het dorp ligt in Centraal Portugal, is niet toeristisch en de meeste mensen die wij overdag tegenkomen spreken geen woord Engels. Helaas en tot onze schande moeten wij toegeven dat ons Portugees weliswaar voldoende is om in een restaurant iets te eten te bestellen, in een winkel te kunnen afrekenen of te informeren naar het weer, maar absoluut niet goed genoeg is voor een echt gesprek. De tudo bems? gaan soepel, maar o wee als er een onverwacht antwoord komt, dan staan we met onze mond vol tanden.
Ons huis ligt echt naast de kerk in het dorpje, gelukkig sinds een maand doen de klokken het ’s nachts niet meer, alleen maar van 7 uur ’s ochtends tot 10 uur ’s avonds. Toen wij het huis kochten gingen ze de hele nacht door, maar ook daar wen je aan.
Onze directe buren (onze tuinen liggen in de volle lengte tegen elkaar aan, dus als we tegelijkertijd buiten zijn, zien we elkaar) zijn Maria-João en Rui. Hij spreekt redelijk Engels, niet geweldig, maar goed genoeg om een praatje te maken. Zij kent enkel hello, maar maakt dit goed met supervriendelijkheid en Portugees geratel. Vanaf de allereerste dag is er goed contact. We krijgen handen vol mandarijnen uit hun tuin (met zoveel pitten erin dat er amper vruchtvlees overblijft, maar een gegeven paard….) en wij geven hen bij vertrek alles wat we over hebben aan groente, fruit, vleeswaren en dergelijke. Ze hebben ook onze sleutel voor noodgevallen en toen ik dit jaar bericht kreeg van E-Redes dat er een slimme meter moest worden geïnstalleerd was Rui zo lief om de monteur binnen te laten omdat ik op dat moment in Nederland was.
Superburen dus. Net als de rest van het dorp. Iedereen is vriendelijk, spreekt ons aan, wil weten waarom we voor hun dorp hebben gekozen, wie we zijn, waar we vandaan komen en noem maar op. Als we er zijn (inmiddels zo’n vier maanden per jaar) wandelen we veel dus we komen op straat veel (voornamelijk oude) mensen tegen. Iedereen kent ons uiteraard, want als nieuwkomer/buitenlander ben je onmiddellijk bekend. Toch blijft het echte contact lastig, niet enkel vanwege de taal, maar ook omdat de Portugezen naar mijn ervaring tenminste geen mensen zijn die snel buitenstaanders bij hen thuis uitnodigen. Toch zijn er deze keer hele positieve uitzonderingen.
Twee weken terug werd er door de plaatselijke muziekvereniging een lunch georganiseerd. Wij hoorden erover van een Engels stel dat permanent in het dorp woont en waar we af en toe contact mee hebben. Het ging om een soort fondsenwerving, voor de club en werd gehouden in het dorpshuis. Leuk, natuurlijk gingen we mee. Hoewel het eten super was, bleef ook hier het contact met de Portugezen weer beperkt. Ons gezelschap kent er beduidend meer dan wij, maar ook hun Portugees is nog steeds op z’n best gezegd matig en dus zaten we nog steeds voornamelijk met ons vieren te eten en te praten. Maakt niet uit, de sfeer en het hele gebeuren was absoluut de moeite waard. Na afloop liepen we met hun mee naar huis en kwamen hun buurvrouw tegen vlakbij het uitkijkpunt van het dorp. Voor we wisten wat er gebeurde, werden we bij haar thuis uitgenodigd, want zo zei ze: vanaf haar balkon was het uitzicht nog veel mooier!Het was de eerste keer in bijna drie jaar (op een kennismakingsbezoek bij onze directe buren na) dat we spontaan bij iemand thuis werden uitgenodigd. Eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ongeveer 40% van het gesprek aan mij voorbij ging, maar er bleef genoeg over om te begrijpen wat ze vertelde. Voornamelijk over haar gezin (te vroeg overleden man) en haar huis. Het voelde goed. We werden gezoend bij het afscheid en sindsdien zwaaien we ook naar haar als we haar ergens in het dorp tegenkomen.
Met onze overburen hebben we ook bijzonder contact. Het is de eerste (en enige) Portugese vrouw die snapt wat het betekent als ik vraag of ze langzaam wil praten. Ze kan dat. Herhaalt dingen en probeert het soms zelfs met andere woorden uit te leggen als ze merkt dat ik het niet begrijp. De meeste Portugezen gaan als ik vraag of ze langzamer willen praten enkel harder praten, maar zij niet. Haar uitspraak is duidelijk, ze slikt niet de helft in en onze gesprekken gaan dieper dan enkel over het weer. We bezoeken haar moestuin, hebben het over huizen in het dorp die verkocht worden en over familie. Ook haar zoenen we inmiddels elke keer als we elkaar tegenkomen (en dat is vaak).
Toen gebeurde gisteren het onverwachte. Na deze keer exact zeven weken achtereen in het dorp te zijn en twee nachten voor we verder reizen naar het zuiden waar we ook nog een vakantiehuis hebben (in de Algarve). We zaten tegen negenen lekker op de bank naar een film te kijken, lichten aan, gordijnen dicht. Ineens denk ik iemand mijn naam te horen roepen. Onzin natuurlijk. Wie zou dat nu doen? Maar ik hoorde het nog een keer. Toch maar het raam open en wie staan daar? Onze buren. Op weg naar het café. Of we even mee gaan. Ik vraag nog of er iets bijzonders is, een feestje of zo, maar nee, ze gaan enkel iets drinken en of wij mee willen.
Of we willen of niet, natuurlijk gaan we! Uitgenodigd worden door Portugezen is wat we willen of niet soms? In het café staat uiteraard de televisie aan (voetbal) en zitten voornamelijk mannen te kijken en bier te drinken. Onze buurman Rui bestelt onze drankjes en we gaan aan een tafel zitten. Het gesprek gaat niet vlot, maar het gaat. Ik probeer het zoveel mogelijk in het Portugees, Maria-João ratelt er lekker op los en Rui vertaalt waar nodig (en dat is best nog veel helaas) in het Engels. Ralph luistert hoofdzakelijk, hij is door dagelijks oefenen met taalapp Mondly al best goed in staat gesprekken te verstaan, maar voelt zich nog niet echt comfortabel met spreken. Ik doe mijn uiterste best. Ik weet dat ik fouten maak, werkwoorden verkeerd vervoeg en noem maar op, maar dat doet er niet toe. We hebben lol. Praten over werk; Rui werkt wisseldiensten, ook in het weekend, Maria-João heeft twee banen, door de weeks op school en in het weekend in een restaurant. Het valt niet mee. Ze hebben een zoon die wil volgend jaar gaan studeren en er moet worden gespaard. We hebben het zelfs over politiek. Leegloop van Portugal van jongeren. Het is een echt gesprek. De drankjes kosten vrijwel niets. Een rondje voor vier euro. Er komen mensen binnen omdat er om tien uur ’s avonds repetitie is van de fanfare boven het café. Maria-João kent iedereen, zij is in het dorp geboren. Rui woont er al bijna 25 jaar. Er lopen kinderen van een jaar of vier te voetballen tussen de tafeltjes, we knikken naar vaag bekende gezichten, schudden handen en voelen ons (bijna) ingeburgerd.
Na anderhalf uur stelt Rui voor om te gaan, want hij moet zondagochtend vroeg weer werken. Natuurlijk, geen probleem, obrigada pela convite, bedankt voor de uitnodiging. Het was gezellig! We zoenen op straat bij onze voordeur, beloven nog gedag te zeggen voor we maandag vertrekken en de sleutel weer af te geven. We gaan naar binnen. Blij, eindelijk het gevoel dat we echt deel (gaan) uitmaken van het dorp; dat we contact hebben gelegd dat dieper gaat dan een zwaai en een groet. Integratie heeft tijd nodig, maar we komen er wel.
Geef een reactie