Ik was op zoek naar Isabella. Ik bedoel koningin Isabella van Bourgondië, een van de figuranten in de geschiedenis die de Belgen en de Hollanders met de Portugezen delen. Ik had intrigerende opmerkingen over haar gehoord en gelezen en wilde wat méér weten en ik had nu eenmaal net dat veelgeprezen boek van Bart Van Loo in handen gekregen: ‘De Bourgondiërs. Aartsvaders van de Lage Landen’.
Van Loo neemt, aldus de achterflap, de lezer op sleeptouw langs duizend jaar Europese geschiedenis naar het ontstaan van de Nederlanden. En wat blijkt? De Lage Landen zijn een Bourgondische uitvinding. “Van Loo is de perfecte gids door het verleden. Het is alsof we erbij zijn.” Nou, ik wilde er ook wel bij zijn. Zeshonderd bladzijden met een “rijk banket waarvan je blijft eten, omdat je aan alles merkt dat er een meesterkok aan het werk geweest is.”
Vleesgeworden mirakel
Voordat ik aandacht aan Isabella besteed, even heel iets anders. Een van mijn eerste ontdekkingen deed ik nadat ik pagina 480 had opengeslagen – niet dat ik al lezend zo ver gekomen was: op de naastliggende pagina begon namelijk een (tweede) katern met afbeeldingen en aangezien ik graag en liefst eerst plaatjes kijk… De vierde pagina van dat katern, onderaan. Een afbeelding uit de Bibliothèque Nationale de France, zonder aanduiding van de maker of het jaartal van vervaardiging. Het gaat om 23 mei 1430, de dag dat Jeanne d’Arc, die als de Maagd van Orléans de geschiedenis zou ingaan, bij de ophaalbrug van de stadspoort van Compiègne gevangen werd genomen door de troepen van Isabella’s echtgenoot Filips de Goede mede namens de Engelsen. Ik moest nog eens kijken: zag ik het goed? Was de hier afgebeelde Jeanne d’Arc, in haar tijd de voorvechter van allerlei goeds, niet het evenbeeld van onze eigentijdse Zweedse voorvechter Greta Thunberg, die van de bewustwording van de risico’s van klimaatverandering? Als twee druppels water. Dat kan geen toeval zijn. Twee jonge vrouwen, in leeftijd weinig verschillend, die de zaak op z’n kop zetten omdat ze onbevreesd ergens voor stáán. Jeanne, “een vleesgeworden mirakel,” had een heilige missie en die hield onder meer in dat zij (tijdens de Honderdjarige Oorlog) de oorlogszuchtige Engelsen van het vasteland van Europa wilde verdrijven. Haar reine staat was proefondervindelijk bevestigd.
Ontembare feeks
“Maagdelijkheid verleende vrouwen een aureool van onaantastbaarheid. Eerst probeerden de Engelsen nog de spot te drijven met de ‘hoer van de Armagnacs’, maar gaandeweg sloeg de hoon om in angst,” aldus Van Loo. Jeanne nam actief aan de strijd deel (gehuld in mannenkleding) en wist veel volk achter zich te krijgen. Onbevreesd beklom zij ladders bij bestormingen; niets hield haar tegen. Haar militante optreden kostte Jeanne uiteindelijk haar jonge leven: zij kwam op de brandstapel aan haar eind – terwijl haar naam mythische proporties kreeg. Zij inspireerde Shakespeare (‘Henry VI, part I’) en Voltaire (‘La Purcelle d’Orléans’) en kreeg de een na de andere film aan haar gewijd ook nog eens. Tot op de dag van vandaag heeft haar naam wat te betekenen als “de ontembare feeks” en niet enkel in Frankrijk, dit “vaderland dat geboren werd in het hart van een vrouw,” want de rooms-katholieke kerk verklaarde haar in 1929 heilig, jawel. Ik hoop maar dat Greta (in onze tijd, waarin de Engelsen anders dan ten tijde van Jeanne niet kunnen wachten tot ze, geheel vrijwillig, het Europese vasteland kunnen verlaten) een langer en beter leven beschoren is dan Jeanne, al gaan er dan schaamteloos laaghartige stemmen op die haar “afbranding” lijken toe te juichen. Van mij mag Greta’s naam net zo lang schallend doorklinken als die van Jeanne. Dat zou dan zo’n 700 jaar zijn en zodoende betekenen dat de aarde er over zeven eeuwen nog steeds is om de mensheid te huisvesten. Hoera!
Pin-ups
Isabella. Twee pagina’s verder in het genoemde katern vind ik een portret van Isabella, toen nog van Portugal, later dus van Bourgondië nadat zij Filips de Goede, de kruisvaarder en de aanstaande “slachter” van Jeanne d’Arc, had gehuwd. De afbeelding is waarschijnlijk een kopie van een verloren gegaan origineel van de hand van de Vlaamse schilder Rogier van der Weyden. Zoals zij geportretteerd werd, kwam haar adellijke komaf goed tot uiting. Maar om nou te zeggen wat een opwindend Portugees stuk die Isabella, nee. Toch vervulde dit portret en een tweetal andere portretten, geschilderd door Jan van Eyck, de rol van wat in vroeger tijden (zeg midden 20ste eeuw) de pin-up te doen had: de schilderijen sierden de kamerwand van de op een bruid uit zijnde Filips de Goede, die er elke avond voor het slapen gaan verlangend naar keek. In die tijd was het de gewoonte dat portretschilders werden uitgezonden om huwbare hoog-adellijke jeugd te vereeuwigen. Waren de opdrachtgevers hun ouders, dan kon het zo zijn dat het portret flatteerde. Waren de opdrachtgevers de naar een passende partner voor hun kroost zoekenden, dan was de werkelijkheid essentieel. Want wee de schilder die het waagde hem of haar te mooi voor te stellen en zo voor een bittere teleurstelling te zorgen als de ontvanger, na op duizenden kilometers afstand het huwelijkscontract getekend te hebben, de beroerdere realiteit onder ogen kreeg. Fotoshoppen was niet van die tijd.
Calvarietocht naar Brugge
Filips de Goede was blij met hetgeen hem voorgeschilderd werd. Na wat heen en weer gekoehandeld te hebben, want het ging per slot van rekening om de verbintenis van koninkrijken en hertogdommen, ging er een Portugese delegatie bestaande uit tweeduizend ridders, soldaten, hofdienaars en zo meer onderweg naar het noorden, naar de Nederlanden. Onderweg hadden ze slecht weer, delen van de vloot zonken, maar Isabella kwam heelhuids aan land in Sluis. “De reis was een lange calvarietocht geweest, het wachten voor Filips ook, maar toen hij haar zag, herkende de hertog meteen de frisse verschijning uit de portretten. De Bourgondische ladykiller was niet te beschroomd om als devies ‘Aultre n’auray’ te kiezen. ‘Geen andere zal ik hebben’.” Het huwelijk werd in Brugge voltrokken. Daar werd goed uitgepakt: “Uit de poten van een leeuw spoten rode en witte wijn. Een hert plaste aan de lopende band kruidenwijn. Een eekhoorn hield een kruik vast waaruit rozenwater liep… Brugge was veranderd in een festival van triomfbogen, versieringen en tableaux vivants.” Een blauwe ram met vergulde hoorntjes baande zich een weg uit een immense pastei. Een opgezet everzwijn poepte als ie aan zijn staart getrokken werd radijsjes uit. Filips gebruikte gastronomie en schone kunsten om zijn macht te etaleren.
Diplomatieke macht
Isabella was niet zo onder de indruk dat Jeanne d’Arc in Bourgondische handen was beland. Het was de tijd dat Frankrijk tégen en Bourgondië mét de Engelsen vocht (het ging er in die honderd jaar erg ingewikkeld en zeker niet consequent aan toe; ik ga dat niet uitleggen, daar is geen beginnen aan). Haar sympathie gold Jeanne, zij was geboeid door de verhalen die de ronde deden, en aangezien zij althans in die tijd nog gezag had bij Filips kon die geen haast maken met het executeren van “deze duivelse meid”; bovendien was hij een zakenman: een half jaar later verkocht hij derhalve Jeanne voor goed geld – “de gemiddelde losprijs voor een prins van den bloede” – aan de Engelsen, die mede namens hem voor de brandstapel zorgden. Het “antifeministische kamp,” aldus Van Loo, had gewonnen. Filips bekleedde zijn vrouw een tijdlang met aanzienlijk wat diplomatieke macht. Daar keek men in Bourgondië niet van op. Eerder in de geschiedenis hadden vrouwen van hertogen de lakens uitgedeeld als zij sterker waren dan hun mannen, of als die weg van huis op kruisvaart of anderszins aan de slag waren. Filips de Goede deed een boel kwaad maar verkreeg of veroverde intussen wel grote delen van oostelijk en noordelijk Frankrijk, gans België, en heel de noordelijke Lage Landen – het huidige Nederland, zo ongeveer op Friesland na.
Op de huwelijksmarkt
Maar… de toekomst moest zeker worden gesteld. Nageslacht moest er komen. Twee keer ging het mis met Isabella, in die zin dat het zoontje snel overleed. Filips had zijn teleurstelling te verbijten, ook al omdat het hem geen moeite kostte bij maîtresses een serie gezonde bastaards te verwekken (de meeste historici hielden bij dertig op met tellen). De relatie tussen Isabella en Filips dreigde ernstig aangetast te raken, maar gelukkig kwam er toch een troonopvolger. Dat werd Karel die als de Stoute de geschiedenis in zou gaan. Het is allemaal verwarrend in onze Hollandse ogen, want zijn overgrootvader had ook al de stoute naam, al heette die ‘le Hardi’, de Stoutmoedige, terwijl Karel ‘le Téméraire’ heette, wat volgens Van Loo beter als ‘de Onverschrokkene’ of ‘de Waaghals’ vertaald zou zijn. Het waren verwarrende tijden, die (late) middeleeuwen. Van Loo maakt het er niet gemakkelijker op omdat hij zich niets aantrekt van enige chronologie; hij husselt de geschiedenis lekker door elkaar en bevordert zo de menselijkheid ervan – want wat heb je aan feitjes-op-een-rij-van-jaartallen? Het koninklijk paar verbleef trouwens meer en meer in de Nederlanden en nog zelden in het zuidelijk deel van het Bourgondische rijk. Hun zoon werd opgeleid in de “bedrive van edelbede” met talen, recht en krijgskunde als hoofdvakken. Men gooide “de tweejarige Karel meteen op de huwelijksmarkt“ en hij was als piepjong prinsje present op de belangrijkste internationale meeting van zijn tijd. In Atrecht werd evenwel geen echte vrede voor elkaar gebokst, de honderd jaar van oorlog waren nog niet ten einde.
Vrij verkeer
Een nepvrede hield de gemoederen in beweging. Het was de Portugese Isabella die bijna een kwarteeuw de communicatie tussen de kemphanen voor haar rekening zou nemen. In het streven naar vrede zou Isabella een glansrol vervullen. Zij streek de Engelse plooien glad en manipuleerde links en rechts op het vasteland van Europa. “In 1439 schonk zij haar gemaal een Vlaams-Engels én Hollands-Engels handelspact: vrij verkeer van handelaars en goederen!” Kom daar anno 2019 nog eens om met die Engelsen. Isabella’s populariteit in Holland en Vlaanderen kende geen grenzen. De vrede was nog niet bereikt, maar de Portugese edelvrouw zette door en het duurde geen vijf jaar of Isabella had het voor elkaar. Zij bewerkstelligde zelfs dat Karel van Orléans na een kwarteeuw Engelse opsluiting weer voet aan wal op Franse bodem kon zetten. Om daar te trouwen met de dertig jaar jongere Maria van Kleef, een nichtje van Filips de Goede. “Gaandeweg zou de zoon van de omgebrachte Lodewijk van Orléans toenadering zoeken tot de zoon van de opdrachtgever van de moord.” Voor wie het allemaal preciezer uitgelegd wil krijgen: lees Bart Van Loo, het zijn slechts 600 pagina’s. Het komt er hoe dan ook op neer dat Filips de Goede rond 1440 heerste over een goed deel van de Lage Landen dankzij oorlog, opvolgingen, gesjoemel, omkoperij, onderhandelingen, aankoop, of simpelweg geluk. Het noorden stak gunstig af bij de zuidelijke Bourgondische landen qua welvaart en aandacht die Filips gaf. Het zuiden was “het land van derwaarts over” terwijl het noorden “de landen van herwaarts over” waren en dus: dichterbij. Isabella en Filips zorgden voor stabiliteit en Bourgondisering van de Lage Landen. Jammer genoeg bleef de rol daarin en de betekenis van Isabella onderbelicht.
Droef te moede
Evenwel… binnen korte tijd kwam het tot een breuk tussen Filips de Goede en zijn Isabella omdat die de kant van zoon Karel de Stoute koos, die in veel opzichten zijn eigen trajecten uitstippelde zodra hij iets van de jaren van verstand had bereikt en zich meteen als melomaan ontpopte. “De herfst van de patriarch was bereikt.” Hij kon de aanblik van Isabella nauwelijks aan, er waren onderhuidse en bovenhuidse spanningen, ze keken elkaar zelden nog in de ogen. “Zijn kille haat bezorgde haar rillingen. Wat was hij een vreselijke man geworden! Enige dankbaarheid had hem gesierd. Had zij niet als diplomaat voor economische rust en vrede gezorgd? Had zij als vrouw niet haar plicht gedaan door hem een troonopvolger te schenken? En had zij al die jaren niet lijdzaam aanvaard dat ze aan de lopende band werd bedrogen? Droef te moede trok ook zij de deur van het Brusselse paleis achter zich dicht.” Isabella van Portugal trok zich terug in een klooster in Nieuwpoort en daarna in Niepkerke. En Filips? Die verschrompelde tot een nukkige oude man wiens klare blik zienderogen achteruitging. Zonder de steun van zijn vrouw en zoon was hij overgeleverd aan hovelingen. Aan zijn hof werd enkel nog toneelgespeeld. De romantiek van zijn devies (“Geen ander zolang ik leef”) was al achterhaald in het jaar van zijn trouwerij. Van Loo: “De geile fratsen… weerspiegelden treffend de sfeer van viriele snoeverij aan het hof van Bourgondië, maar tegenwoordig wordt het werk [de ‘lustighe historiën” van die periode] vooral beschouwd als een kleine mijlpaal in de rijke Franse erotische traditie” en als een van de kleurrijke voorlopers van Rabelais. De ‘Decamerone’ van Filips de Goede.
Feestcultuur
Zijn Isabella overleed in 1471, op vierenzeventigjarige leeftijd, in stilte, in wat nu nog steeds Vlaanderen is. Zij had een belangrijker plaats verdiend, ook in de vaderlandse geschiedenis van boven de rivieren, dan haar werd toegekend. Enfin, Van Loo heeft toch mooi het bewijs op tafel weten te brengen (eindelijk!) dat ook wij Hollanders ons met recht Bourgondiërs mogen noemen. De bourgondische feestcultuur hadden we ons al lang eigen gemaakt.
han overkamp zegt
Mooi Ton. Bart van Loo kan er wat van. Ik stuur je separaat de beschrijving van Isabella van Portugal in het Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland. Met meer maar ook andere info over haar.