Dom Henrique de Avis, Graaf van Viseu en Heer van Covilha, werd in 1394 geboren in Porto als jongere zoon (Infante) van Koning João I. Je zou hem de aartsvader van de ontdekkingsreizen mogen noemen, of ook wel de aartsvader van het kolonialisme. Hij droeg de erenaam O Navegador. Wij noemen hem in gewoon, populair Nederlands Hendrik de Zeevaarder. Alsof hij van ons was.
Zeevaartschool
Na het mooie verhaal over de Portugese ontdekkingsreiziger Fernão de Magalhães (door Henk Eggens), is het wel aardig om iets te vertellen over deze Dom Henrique oftewel Prins Hendrik, die een navigatie-opleiding ontwikkelde voor de Portugese zeevaarders. Hij vestigde zich in zijn jonge jaren in Sagres nabij Cabo São Vicente (Kaap St. Vincent) en stichtte daar een zeevaartschool avant la lettre. Zelf was hij eerder kamergeleerde dan zeeman. Op het land bij Sagres (waar Hendrik in 1460 overleed) is nog een grote kompascirkel te bewonderen, die daar begin vijftiende eeuw dienst deed als visuele leerstof. Het was niet zo gek dat Hendrik hier de kapiteins les gaf, want vanaf de Kaap zie je een eindeloze zee. Dit was het einde van de wereld, die destijds nog plat was.
Prins Hendrik was de derde zoon van koning João I en had dientengevolge niet veel te vertellen. Wellicht vandaar zijn keuze om zich te ontwikkelen tot ‘Zeevaarder’, een unieke positie die hem onvergetelijk heeft gemaakt. Hij heeft een standbeeld bij Sagres en daar niet alleen. Je komt hem tegen in heel Europa.
‘Ontdekkingsreizigers’
Met zijn navigatiekennis enthousiasmeerde hij de Portugese schippers om steeds verder van huis en haven te gaan, langs de westkust van Afrika. Zo werden de Portugezen de eerste ‘ontdekkingsreizigers’ en dat ging gepaard met veel geweld. Zo werd de zeer oude havenplaats Anfa op de Berbers veroverd en verwoest. Voor zover ik weet noemden de Portugezen het daarna Casa Branca. Wellicht hadden ze er een wit huis neergezet?
Hoe dan ook, prins Hendrik werd de grote animator van de zeevaart en de verovering van land, waarmee hij respect verwierf bij zijn vader. Het waren de gloriedagen van de Portugese zeevaarders. De Genuees Christoffel Columbus (Cristoforo Colombo) werd pas een halve eeuw later geboren.
De naam Hendrik de Zeevaarder klinkt even bekend als Michiel de Ruyter. De bekendheid van deze prins heeft mythische proporties aangenomen; hij heeft, zoals gezegd, tientallen standbeelden in Portugal, maar ook in Liverpool, Londen en Nantes prijkt zijn beeld. Dom Henrique o Navegador!
Ceuta
Toen Prins Hendrik zijn zeevaartschool vestigde in een fort in Sagres, was hij ongeveer achttien jaar oud en ambitieus. Hij wilde zich bewijzen – vooral tegenover zijn vader. Hij richtte zich op de zeevaart, ten behoeve van gebiedsuitbreiding. Hij initieerde de veroveringen van Madeira en de Azoren, en van de Goudkust van Afrika. Zijn ideaal was de verovering van de rijke moslimhavenstad Ceuta, waar de karavaanroutes eindigden. Toen er later, na zijn verovering, geen karavanen meer kwamen, besloot hij om zelf de rijkdommen uit Afrika te halen en met zijn strijdmacht de Mohammedanen te verdrijven naar de Sahara. Hij verwachtte hierbij steun vanuit het zuiden, door een mythische ‘koning-priester’ genaamd Johannes, die in Midden-Afrika een groot christelijk rijk zou regeren. (Waarschijnlijk is dit dezelfde ‘Pape Jan’ op wiens hulp de kruisvaarders in het Heilige Land twee eeuwen eerder vergeefs hadden gewacht.)
De ‘kruistocht’ naar Ceuta werd een heilige onderneming, gesteund door Paus Gregorius XII. De jeugdige prinsen Henrique en Pedro (21 en 23 jaar) hadden de leiding, met toestemming van hun vader koning João I, die zelf meeging op de koninklijke galei. De vloot herbergde een – voor die tijd gigantische – troepenmacht van 50.000 man, op tientallen grote linieschepen, meer dan honderd galeien en nog eens honderden kleine zeilschepen. De Moren, die een fort hadden op de Rots van Gibraltar (toen Jabal Tariq, ‘Rots van Tariq’, een vermaard krijgsheer) schrokken zich een tulband toen ze die enorme vloot zagen in de baai van Algeciras.
De stormen
Als de Armada in een maanloze augustusnacht uitvaart naar Ceuta, steekt een westelijke storm op, waardoor een deel van de vloot, voor de wind, met de sterke stroom mee, door de Straat van Gibraltar wordt geblazen en in Malaga beschutting zoekt. Onder leiding van Hendrik wordt de vloot daarna opnieuw gegroepeerd, maar onderweg naar Algeciras worden ze alweer door een storm overvallen; de Bijbelse Levantijn (waardoor ook apostel Paulus tijdens zijn reis werd getroffen). Opnieuw chaos. De zware linieschepen liepen aan de grond. Alleen de kleinere fluitschepen en galeien konden roeiend onder de wal van Ceuta komen, waar ze ankerden en toen vanaf de stadsmuren werden bekogeld.
De gouverneur van Ceuta, Salah Ben Salah, stuurde boodschappers naar de koning van Fez, om de nodige versterking te vragen. Het verhaal wil dat er een moslimleger van 100.000 man in Ceuta de komst van de Portugese veroveraars afwachtte. Het duurde natuurlijk wel even voordat Dom Henrique zijn verfomfaaide vloot weer op orde had, in de baai van Algeciras.
De Sultan werd geïnformeerd over de onherstelbare chaos aan de overkant en dacht dat het gevaar geweken was. Opgelucht stuurde hij de dure legermacht huiswaarts. Fatale zuinigheid zoals later bleek, want Dom Henrique wist zijn vader João I ervan te overtuigen dat de stormen geen teken van God waren. Met goedkeuring van de koning maakte hij de vloot gereed voor een hernieuwde aanval.
Als de Portugese legermacht aan land gaat, ontmoeten de soldaten nauwelijks weerstand. In Ceuta wordt de Portugese vlag gehesen en de eerste Europese kolonisatie, in 1415, is een feit.
Dit verhaal over Hendrik de Zeevaarder komt in grote lijnen ook voor in het verhaal ‘Ceuta’, in de bundel Wakkere nachten (2023) van Christian Oerlemans. Maar er is een groot verschil. In dat verhaal is het boeiende achtergrondinformatie over deze havenstad, een Spaanse exclave aan de Noord-Afrikaanse kust. In een recenter verleden speelt zich daar, zij het op een heel andere schaal, nogmaals een boeiende geschiedenis af. Binnenkort verschijnt op Portugal Portal een boekbespreking van de verhalenbundel Wakkere nachten.
Hans Gerard Moleman zegt
boeiende geschiedenis
wellicht is het aardig ook eens n lichtje te schijnen op de Portugese bemoeienis met Ethiopie, eeuwen geleden:
The Portuguese soldiers came to Ethiopia in the 16th century to support the Christian Ethiopian Emperor, Lebna Dengel, in his fight against the Muslim sultanate of Adal, led by Ahmad ibn Ibrahim al-Ghazi. This conflict is known as the Ethiopian-Adal War, and the Portuguese soldiers, along with their firearms and military expertise, were sought after by the Ethiopian ruler to help defend against the Adal forces.