De eerste keer dat ik haar zag, hinkte ze over de weg met een bloedende knie. Het was september en heel heet. Ze was de hele weg van Vinha da Rainha komen hinken, maar dat wist ik toen nog niet.
Wij waren er net en waren nog altijd euforisch over alles. Maakt niet uit wat. Een hinkende, bloedende vrouw kon daar makkelijk bij. Voegde alleen maar toe aan de beleving.
Er waren geruchten over dat er spoken in het badhuis waren. Stemmen ’s nachts. Het verleden dat z’n sporen had nagelaten. Maar niets slechts of naars, hoor – nee nee! We hoefden niet bang te zijn.
Schim
Na een week of wat kwam ik het badhuis binnen – we kwamen daar alleen om water te halen – toen ik een schim zag. Verder niets. Er was iemand, maar ik durfde niet goed te onderzoeken wat of wie. Het was eind oktober, einde van de dag, het regende, we waren alleen in het dorp. De jongens waren in het grote huis bij vader, die het eten aan het koken was.
En ik was alleen in het badhuis. Een schemerige kale ruimte, al jaren verlaten, met nog altijd in van allerlei hoeken spinnenwebben. Echte en figuurlijke. De vleermuizen vlogen rakelings langs langs m’n hoofd naar buiten.
Ik leefde met twee zoons, kinderen nog en een makkelijke man. Je kunt dus wel raden wie er altijd twee emmertjes water mocht halen om de afwas te doen en de wc door te spoelen. We hadden verder nog niks. Geen stromend water in huis, geen elektriciteit.
Die aanwezigheid deed me aarzelen. Later in de week hoorde ik stemmen. Een stem. Wat was het? Het was zo’n holle ruimte. En het bronwater dat met 1500 liter per uur door de baden stroomde op weg naar de velden, leverde een bijzonder akoestisch behang op.
Het gebeurde vaker, die aanwezigheid als je het badhuis in kwam. Een mompelende stem, die ineens stopte. Een schim achter een pilaar, een sloffend geluid…
En “senhora Dulce” kwam overdag ook steeds vaker langs. Niet meer hinkend of bloedend, maar gewoon, even voor het water. Ze heet Dulcinea, net als de geliefde van Don Quichot, maar ze had een hekel aan die naam. We kwamen overeen dat we haar “senhora Dulce” zouden noemen. Dat vond ze mooier.
Dingen die je leven in sluipen
Gewoontes, mensen… Ze overnachtte steeds vaker in een van “de huisjes”. Dat was een rijtje van 3 lage huizen waarin vroeger allemaal kamertjes gemaakt waren. Allemaal kamertjes voor de badgasten. Je kunt je dat nu niet meer voorstellen, maar in de jaren 70 van de vorige eeuw, hier in Portugal, gingen mensen naar een kuuroord en huurden een kamertje van 2.50 bij 2.50 met een stoel en een bed van 1.85 bij 70 en waren gelukkig dat ze de behandeling mochten ondergaan. Elke dag een half uur in bad.
Senhora Dulce had zich in een van die huisjes in de achterste kamer teruggetrokken en overnachtte eerst stiekem en later steeds openlijker. Ze had een vriend, een tandeloos mannetje met een blauw bestelautootje, die haar vaak kwam halen en brengen, samen met haar stapel dekens en dingen.
Ze werd moeiteloos geaccepteerd door al onze vrienden die langskwamen en een tijdje bleven logeren. Die vonden dat allemaal heel authentiek. En authentiek, dat was ze zeker. Ze was vroeger verpleegster geweest, ze had een gezin gehad en was met haar man, een dokter, naar Angola getrokken. Wat daar precies gebeurd is, weet niemand, maar ze kwam er gek vandaan. Sindsdien is ze alleen en praat hardop tegen zichzelf of tegen wie dan ook.
Zij was de schim. De aanwezigheid, de stem in het badhuis. Ze heeft de eerste jaren bij ons gewoond. Eerst in de huisjes, maar toen daarvan het dak vernieuwd moest worden, bood ik haar een nette kamer met eigen toilet in de aanbouw van het badhuis aan.
Schizofreen
De arts in het centro médico had me al eens verteld dat ze schizofreen was, maar als ze haar medicatie bleef gebruiken was er niet veel aan de hand. Oké, misschien niet, maar als ze bijvoorbeeld een passerende vrijwilliger of gast aantrekkelijk vond, ging ze in bad en liep dan met slechts een handdoekje omgeslagen door ons hele dorpje om zogenaamd iets te vragen. Haar enige echt storende onhebbelijkheid. Het werd zeker niet altijd op prijs gesteld. Ze negeerde de badjas die ik haar had gegeven en bleef dat toch steeds doen.
Maar verder was het goed te doen. Kwam ze heel hard pratend in zichzelf aanlopen, zodat je haar al van verre kon horen, maar als ze iemand zag, hield ze gelijk haar mond. Hard zingen in het badhuis, als ze daar alleen was. Op alle momenten van de dag de vloer van het badhuis dweilen – die vloer is daarna nooit meer zo schoon geweest.
In haar wanen liet ze dingen achter – dan vond ik een handdoek achter het badhuis, of een deken op de heuvel. Ze liet nooit dingen liggen in onze leefwereld. Dat besefte ze wel. Ze was nooit storend, altijd bescheiden.
Installaties
Ze maakte overal installaties. Dingetjes die ze gevonden had en mooi vond bij elkaar. In die tijd werd het badhuis niet echt gebruikt, dus dan kwam je ergens in een kamer, en stond daar zoiets:
Helemaal in het begin hoorde senhora Dulce erbij. Dat veranderde toen we echt gasten gingen krijgen en vooral Portugese gasten. Die zag ik kijken, en het niet (willen) begrijpen. Als een samenleving “omhoog” aan het gaan is, worden mensen vaak een beetje preuts in die dingen. Dan zijn mentale onhebbelijkheden niet meer gewenst. Past niet in het plaatje van de vooruitgang.
Ik kreeg ook een beetje moeite soms. Ze had vrienden die in Frankrijk werkten en in augustus op vakantie kwamen. Ze kwamen bij haar op bezoek. We noemden ze “Bril-zonder-Tanden” en “Gorilla” – behoeft verder waarschijnlijk geen uitleg waarom ik het geen goed idee vond als die langskwamen om op het caféterras wat te drinken. Middenin de zomer met een vol dorp met gasten.
Herhuisvesting
Tegelijkertijd kwam de ambtenaar-ingenieur, waarmee ik altijd zaken deed voor de vergunningen, langs om te vragen hoe dat nou zat. Waarom hield ik tegen dat de senhora ging verhuizen? Ik zei dat ik van niks wist – wat de waarheid was en ondertussen verbaasde ik me enorm dat een bouwkundig ingenieur van de gemeente zich bemoeide met de herhuisvesting van een geestelijk getroebleerde burgeres.
Later heb ik het puzzeltje kunnen leggen: hij had een dealtje gemaakt met een vriendje van hem en geregeld dat de gemeente 150 euro per maand betaalde voor een krot zonder normale voorzieningen, dat die vriend geërfd had in het aanpalende dorp.
Geen denken aan dat de gemeente dat aan mij zou betalen… die gekke buitenlandse met al dat lastige gedoe, in d’r eentje, niet eens een man erbij – en dan ook nog bijna dat mooie een-tweetje in de war schoppen!
Senhora Dulce verhuisde morrend. Ze was liever bij ons gebleven, maar ik vond het uiteindelijk ook een betere regeling. Hardop pratende vrouwen van middelbare leeftijd met een handdoekje om zijn een niet begrepen soort en moeilijk te verenigen met de gemiddelde B&B-gast of vakantieganger.
Ze komt nu nog steeds van tijd tot tijd in bad. Alleen als het rustig is, nooit in de zomer. Ik hoor haar altijd al aankomen. Ze praat een stuk zachter tegenwoordig. Het gaat geestelijk wel wat beter, maar lichamelijk heeft ze een boel klachten. Soms verzucht ze dat ze het nu zo moeilijk heeft en dat het toen toch zo’n mooie tijd was… met de bedoeling dat ik dan zeg dat ze terug mag komen.
Maar nee, dat zeg ik dan weer niet. Haar kamer hier was een stuk prettiger, ze is er niet erg op vooruit gegaan. Ik voel voor haar, maar het is wel beter als het zo blijft. En ja, het was een mooie tijd…
Dit is deel 16 van een “Trip down Memory Lane”, waarin Ellen Lanser herinneringen ophaalt aan de emigratie naar Portugal en de eerste ervaringen met de nieuwe cultuur. De vorige episodes kun je hier lezen: Alle berichten van Ellen Lanser.
Jeanne Stammeshaus zegt
Ha Ellen,
Mooi verhaal over je vreemde kostganger ! En wat ik haast nóg leuker vind, is dat fotootje waar ze met Edith op staat…
Liefs, Jeanne.
Ellen Lanser zegt
Bom dia Jeanne, ik dacht wel dat Edith dit goed zou vinden – ze was dikke vriendinnen met senhora Dulce indertijd. Ik ben haar adres kwijt. Dank voor je berichtje!
Zonnige groet tussen de zware regenbuien door … L.
Marion ligthart zegt
Hoi Ellen,
Wat leuk om je verhalen te lezen. Volgende keer ga ik anders kijken naar de omgeving.
Groeten Marion
Ellen Lanser zegt
Hee Marion! ’t Is net alsof je even de keuken binnenloopt voor een praatje …. dankjewel voor je berichtje. En wat ik vooral zie …. “volgende keer” …. Ik heb niet van de mooie smileys, dan maar gewoon een 😉 L.