Eeuwenlang ging men niet graag naar de kust. Je kon er geen landbouw bedrijven, de zee was gevaarlijk, er waren zeemonsters, zeerovers, er spoelden schipbreukelingen aan, kortom een mens had daar niets te zoeken. Nou ja, vissers, die kwamen er wel, maar die hadden dan ook een zeer risicovol beroep. Nu gaan we graag, op sommige dagen massaal, naar het strand om er te wandelen, in zee te zwemmen en te surfen, te zonnen, te vliegeren en te spelen. Het ontstaan van deze vorm van recreatie ligt in de achttiende eeuw in West-Europa.
De genezende werking van de zee
Een badhuis in Pompeï combineerde zoet en zout water en Plinius de Oude noemde zeewater als therapie bij tbc. De Romeinen kenden dus de heilzame werking van de zee, maar deze kennis verdween lange tijd om in de achttiende eeuw herontdekt te worden. De Engelse arts John Floyer schreef in 1715 ‘History of cold-bathing, both ancient and modern’. Onder Engelse en Franse artsen werd het een populair werk. In zee baden en zelfs zeewater drinken, kon allerlei ziekten genezen, van geestesziekten tot verlamming.
Voor deze zeewatertherapie ontstonden badplaatsen: In Engeland Brighton, in Duitsland Bad Doberan en Travemünde, in Frankrijk Boulogne-sur-Mer, Dieppe en Biarritz, in België Oostende en in Nederland Scheveningen.

De eerste Portugese arts die over de geneeskracht van de zee schreef, was Dr. Jacob de Castro Sarmento in 1753. Eind achttiende eeuw begon de elite van Lissabon en Porto baden te nemen in de monding van de Taag, in Estoril, Figueira da Foz en in Vila Nova da Gaia. Artsen schreven voor hoe lang en hoe vaak er in zeewater gebaad moest worden. Mannen moesten bijvoorbeeld, om een sterke constitutie te krijgen, vaker in het koude seizoen baden dan vrouwen en kinderen. Er waren badmeesters die hielpen bij het te water gaan, het baden en het droogwrijven van de badgasten.
Het bad van de koning
Een anekdote verhaalt over het bad van koning D. João VI. In verband met turbulente tijden in Europa, streek het Portugese hof in 1810 neer in Rio de Janeiro. De koning had een ontsteking aan zijn voet en daarom schreven zijn artsen hem zeebaden voor. Omdat hij bang was voor kreeften en krabben, liet hij een krat maken waarin hij kon plaatsnemen. Dat werd door slaven ondergedompeld in de zee van Praia do Caju. Je vraagt je af waarom hij zijn voet niet in een teiltje met zeewater zette. Boze tongen beweerden dat dit de enige keer was dat de koning in bad ging, want hij stond niet bekend om zijn persoonlijke hygiëne.

Strandbezoek
Welgestelde families verbleven in het zomerseizoen in badplaatsen aan zee om het baden op doktersvoorschrift te combineren met ontspanning. Toen er openbaar vervoer kwam in de vorm van trein, omnibus en diligence, werd het mogelijk om voor een dagje naar zee te gaan. In 1882 kwam er een spoorlijn tussen Coimbra en Figueira da Foz en in 1889 tussen Lissabon en Cascais.
De stranden en badplaatsen in het noorden en midden van Portugal ontwikkelden zich het eerst. Ramalho Ortigão publiceerde in 1876 ‘As praias de Portugal; Guia do banhista e do viajante’ (De Portugese stranden; gids voor de badgast en de reiziger). Hij behandelde hierin dertig badplaatsen, waarvan slechts één ten zuiden van de Taag, namelijk het strand van Setúbal. De trein, een belangrijk vervoermiddel in die tijd, ging dan ook niet verder dan Castro Verde. Toen er in 1889 een treinverbinding kwam met de Algarve, zorgde die niet direct voor meer bezoekers. De Algarve bleef tot in de twintigste eeuw een onontgonnen gebied.

Tijdens de eerste Republiek (1910-1926) werden organisaties opgericht om het toerisme te bevorderen en te ontwikkelen. Zo had Tomás Cabreira, minister van financiën in 1914, bijvoorbeeld een droom: een ringspoorlijn die toeristen van Madrid via Andalusië naar de Algarve zou brengen. Pas eind negentiende eeuw kreeg een Algarvestrand enige nationale betekenis: Praia da Rocha. Hier verscheen in 1910 het eerste hotel, Viola. Het bleef tientallen jaren het enige hotel in de Algarve. Pas in de eerste jaren van de twintigste eeuw kregen de stranden van Lagos, Albufeira en Monte Gordo bekendheid.
Meer redenen om naar het strand te gaan
Het schoonheidsideaal veranderde van een blanke huid naar zongebruind. Eeuwenlang zorgden vooral de mensen uit de betere milieus ervoor zich zo min mogelijk aan de zon bloot te stellen. Zij droegen hoeden, sluiers, bedekkende kleding en baadden in de ochtend. De huid moest blank zijn en blijven, bruin waren de arbeiders die in de buitenlucht werkten. In de overgang van de negentiende naar de twintigste eeuw beschouwde men het steeds vaker als gezond om de zon in te gaan. Men stuurde kinderen uit arme gezinnen in de zomer naar zee om aan te sterken en te genezen van tbc en rachitis in zogenaamde kinderkolonies. Het aantal zonuren werd een bepalend onderscheid tussen de Europese stranden.
In Europa nam de welvaart toe. De ‘babyboomers’ uit West-Europa hadden meer tijd en geld om op vakantie te gaan. Touroperators richtten zich op Zuid-Europa: exotisch, goedkoop en met mooie stranden. Italië, Griekenland en Spanje profiteerden hiervan het eerst. Wat ook hielp, was dat het vliegverkeer zich ontwikkelde. De grote groei van het Portugese toerisme vond plaats in de jaren zestig. In 1960 werd de luchthaven van Porto Santo geopend, in 1964 die van Madeira en in 1965 die van Faro. Tussen 1961 en 1967 namen de aantallen toeristen toe van 376 duizend naar 2,5 miljoen.

En zo verliep de ontwikkeling van het koude, therapeutische zeebad, naar de warme en zonnige stranden, waar de nadruk meer en meer kwam te liggen op natuurbeleving en vrijetijdsbesteding.
De beste stranden van de Algarve 100 jaar geleden
In 1918 verscheen een gidsje van 100 bladzijden ‘As nossas praias’ (Onze stranden) met algemene info voor badgasten en toeristen. Slechts twaalf bladzijden hiervan waren gewijd aan de Algarve, een gezonde streek met magnifieke stranden, zo stond geschreven. Welke informatie kreeg de toerist toen over de zes bekendste stranden? Hieronder een samenvatting.
Albufeira
Een gewilde badplaats, vooral in september en oktober. Er zijn geen hotels, maar wel twee bescheiden logementen. Er zijn weinig winkels. Aan de kust zijn zeven visserskampementen waar men op tonijn en sardines vist. Deze bieden werk aan zo’n 700 vissers. De moeite van het bezoeken waard zijn: het kasteel, de Igreja Matriz, de grot Cova do Xorino, het ziekenhuis en de kapel Nossa Senhora da Orada. Streekproducten: vijgen, carobe, amandel, eieren en vlechtwerk van palmbladeren.

Armação de Pera
Heeft een uitstekend strand om te baden dat niet alleen wordt bezocht door inwoners, maar ook door mensen uit de omgeving. In het dorp zijn verschillende wijnhuizen, conservenfabrieken, winkels en bedrijven die wapens, vistuig, touw en scheepsbenodigdheden vervaardigen.
Carvoeiro
Een vissersdorp met een mooi strand en uitstekende huizen voor tijdelijk of permanent verblijf. In de zomer is er een casino. Er zijn vier visserskampementen waar men op tonijn en sardine vist. De belangrijkste producten zijn: wijn, vijgen, amandelen en carobe. Ook zijn er conservenfabrieken, olijvenpersen en pottenbakkers. In de nabijheid (Lagoa) bevinden zich twee logementen. Daar is ook een cultureel centrum waar men kranten en tijdschriften kan lezen, legale spellen kan spelen en waar af en toe soirees worden georganiseerd.
Praia da Luz (Lagos)
Een van de mooiste stranden met uitzichten die je niet snel zult vergeten. Wordt, behalve door bewoners uit de omgeving, bezocht door mensen uit de Alentejo en Spanje. Er is een casino waar ook dansavonden worden georganiseerd, want ‘de Algarvio houdt van muziek en dans’. In Lagos zijn een theater, een bioscoop en een club.
Monte Gordo
Een vissersdorp met een uitstekend strand. In het seizoen zijn huizen te huur, er is geen hotel. Het in de nabijheid gelegen Vila Real de Santo António is de belangrijkste haven van de provincie. Daar is een ’tonijnbeurs’ en ook talloze conservenfabrieken.
Praia da Rocha
Heeft een heerlijk klimaat met in de winter hogere temperaturen dan aan de Côte d’Azur of in Biarritz. Er is een hotel, een casino, een spoorlijntje naar Monchique en een boulevard tot Alvor. Ook is er een theater, een bioscoop en zijn er verschillende clubs. Producten uit de streek: vijgen, amandelen, zout, sinaasappels, gevogelte, vis, vlechtwerk van palmblad en gras, kurk, honing, carobe, visconserven, groente en fruit.
Alle beschreven stranden waren bereikbaar per spoor, behalve Lagos. Om daar te komen moest je de diligence nemen. Toen was het strandseizoen van augustus tot oktober. Nu is dat flink uitgebreid, van mei tot oktober, net als het aantal stranden. Tegenwoordig zijn er in de Algarve wel honderddertig stranden. Ze bieden in de zomer strandplezier; in de winter kun je er wandelen en genieten van ongerepte natuur. Veel is er veranderd sinds 1918, maar de Algarve blijft bewoners en bezoekers betoveren!

Bronnen:
- Ir à praia; Dissertação de Mestrado em História Contemporânea, Pedro Alexandre Guerreiro Martins, 2011
- Ir à praia: como tudo começou, Lina Santos, Diário de Notícias 31-7-2016
- E as melhores praias no Algarve de há 100 anos eram… Aurélio Nuno Cabrita, Sul Informação 28-7-2018
En genieten dat doen wij. Elk jaar gaan we 10 weken naar Fuseta. 5 weken in het voorjaar en 5 weken in het najaar. Het leven van een pensionado kan heerlijk zijn. Reeds veel stranden van de Algarve ontdekt.
Heel leuk en mooi omschreven! Eens goed om lezen in welke luxe we leven en met welk gemak we nu kunnen reizen en wat we hierdoor allemaal kunnen zien. Door dit artikel kunnen we ons realiseren in welke bijzondere tijd we leven. Bedankt!