Vanuit de behoefte om ons te beschermen tegen fysiek gevaar bouwen we een dak boven ons hoofd. Dat onze veilige onderkomens door de eeuwen verschillen is inherent aan de veranderende beschaving en samenlevingen. Veel moois is gebouwd vanuit onze spirituele zoektocht. De versieringen van de Manuelbouwstijl illustreren deze geestelijke quest. De Manuelbouwstijl is een euforische uiting van het succes van de Portugese ontdekkingen: door de oceaan te trotseren ontdekken we onbekende culturen en gebieden, die ons rijkdom en vernieuwing brengen.
Goddelijk licht
Voor velen zijn gotische kathedralen verlichtende heiligdommen. We vinden kathedralen inspirerend door de extreem hoge ruimtes en het “goddelijk” licht dat door de ramen schijnt. Het lijkt alsof je zo de hemel inkijkt. De kathedraal als universum. Elk onderdeel is een uitdrukking van de glorie van God. De bouwstructuur is net zo helder en rationeel als de boodschap van God en het beeldhouwwerk, de fresco’s en de glas-in-loodramen illustreren de morele Bijbelse boodschappen.
Het kruisribgewelf is het constructiemodel van de gotische bouwkunst, het is een soort portaal dat ontstaat uit de haakse ontmoeting van 2 halve tonnen. Ribgewelven hebben een vierhoekige basis met de ribben als dragende elementen. Eerst worden de diagonaalribben en de gordelbogen gebouwd. Op de plaats waar de ribben elkaar kruisen wordt een sluitsteen of gewelfsleutel aangebracht. De ruimte tussen de ribben wordt dichtgemetseld. Door de draagkracht van de kruisribgewelfribben kunnen de gewelven heel hoog worden gemaakt. De kolommen, zuilen en pilasters dragen de druk van de constructie, waardoor de muurdelen tussen de zuilen niet belast worden en er grote glasramen geplaatst kunnen worden.
Emanuel I is de stuwende kracht achter de ontdekkingsreizen, die heel veel geld opleveren. De rijkdom van dát Portugal is te zien aan de kerken en kathedralen die toen gebouwd zijn. Veel buitenlandse kunstenaars kwamen naar Portugal om deze imposante gebouwen van ornamenten en andere verfraaiing te voorzien. Door deze meltingpot van kunstenaars ontstaat de Manuelijnse stijl, een mix van late gotiek met mediterrane, Indische en Moorse kenmerken. Deze bouwstijl – vernoemd naar Emanuel I – is uitermate belangrijk voor de Portugese kunstgeschiedenis.
Emanuel I laat 62 kerken, kloosters, paleizen en kastelen bouwen. Een deel daarvan wordt verwoest tijdens de aardbeving van Lissabon. Door Portugals rol als kolonisator is de Manuelstijl over de wereld verspreid: Zuid-Amerika, Brazilië, Afrika, China (Macau) en India (Goa). Er zijn wereldwijd ongeveer 22 van dat soort gebouwen, waaronder het Gabinete Português de Leitura in Brazilië.
Het kenmerk van de Manuelstijl zijn versieringen in portalen, vensters, kolommen en arcaden van maritieme elementen (en ontdekkingsreizen) in combinatie met vogels, wilde dieren en bloemen in een Bijbelse setting.
Maritieme elementen: armillarium (een hemelbol met metalen cirkels); de lengte-breedtegraad (astronomisch instrument voor navigatie); schepen; ankers en ankerkettingen; touwen; gespen; zeewier/algen; koraal; schelpen en parels.
Natuurlijke elementen: artisjok; lauriertakken; eikenbladeren; eikels; granaatappel; klimop; papaverbollen; maïskolven; distels; slakken en boomstronken.
Christelijke symbolen: het kruis van de Orde van Christus; druiventrossen en takken; het lam Gods; cherubijnen en Bijbelse figuren.
Mythologie-/alchemiesymbolen: de ouroboros (de slang of draak die in eigen staart bijt en de cyclische aard van de natuur symboliseert); sirenes; waterspuwers en dieren, die menselijke handelingen uitvoeren.
Kerken in Manuelstijl hebben hetzelfde grondplan als de puur gotische versies en ook de hoogte van de pilaren en het netgewelf is een en dezelfde. Nieuw is dat de pilaren spiraalvormig worden en beweging suggereren. De triomfbogen zijn versierd met scheepskabels. De gewelven krijgen steeds dikkere ronde of vierkante ribben. Ook de vorm van de gewelven verandert: ze worden platter en rusten op segmentbogen. De zijbeuken worden hoger, zodat een hallenkerk ontstaat.
Meltingpot
De “geestelijke vader” van de Manuelstijl is Diogo de Boitaca, een beeldend kunstenaar en bouwmeester van Franse komaf. Hij ontwierp het klooster in Batalha, het Santa Cruzklooster in Coimbra, het wereldberoemde Jerónimos klooster in Belém, de kathedraal van Guarda en de Igreja de Jesus in Setúbal, de eerste kerk in deze stijl. De prachtig gedraaide zuilen zijn versierd met laurierbladeren, schelpen en ringen. De portalen vormen een rechthoekige compositie met gedraaide zuilen waarop spiraalvormige pinakels zijn geplaatst.
De beeldhouwkunst in 1500 wordt beïnvloed door Olivier van Gent en Jan van Ieper uit de Zuidelijke Nederlanden. Zij zijn de makers van het houten altaarstuk in de kathedraal van Coimbra.
Diverse meesters uit Galicië en Vizcaya zijn betrokken bij de bouw van kerken in Noord-Portugal in Caminha, Braga, Vila do Conde en Viana do Castelo.
Ook in andere kunstvormen profileert de Manuelstijl zich door een overdaad aan ornamenten, die vaak aan de Oosterse kunst zijn ontleend, zoals in het weelderig kerkelijke edelsmeedwerk, Chinees lak- en aardewerk en het inlegwerk van parelmoer en ivoor.
Portugese School
In deze periode ontstaat de Portugese School. Het Manuelijnse schilderen kenmerkt zich door levendige en heldere kleuren, realistisch in portret en landschap, zowel gedetailleerd als emotioneel, meer betrokken bij de uitdrukking van gevoelens dan die van vorm. De belangrijkste vertegenwoordigers van de Portugese school werken in Viseu en Lissabon onder leiding van Vasco Fernandes, bijgenaamd Grão Vasco. In zijn vroege werk kun je de invloed van de Vlaamse schilders zien. Later ontwikkelt hij een eigen stijl met dramatische composities (realisme) in prachtige kleuren, zoals de schilderijen uit de kathedraal van Viseu, die nu in het Museu Grâo Vasco hangen.
Hendrik de Zeevaarder
Diogo de Arruda is door zijn liefde voor alles wat met zee en schepen heeft te maken de origineelste vertolker van de Manuelstijl. Het Convento da Ordem de Cristo in Tomar heeft een op indrukwekkende manier gebeeldhouwd raam met organische en gevlochten touwen, gespen, koraal, ouroboros en het armillarium. Het meesterwerk is de Henrik de Zeevaarder die het raam op zijn schouders draagt.
Het beste en meest geslaagde gebouw in Manuelijnse stijl is het Mosteiro dos Jerónimos. De gevel van het zuidportaal van de kerk is weldadig versierd met torens en gebeeldhouwde figuren onder een baldakijn. Tussen de twee deuren staat Hendrik de Zeevaarder op een voetstuk. Het timpaan boven de dubbele deuren beeldt twee scènes uit uit het leven van de Heilige Hiëronymus met daartussenin het Wapenschild van Koning Manuel I. Boven de archivolt (geprofileerde versiering langs een arcadeboog) staat de Heilige Madonna. Boven het portaal staat het kruis van de Orde van Christus. Aan beide kanten van het portaal staan Koning Manuel I en van Koningin Maria van Aragón. Het interieur vertoont veel Manuelijnse elementen. De versieringen bevatten naast marine-objecten ook Afrikaanse dieren.
Waterspuwers
De Torre de Belém is een soort fort, maar ook een monument voor de ontdekkingsreizen. Het is het eerste gebouw dat conform de Manuelijnse stijl wordt gebouwd. Het heeft kolommen in de vorm van gevlochten touwen. Je ziet knopen, het kruis van Christus, planten, vissen en waterspuwers, waarvan een in de vorm van een neushoorn (de eerste in West-Europese kunst).
Ook het Mosteiro da Batalha heeft een prominente plek in deze opsomming. Mateus Fernandes, de bouwmeester van dit klooster, maakt Capelas Imperfeitas, een portaal dat volledig ingericht is met een kantwerk van weelderige Manuelijnse motieven, zoals het kruis van de Orde van Christus, engelen, touwen, cirkels, boomstronken en klaverbladen.
Minder bekend is het altaarstuk Custódia de Belém. Deze reliekhouder van puur goud is gemaakt door Gil Vicente. Het is een cadeau van de koning van Kilva (Tanzania) als eerbetoon aan de Portugese kroon. Je ziet 12 geknielde apostelen. Boven hen een duif in wit goud, het symbool van de Heilige Geest. In het bovenste gedeelte zit een God op zijn troon. Zijn ene hand draagt de wereld en de andere hand maakt het gebaar van een zegening.
Mudejar
Een andere gotische variant is de Mudejar, die zich tegen het einde van de 15e eeuw vooral in de Alentejo ontwikkelt. De naam Mudejar verwijst naar de invloed van islamitische kunst in de middeleeuwen in de christelijke koninkrijken van het Iberisch schiereiland. In de Alentejo is deze invloed duidelijk zichtbaar aan ramen en portalen: bogen en raamstijlen met hoefijzers, ronde torentjes met conische pinakels, islamitische kantelen en azulejos. Kijk maar eens naar de kerk van St. Franciscus van Évora of bekijk de binnenplaats van het Koninklijk Paleis van Sintra.
Ron van den Hurk zegt
Beste Lotte,
Ik heb een appartement gekocht in Olhao. Ziet er prachtig uit en voorzien van bijna alle hedendaagse nieuwigheden. Zou loop van de maand van december geleverd worden, doch is nog niet in mijn bezit. Het probleem schuilt in het feit dat geen van de 15 appartementen getest is. Hiervoor worden diverse redenen op tafel gelegd; te weinig medewerkers, onvoldoende kennis enz. De bouwer is een zeer kundige man maar wacht maar af. De makelaar van Engels en Volkers heeft tot heden ook niets ondernomen. Kun je mij een beetje sturen naar de juiste koers?