Als je je gaat verdiepen in Portugese persoonsnamen kun je van de ene verbazing in de andere vallen. Zo verging het mij tenminste. Natuurlijk kennen we in Nederland ook: voornaam, achternaam, bijnaam, spotnaam, scheldnaam, toenaam, deknaam of schuilnaam. Maar in Portugal leven al deze benamingen in de dagelijkse omgang méér en worden ze ook wel anders gebruikt dan bij ons.
Todos os Nomes
Bij Saramago’s roman ‘Todos os Nomes’ kun je in eerste instantie denken aan ‘achternamen’, omdat het in Nederland gebruikelijk is iemand te kennen middels zijn achternaam. In Portugal is dat echter anders, daar kent men iemand vooral bij zijn voornaam o prenome of nome próprio of zijn bijnaam alcunha. Wat Saramago betreft: de titel van zijn boek is eerder een ontkenning van de waarde van namen dan een bevestiging van het belang ervan. Typisch Saramago dus, de man van de dubbele bodems. Alleen zijn protagonist heeft een naam, mijnheer José, anderen niet. Volgens de schrijver zeggen namen niets over een persoon en kunnen ze zelfs tot een vooroordeel leiden. Beter is het dan ook om mensen te benoemen bij wat ze zijn of wat je van ze weet, is zijn mening.
Achternaam
Meerdere achternamen zijn gebruikelijk (zie ook het eerder verschenen artikel in Portugal Portal dat hier uitleg over geeft, Familienamen. Een paar karakteristieken: het is een typisch Portugees en Spaans gebruik om als de eerste achternaam die van de moeder te nemen, de tweede van de vader. In de volgende generatie valt de naam van de grootmoeder weg, tenzij men bijzondere waarde hecht aan die naam omdat grootje uit een bekende familie stamt. Daardoor zijn er nogal wat Portugezen die een hele rij achternamen voeren, waartussen ze losjes de of do strooien. Hetgeen niets van doen heeft met adel. Bij het zetten van een handtekening gebruiken Portugezen alle namen, wat niets met opschepperij te maken heeft maar wat de bureaucratie voorschrijft. Zes achternamen is het maximum dat is toegestaan, hoewel zeven wel wordt gedoogd.
Voornamen
Dit geldt ook voor voornamen, want ook die moeten allemaal vermeld worden op officiële papieren. En dat geldt ook voor buitenlanders. Als ik via een Declaração mijn Duitse buurman toestemming geef om in mijn auto te rijden gedurende een bepaalde periode, moet ik ondertekenen met mijn vier voornamen voluit plus mijn achternaam (en een kopie van mijn paspoort bijvoegen).
Maar terug naar de voornamen. Voornamen zijn onderhevig aan smaak en dus aan verandering van smaak. José, Paulo en António kwamen vroeger zeer frequent voor; nu zijn er qua frequentie geen grote verschillen meer met andere voornamen.
Wat de vrouwen betreft: de voornaam Maria kwam vroeger het meest voor, maar ook dit is nu anders. Om al die Maria’s van elkaar te onderscheiden voegde men een speciale ‘functie’ toe: Maria do Céu, Maria de Conceição, Maria de Fátima.
Erg gewild is ook de verbinding met een mannelijke heilige. zoals Maria João of Maria José (van Jozef).
En omgekeerd: ook mannen krijgen soms Maria als voornaam. Hetgeen ook bij ons in zwang was, want Nederlandse en Belgische kinderen werd bij hun roomse doop, als vierde naam, de naam Maria meegegeven. En denk ook aan Rainer Maria Rilke of Carl Maria von Weber. Maar zoals gezegd tijden en smaken veranderen en in plaats van Maria heten nu veel Portugese meisjes naar een ster(retje) uit een telenovela.
Paal en perk stellen
Weliswaar is er een lijst van toegestane voornamen in vastgelegde spelling. In 1932 voor het eerst ingesteld. Om uitwassen als het volgende voorbeeld tegen te gaan. Want de Graaf van Penaguião en Markies van Abrantes, geboren in 1816, heette: Pedro José Maria da Piedade Alcântara Xavier António Nicolau Veríssimo Júlia Adrião Francisco de Assis de Sales Jerónimo Domingos Miguel Gabriel Rafael Gonzaga Teresa João de Capristano de Lencastre Lorena Almeida Sá e Meneres Castelo-Branco da Silveira Valente Barreto Vasconcelos Távora.
Dat kan dus niet meer. De lijst met toegestane voornamen is echter niet absoluut. Een ambtenaar kan over zijn hart strijken als een moeder haar kind een naam wil geven die er niet op staat. Er wordt dus wel gedoogd. Ook zijn er ouders die de gang naar de rechter ervoor over hebben om hun kind de voornaam te geven die zij bedacht hebben. Voor buitenlanders geldt deze lijst niet of anders.
Wie ben ik
Voordat we naar de bijnamen gaan nog een woordenlijstje.
- Je hele naam is je nome civil of nome completo
- Je voornamen os prenomes of nomes de batismo
- Je achternaam een sobrenome of apelido
- Een koosnaampje een nome de carinho of een nome diminutivo
- Een epiteto is een bijvoeging ter versiering Junior of Filho
- Veel schrijvers gebruiken een pseudoniem een nome literário
- Voor een deknaam neem je een nome de guerra of nome de combate
- Bijnamen: het algemene begrip is alcunha of cognome of in de Dourostreek een chamadouro.
En zoals gebruikelijk in Portugal is geen enkel lijstje absoluut, dus ook dat van mij niet; neem het woord apelido (de família) dat achternaam kan betekenen maar ook bijnaam
Bijnamen
Bijnamen zijn er in allerlei soorten en ze zijn vast verankerd in de volkscultuur, veel meer dan bij ons. De meeste Portugezen hebben een bijnaam, soms twee en ook wel eens drie. Want heb je geen bijnaam dan leef je als Portugees eigenlijk anoniem. Die twee zijn dan individuele bijnamen, de derde is de bijnaam waaronder zijn of haar familie bekend is. Buitenlanders krijgen geen bijnaam, in de regel.
Beroemde historische persoonlijkheden hebben vaak een bijnaam.
Koning D. Dinis o Rei Lavrador, de landbouwkoning
Zé do Telhado was een beroemde inbreker in Lissabon die altijd door het dak telhado naar binnen kwam.
Eusébio was Pantera Negra.
Individuele bijnamen zijn bijvoorbeeld bigode voor iemand met een snor, vidrinho glaasje, voor iemand met een bril met jampotglazen, barbudo voor iemand met een baard.
Om te weten waar ene João staat op de markt, want die verkoopt lekkere appels, moet je weten dat je naar João Caixinha (doosje) moet vragen of anders misschien beter naar João Penugem (donsveertjes). Je moet dus weten hoe die João bekendstaat.
Bijnamen kunnen veranderen. Neem het verhaal van Fernando Pachico, die als kind steeds om zijn vader pai riep en daarom later kortweg Paichico werd genoemd. Tot het moment dat hij op een avond van blijdschap zijn geweer leegschoot in de lucht en het dorp in ontzetting reageerde. De volgende ochtend stonden de Groenen (GNR) aan de deur en namen zijn wapen in beslag. Sindsdien heet Paichico ‘Fernando o Taliban’.
Collectieve bijnamen
Dan de bijnamen die voor hele families gelden in een dorp.
Er was eens een schaapherder die per vergissing een schaap van de berg heeft laten vallen of rollen. Sindsdien worden hij en zijn hele familie os Rolars genoemd.
Van een dorpje in de Alto Douro is beschreven, in een sociologisch onderzoek uitgevoerd door de universiteit van Trás os Montes in de jaren negentig van de vorige eeuw, dat de daar wonende families elkaar uitsluitend kennen onder de alcunhas coletivas.
Er waren vier groepen van bijnamen (toch weer een lijstje, maar hier is het wetenschap).
- De dierennamen: cabra, gaio, marantéu, milhafre, ovelha, pardal, rato en reco. Vertaald: geit, gaai, mees, wouw, wijfjesschaap, mus, muis en varken (dialect).
- Andere namen uit de natuur: favas, milhos (bonen en maïs is armeluisvoer, dus het betreft hier arme families) en nevoeira (een druivensoort)
- Dan de objecten caboucos, espantalhos, foles en rodilhas. Vertaald: gravers, vogelverschrikkers (!), dikzakken (dialect) en dragers van hoofddoeken die dienen om lasten op het hoofd te dragen.
- En als vierde categorie de namen die niet specifiek ergens naar verwijzen, omdat de oorsprong zoek is: binabaina, grolo, palouto, paquetes, rubano, sota e tarém, zaranzo en zonga. (Zonga heb ik zelf opgezocht; het verwijst naar ‘zoemen’). Families waarvan geen enkel lid in het dorp is geboren, krijgen geen bijnamen en blijven ‘lui van buiten’.
Om het nog leuker te maken, je kunt ook nog een bijnaam hebben volgens een geografisch gegeven.
Een coimbrão is iemand uit Coimbra, een alfacinha is een Lissabonner en een tripeiro iemand uit Porto.
Bron: de meeste informatie komt uit Lexikon der romanistischen linguïstiek Band 6 Teil 2.
Maja Kersten zegt
Als aanvulling:
In Luxemburg is recent een wet in werking getreden die het makkelijker maakt je naam te veranderen. Je kunt er bijvoorbeeld – heel modern – voor kiezen om naast de familienaam van je vader ook die van je moeder te voeren of je kunt je naam inkorten. Portugese immigranten en hun nazaten namen 41 procent van de aanvragen voor naamsverandering van het afgelopen jaar voor hun rekening. De meesten kiezen voor één voor- en één achternaam die makkelijk te schrijven en uit te spreken zijn.
Als redenen voor naamsverandering worden genoemd:
– de onbekendheid van Luxemburgers met het hebben van meerdere namen
– een naam hebben die lastig uit te spreken is, of
– een naam hebben die je steeds moet spellen
– geplaagd worden op school of werk met het hebben van een lange naam
– administratieve problemen; een respondent gaf aan dat ze een studiebeurs misliep omdat haar aanvraag onder een andere naam was geregistreerd.
Bron: Lusa, 27-1-2018
han overkamp zegt
Steeds meer Portugezen die in Nederland wonen nemen niet langer een Portugese bank die ook in Nederland een filiaal heeft (bijv. CGD) maar een Nederlandse bank. Heb ik van horen zeggen. Ook een aanvulling, hoewel het niet over namen gaat, maar dat riep jouw aanvulling bij mij op.
Bedankt Maja.