Joaquim Costa schreef een verhaal op een Portugees weblog over vroeger. Hij herinnerde zich de buurtwinkel, annex kroeg, de mercearia, in zijn dorp en de belangrijke rol die die plek speelde in de dorpsgemeenschap. Dit is zijn pequena história.
’s Morgens
Terwijl de zon zich nog schuilhield achter de heuvel van Nossa Senhora da Assunção1, was Zé al bezig met het openen van het grote slot op de deur van de dorpswinkel. Naast hem stond een groepje mannen ongeduldig te wachten met een peuk Três Vintes tussen hun vingers, klaar voor hun ochtendritueel van twee glazen aguardente.
Sommigen kwamen op de fiets, anderen liepen, allemaal klaar voor weer een werkdag. Ze bliezen vuur uit hun mond, dankzij een genoten glas aguardente.
Ik herinner me nog goed hoe belangrijk de dorpswinkel was, bijna net zo belangrijk als de kerk. Voor de mis nam je een neguinho (glas rode wijn) om de hoest te onderdrukken en na de mis nog een om de weg naar huis terug te vinden.
De kerk en de dorpswinkel waren de pilaren van het dorp: de één voedde de ziel en de ander het lichaam. Daarom waren de pastoor en de kruidenier de meest gerespecteerde mensen in het dorp, zelfs meer dan de gouverneur!
Er was ook een soort verbond tussen de kerk en de winkel. Met Pasen ging de priester de kroeg binnen om het kruis te laten kussen door de stugge kerels, en de kruidenier werd altijd gevraagd om de feesten te organiseren ter ere van de beschermheilige.
Al jong zag ik de armoede in veel gezinnen. Het trof me diep in het hart om vrouwen te zien smeken bij Zé om een stuk brood, een stukje kabeljauw en wat rijst voor de lunch dat ze mee naar huis namen voor hun mannen die in de steengroeve werkten. Zé zei altijd nee vanwege de oplopende schulden, maar hij gaf uiteindelijk toch altijd toe. Als hij al het geld had gekregen dat op de tab had gestaan, dan was hij nu een rijk man geweest.
Op zondag, na de mis, verzamelde iedereen zich in de buurtwinkel en deed zijn ding. Sommigen wachtten op hun beurt bij de schoenpoetser. Anderen stonden bij de kapper in de rij om hun haar en snor te laten knippen. Weer anderen gingen naar een vergadering van de lokale club. De jongsten namen zes stokken mee en gingen naar het Bela-veld voor de voetbaltraining. Enkele mannen speelden ring-gooien en soms een schietspel met luchtdrukpijlen. Anderen namen deel aan de wekelijkse bijeenkomst van de Caixa dos vinte amigos, een soort lokale bank waar iedereen een maandelijks bedrag inlegde en de rijksten rente ontvingen. Er werden leningen verstrekt tegen een onderhandelde rente. Dona Branca2 was toen nog niet op het toneel verschenen!
’s Middags
In de middag leek de winkel wel een kippenhok, zoals Zé zei, vanwege de vrolijke kout van de vrouwen. Naast zijn werk had hij ook veel leuke momenten door de geanimeerde gesprekken van al die vrouwen die daar samenkwamen. Velen kwamen iets kopen wat ze niet nodig hadden, alleen maar om bij te kunnen kletsen op die bijzondere ontmoetingsplaats.
’s Avonds
Vanaf zeven uur ’s avonds kwamen de mannen aan, uitgeput, maar klaar voor een gezellig samenzijn. Ze speelden kaart (en dronken), ze speelden domino (en dronken), zongen uitbundig (en dronken), werden soms boos, vochten en maakten het dan weer goed met een drankje. Ze gingen naar huis met een slok op, maar klaar voor een nieuwe werkdag. Deze ontmoetingen waren veel lastiger te beheersen.
Alles gebeurde hier, in de buurtwinkel, tevens de kroeg. Dit was het leven in het dorp.
Er was geen behoefte aan advocaten of rechters, alle geschillen werden opgelost met veel geschreeuw en gekibbel. En uiteindelijk werd alles beslist door de eigenaar van de buurtwinkel of door de belangrijkste persoon in het dorp, meneer pastoor.
Een slechte gewoonte
Bij een van de onopgeloste geschillen besloot een dorpsbewoner, een vaste klant van de kroeg en liefhebber van rode wijn, naar de stad te gaan om advies in te winnen bij iemand die verstand had van de wet. Het overleg vond plaats in een café waar geen wijn werd verkocht, dus bestelde hij koffie. Voor elke sigaret Três Vintes bestelde hij een kop koffie, net zoals hij glazen wijn zou bestellen in de kroeg. Hij dronk net zoveel koffie als er sigaretten in het pakje zaten. Zijn lichaam kon daar natuurlijk niet tegen, dus moest hij met spoed naar het ziekenhuis om zijn maag te laten leegpompen. Hij keerde terug met de ambulance, nadat hij de kroeg als zijn thuisadres had opgegeven en de brandweerlieden had uitgenodigd om samen met hem een drankje te doen …
Met dank aan Joaquim Costa die dit verhaal opschreef.
Voetnoten
- Heiligdom ten noorden van Porto ↩︎
- Maria Branca dos Santos, beter bekend als Dona Branca, was de beroemde ‘Bankier van het Volk’, een woekeraarster die in de jaren 1980 in Portugal voor een enorm financiële schandaal zorgde. ↩︎
Hans zegt
Wat een gigantisch historisch verlies, heftig. Afgezet tegen de huidige massaal bezochte festivals en het gejakker naar het volgende, met nog meer drank, drugs en sex….en zinnen verdovend oerend hard met alleen herhalend dram gedreun
Keytsman Florent zegt
Wat 1 geweldig interressant leven , in verschillende landen en steeds met mensen werken en leren kennen.
zelf doe .k.vrijwilligerswerk in 1 ziekenhuis te Waregem en bemerkt het plezier om telkens met patienten te kunnen babbelen.
graag wil .k.dit ook in Portugal doen , want Belgium verlaat .k.vroeg of (ni te laathe), het komt wel ,Jezus zou gezegt hebben , ga&vrees niet,Florent Keytsman