Sarah Affonso is een modernistische kunstenaar. Haar vroege jeugd in de Minho, de regio die de populaire Portugese identiteit symboliseert, is de basis van haar zo typerend kleurrijke werk. Haar afgeronde figuren en afgeplatte ruimtes staan model voor de archaïsche tradities van Noord-Portugal. Haar werk is onbekend, haar naam is vooral verbonden met die van haar echtgenoot, het meervoudig kunstzinnig talent José Sobral de Almada Negreiros.
Vrije geest
Sarah (Lissabon, 1899–1983) komt uit een pretentieloos nest. Haar vader, een militair, is geboren in Valença. Haar moeder heeft Portugees-Argentijnse ouders uit Lissabon. Het gezin verhuist naar Viana do Castelo en keert 10 jaar later terug naar Lissabon. Sarah woont met plezier in de Minho, maar geeft de voorkeur aan Lissabon, omdat Viana weinig perspectief biedt. Scholen en werk zijn er nauwelijks, zeker niet voor jonge intellectuele vrouwen. Ze is een van de weinige vrouwen die aan de School voor de Schone Kunsten studeert en ze is de enige die het bekende café A Brasileira – dé plek waar kunstenaars elkaar ontmoeten – frequenteert.
La France
Net zoals velen voor en na haar gaat ze naar Parijs. Daar ziet ze werk van Franse impressionisten. De diverse stijlen binnen deze stroming zijn totaal nieuw voor haar. Binnen Portugese cultuurkringen heerst dan de tendens dat alle Fransen gek zijn. Geïnspireerd door Monet en Cézanne schildert ze “Anémones”, waaraan we zien hoe talentvol ze is. Haar moeder wordt ziek en ze moet terug naar Lissabon. Een jaar later gaat ze terug naar Parijs, waar ze samen met Sonia Delaunay (Frans, abstract, multidisciplinair) mode ontwerpt, vriendschap sluit met Tarsila do Amaral (Braziliaans, naïef) en in de Salon d’Automne exposeert, naast kunstenaars als Kees van Dongen.
Iconen van de Minho
Geïnspireerd door het Noord-Portugese landschap, met zijn blauwtinten, goudgele stranden en knalgroene dennenbomen, begint ze in 1933 aan schilderijen, waarop folkloristische iconen, zoals de haan van Barcelos, geborduurde doopjurken, bonte klederdrachtjurken, gouden hartvormige sieraden en religieuze processies figureren. “De Minho is een nieuw gebied om te schilderen: overal waar je kijkt, alles is een schilderij, dat wacht op een kunstenaar”, zegt ze. Ze schildert ossen, smaragdgroene heuvels en boerenmeisjes. De vrouwen spelen de hoofdrol, ze zijn archetypes voor vrouwelijke toewijding en kracht.
Ontmoedigd
In die tijd is ze min of meer de enige die voorstellingen van het landelijke leven schildert. Haar werk wordt gezien noch begrepen en in 1939 geeft ze de brui eraan. Ontmoedigd omdat ze niets verkoopt en geen publiciteit krijgt en omdat ze overschaduwd wordt op het gebied van schilderen en tekenen door haar man. Begin jaren 30 trouwde ze met Almada Negreiros. Ze hebben twee kinderen. Ze heeft weinig tijd voor het schilderen en bovendien moet ze voor inkomen zorgen.
Multitalent
De schilderkunst alleen is niet haar ziel en zaligheid. Ze exposeert haar borduurwerk en ze illustreert tijdschriften en boeken (van o.a. Sophia de Mello Breyner Andresen). Ze vindt dat het kinderboek in Portugal niet serieus wordt genomen en te weinig aandacht krijgt, dus ontwerpt ze didactisch materiaal voor haar kinderen en kleinkinderen. Ze maakt keramische knopen, platen en tegels, allemaal exponenten van haar creativiteit, die ook een belangrijke bron van inkomsten zijn voor het gezin.
In de schaduw van Almada
Als Sarah ver in de 70 is, wordt ze geïnterviewd door haar kleinkinderen. Tijdens dat gesprek doet ze uitspraken, als: “Almada deed zo ontzettend veel. Hij pakte alles aan” en “hij bood me vrijheid, wat een nieuw gevoel voor me was. Hij was een uitzonderlijk intelligente man en verbaal erg begaafd. Bij ons thuis kwamen hoog opgeleide mensen en geen enkel onderwerp bleef onbesproken. Ik bewonderde hem.
Hij was van grote invloed op mijn werk. We hadden lange gesprekken. Ik beoordeelde zijn werk en hij het mijne. En ook al moedigde hij me altijd aan in mijn werk, toch was ik meer zijn huishoudster dan een collega. Dat was en blijft moeilijk. Vandaag nog was er een vrouw die me wilde ontmoeten. Ze kwam bij me, keek naar mijn werk en zei: ‘Het lijkt op dat van Almada.’ Zeggen dat mijn schilderijen hetzelfde zijn als de zijne maakt me boos. Dat is ook de aanleiding geweest dat ik met schilderen ben gestopt. Er was altijd iemand die zei dat ons werk op elkaar leek, maar het heeft totaal niets met elkaar te maken. Hij is wat hij is. Ik ben wat ik ben.”
Gedreven avant-gardist provocateur
José Sobral Almada Negreiros (Trinidad, Sao Tomé en Principe, 7 april 1893 – Lissabon, 15 juni 1970) is tekenaar, schilder, brandschilder, karikaturist, romancier, dichter, essayist, dramaturg, acteur, danser, choreograaf, keramist, extreem getalenteerd en de meest provocerende avant-gardist van zijn tijd. Hij is een autodidactische, modernistische, multidisciplinaire kunstenaar, die een unieke plaats inneemt in het Portugese culturele landschap van de 20e eeuw. Hij begint met schilderen uit noodzaak, niet uit vreugde. Zijn mooiste jeugdherinnering is zijn geloof in zijn toekomst.
Geen jeugdherinneringen
De Afrikaanse moeder van Almada Negreiros sterft jong. Kort na haar overlijden wordt zijn vader benoemd tot Hoofd Koloniën bij de Wereldtentoonstelling in Parijs. Almada wordt in een jezuïetencollege in Campolide, Lissabon gedumpt, totdat dit instituut wordt opgeheven in 1910. Daarna gaat hij naar het lyceum in Coimbra en studeert hij kort aan de School voor de Schone Kunsten in Lissabon. Hij gaat naar Parijs, waar hij in zijn inkomsten voorziet als (cabaret)danser en arbeider. Daarnaast schildert hij. In 1927 vestigt hij zich voor een aantal jaren in Madrid, waar hij muurschilderingen maakt. In samenwerking met de krant El Sol schrijft hij toneelstukken.
Schilderen uit noodzaak
Terug in Portugal is hij razend productief als veelzijdig kunstenaar, die beïnvloed wordt door het futurisme en het kubisme. Zijn rol en positie tijdens het Salazarregime is dubbelzinnig. Vanaf het jaar dat hij de Columbanoprijs (1941) krijgt, neemt hij deel aan tentoonstellingen. Hij heeft geen eigen geld. Hij moet werken om zichzelf en zijn gezin te onderhouden. Hij moet dus acquisitie doen en hij schrijft in op elke aanbesteding van kunstzinnige opdrachten. Afgezien van het financiële aspect wil Almada erkend worden, hij wil dat zijn werk gezien wordt, dus als de staat, zijn enige klant, hem mogelijkheid biedt om te maken dan pakt hij die met beide handen aan, maar dat wil nog niet zeggen dat hij een voorstander van het regime is.
Multitalent
Almada past niet in een categorie. In zijn modernistische kunst en aanpak integreert hij net zo makkelijk geometrische abstractie of arabesk. Zijn kunst is vaak politiek geëngageerd: hij tekent en schildert mensen in hun dagelijkse doen en laten. Hij is een totale kunstenaar in tegenstelling tot een tijdgenoot als Fernando Pessoa, die in één discipline excelleert. Almada is actief, activist, modernist en futurist. Hij is een schilder-denker. Hij zegt: “schoon- en wijsheid zijn twee grootheden die elkaar overeind houden”, en “kunst is een proces van introspectie, lering trekken en spiritualiteit”.
Rebel en zoeker
Samen met Fernando Pessoa publiceert hij het tijdschrift Orpheu, dat een belangrijk vehikel is voor het uitrollen van het modernisme in Portugal. Zijn oeuvre beslaat het tijdvak van 3 generaties modernisten. Zijn Anti-Dantas Manifesto ontketent een schandaal. Zijn werk straalt onafhankelijkheid en spontaniteit uit. Hij beweert dat alle kunst poëzie is. Zijn schilderijen (de kleur en de beweging) gebruikt hij om te dichten en met zijn palet en kwasten maakt hij een gedicht. Almada is voortdurend en een heel leven lang artistiek actief. “Een kunstenaar moet veel en van alles doen”, zegt hij. Almada doet talloze projecten en installaties met bevriende architecten. Zijn maatschappelijk geëngageerde en kritische geluiden vertaalt hij eerst naar tekst in de vorm van een manifest, later tot gesproken woord in speakers’ corners of debating clubs.
Alleskunner
Hij maakt gravures, reclameproducties, fresco’s, muurschilderingen, tegelpanelen, glas in lood en wandtapijten die we nog steeds overal in de stad Lissabon kunnen vinden. Hij schrijft sets voor theater, maakt choreografieën en kostuums voor ballet.
Neopythagorisme
Met de tijd wordt zijn werk lyrischer, zijn harde toon wordt constructiever. Zijn hele leven zoekt hij de essentie van kunst en bestudeert hij geometrie voor de juiste verhouding. Hij is aanhanger van het neopythagorisme en beschouwt het getal als de onherleidbare grens van poëtische wijsheid. In zijn evolutie als schilder gaat Almada van figuratief naar geometrische, wiskundige en numerieke abstracties. Zijn zoektocht betreft de bepaling van het Bauhütte-punt (* zie kader onder dit artikel). Het wandtapijt “Het getal” dat hij voor de Rekenkamer van Lissabon maakt is illustratief voor zijn zoektocht, die ook getoond en beschreven wordt door zijn geometrische contouren, teksten en zwart-wit schilderijen.
Boeken, gedichten en theater
A Invenção do Dia Claro (1921) wordt beschouwd als zijn meest opmerkelijke poëtische werk. Zijn roman Nome de Guerra (geschreven in 1925 en gepubliceerd in 1938) wordt door sommigen beschouwd als de eerste hedendaagse Portugese roman en daardoor een van de belangrijkste romans in de geschiedenis van de Portugese literatuur. Hij houdt van het theater, dat hij als de meest complete kunst beschouwt. Hij ontwerpt kostuums, speelt de hoofdrol en schrijft toneelstukken. “Wanted Woman” en “SOS.” Het is modernistisch, levendig, realistisch, bijna abstract, poëtisch en vertelt verhalen van mismatches en personages in een overgangsfase, met scènes waar ideeën, gedachten en tastbare feiten elkaar afwisselen.
De Minho
Na de huwelijksvoltrekking gaan Almada en Sarah naar de Minho, naar Vila Praia de Âncora en brengen de huwelijksnacht door in Hotel Meira (tegenwoordig is dit het duurste hotel van het dorp en omstreken). Het gezin gaat vaak in de zomer naar de kust van Noord-Portugal.
Het scheepswrak van de Ínsua
Als het gezin voor de zomer een paar weken bij vrienden in hun huis in Moledo gaat zitten, organiseert Almada een boottocht naar het kleine fort-eiland voor de baai van Moledo. Dit uitstapje wordt van begin tot eind gefilmd. Op een geïmproviseerd filmscherm (papier met achtergrondverlichting) zie je vakantiegangers, waaronder Almada zelf en de surrealistische kunstenaar António Pedro, zich op een lachwekkende manier bewegen. Het filmpje “O Naufrágio da Ínsua” zal 83 jaar lang in datzelfde vakantiehuis van vrienden blijven liggen, totdat het voor het eerst aan publiek getoond wordt als een van de belangrijkste stukken van de tentoonstelling in het Calouste Gulbenkian “José de Almada Negreiros: A Way of Being Modern”, in 2017.
Wel een gezin en geen jeugdherinneringen
Sarah en de kinderen zijn voor hem familie, een gevoel en begrip dat hij als kind niet kent, omdat hij geen moeder heeft en zijn vader nooit ziet.
* Wat is het Bauhütte-punt?
De driehoek, het vierkant en de cirkel zijn de drie basisveelhoeken van alle geometrie, mits we de cirkel beschouwen als een veelhoek met een oneindig aantal zijden. Het Bauhütte-punt is een punt in de cirkel en ligt in het vierkant en de driehoek. Mystiek komt het vierkant overeen met het universele vierkant van de vier elementen, het heilige tetragrammaton en het “adams vierkant”, (9 = 3 × 3 (2), dat licht werpt op de 33 symbolische jaren van Jezus. Het is een vierkant, dat zich bevindt in de cirkel die de goddelijke Geest en de Zon voorstelt, en dat geïmpregneerd is door de driehoek van de Drie-enige Geest van God. Het Bauhütte-punt bevindt zich daar waar de gekruisigde aspirant de gemeenschappelijke kruising van het vierkant vindt “waaruit hij is bevrijd”. Het is een excentrisch punt, zoals het 6e stigma.
Hanneke Rijkelijkhuizen zegt
Fascinerend stuk! Wat een prachtige kunst. Ik ben nog uren zoet met het lezen van de links. Dankjewel