De koereiger

De koereiger is een kleine reigersoort die je, als je goed oplet, regelmatig in Portugal ziet. Deze reigersoort is niet afhankelijk van natte waterrijke gebieden. De meeste reigersoorten zijn juist wel afhankelijk van waterrijke gebieden, zoals ondergelopen land, sloten en meren, om aan voldoende prooien zoals kikkers, vissen en salamanders te komen.

Maar deze slimme kleine reiger verblijft in de omgeving van grazend vee, om de opgejaagde insecten en kleine prooidieren te vangen en kan met deze leefwijze prima overleven in droge gebieden.

Insecten

Doordat koeien, maar ook paarden, schapen en geiten bij het grazen insecten opjagen, zijn de koereigers in de buurt. Ze weten dat ze deze insecten dan makkelijk kunnen vangen. Maar het zijn niet alleen insecten die opgejaagd worden door grazend vee. Ook kikkers, muizen, hagedissen, sprinkhanen en andere kleine dieren staan op het menu van de koereiger.

Oorsprong

De koereiger komt oorspronkelijk uit Afrika waar ze de natte draslanden, maar ook cultuur- en graslanden bevolkten. Ze hebben inmiddels een groot verspreiding van Noord-Amerika tot ver in Zuid-Amerika. In het begin van de 20ste eeuw hebben ze zich op eigen kracht verspreid over Zuidwest-Europa.

In Suriname heeft de de koereiger zelfs model gestaan voor het logo van de Surinaamse luchtvaartmaatschappij. Er is nog een ondersoort (nauw verwant aan de koereiger maar met wat afwijkende uiterlijke kenmerken) die het verspreidingsgebied van India tot Australië heeft.

Kenmerken

Het is een kleine gedrongen reigersoort, met een korte gele snavel en gele poten. In de winter zijn de poten donker van kleur. Ze hebben een korte gedrongen nek en een egaal witte kleur. In het verenkleed in het voorjaar en de zomer hebben ze oranje-gele borstveren en sierveren, de kruin is dan ook oranje-geel. In de broedtijd is de snavel oranje-geel. Tussen het verenkleed van het mannetje en het vrouwtje zit geen verschil.

Voortplanting

Koereigers maken hun nesten in groepen, vaak samen met andere reigersoorten. Dit doen ze ook omdat het verblijf in een grote groep reigers veiliger is voor predatoren. Het nest bestaat uit takjes, twijgen en rietstengels. Het mannetje verzamelt de takken en het vrouwtje bouwt het nest, dus er is blijkbaar weinig vertrouwen in de bouwkunst van het mannetje. Ze leggen een of twee legsels met 4 tot 6 eieren, zowel de man als de vrouw broeden op de eieren.

Voorkomen

De koereiger doet het goed in Portugal (net als in Spanje). De soort staat niet op de rode lijst van soorten die met uitsterven bedreigd worden. Sterker nog, ze gaan in aantallen langzaam maar gestaag vooruit. Wat is dat toch fijn om ook eens iets positief te kunnen vertellen, in tegenstelling tot veel andere soorten, over het voortbestaan van een soort. Ze breiden zich de laatste tijd ook uit over Zuid-Frankrijk en broeden daar inmiddels ook. Ze komen ook af en toe in Nederland voor maar dan hoofdzakelijk als dwaalgast.

Resumé

Als je door de fraaie natuur van Portugal toert en vee ziet grazen dan loont het de moeite om op te letten of er koereigers in de buurt zijn. Ook is er dan een kans dat je dit kleine reigertje ziet meeliften op de rug van een paard, koe, schaap of een geit. Opvallend was dat ik in Portugal vroeg in de ochtend grote groepen koereigers voorbij zag vliegen, op weg naar de foerageergebieden en tegen de avond weer grote groepen koereigers zag, op weg naar de overnachtingplaats. Waarschijnlijk sluiten zich onderweg koereigers aan bij de groep. Op de foto hieronder heeft de koereiger een honderdpoot gevangen die met smaak naar binnen gewerkt wordt. Eet smakelijk!