De botanische tuin van de Universiteit van Trás-os-Montes en Alto Douro (JBUTAD) beslaat 120 hectare aan gevarieerde landschappen en is ingedeeld in 16 thema’s. De tuin is rijk aan 1000 inheemse, gekweekte planten. Het herbarium en het interpretatiecentrum maken deel uit van dit academische (eco)reservaat.
De hortus werd geopend in 1988 en valt onder het Biodiversity Preservation Program, een samenwerkingsverband van openbare en privé-instellingen en Vila Real. Alle in Portugal voorkomende ecosystemen zijn er ‘nagebootst’.
Ontwerp
De universiteitsgebouwen worden omringd door grote bomen en langs de aanvoerwegen is de begroeiing laag gehouden. Hierdoor liggen de diverse faculteiten van de campus als het ware verstopt. Dit trapsgewijze ontwerp is van de tuinarchitect Luís Fernando Torres de Castro, een voormalig professor en rector van de UTAD.
Diversiteit
De gemeente Vila Real maakt zich sterk voor behoud van diversiteit. De hortus biedt onderdak aan de meest gevarieerde druivensoorten en een aanzienlijke verzameling aromatische, archaïsche en geneeskrachtige planten. Er zijn wilde fruitbomen, bodembedekkers, sierheesters, kelkplanten, plantjes die op kiezels groeien, soorten bossen, heide, zonneroosjes, vlinderbloemen, mirte en vaatplanten.
Adoptie
Voor de instandhouding van bedreigde planten verzamelt de UTAD hun zaden voor voortplanting. Deze ‘verloren’ rassen en soorten worden gestekt en geadopteerd (soms gekocht) door docenten, studenten, medewerkers en bezoekers. Hierdoor gaat verspreiding van kennis en bescherming van bedreigde planten hand in hand.
Onderscheidend
Rector António Fontaínhas Fernandes zegt: “De UTAD steunt projecten die Noord-Portugal dynamischer maken door het beschikbaar maken van kennis en gespecialiseerde mankracht aan projecten gerelateerd aan bosbouw, landbouw, veeteelt, aardwetenschap, toerisme, technologische & sociale innovatie en werkgelegenheid. De academie ontwikkelt bijvoorbeeld projecten op het gebied van vleestechnologie in Famalicão. In Guimarães is ze betrokken bij het werk van het landschapsobservatorium. In Montalegre ontwikkelt ze bosbouwprojecten, in Santa Marta de Penaguião helpt ze kinderen met leermoeilijkheden en in Alfândega da Fé worden projecten op gebied van sociale innovatie ontwikkeld.
Een van de meest belangrijke doelen die het JBUTAD zich heeft gesteld, is het propageren van een duurzame aanpak en ontwikkeling. Zij is een haast permanente partner van gemeenteraden, verenigingen, scholen, particuliere entiteiten en openbare diensten bij educatieve acties en projecten. Hiervoor heeft zij een aantal protocollen ontwikkeld die samenwerking met Noord-Portugese provincies vergemakkelijken. De meeste acties komen ten goede aan de lokale bevolking. De JBUTAD heeft (1) gidsen, brochures en folders opgesteld over routes, wandelpaden en fietsroutes; (2) organiseert thematische excursies over natuurlijke hulpbronnen; (3) geeft lessen en lezingen; (4) zorgt voor aanleg van plantages en (5) organiseert tentoonstellingen.
Thema’s
Hieronder een aantal van de indrukwekkende verzameling bomen en planten:
Aromaten
De verzameling aromaten en medicijnen laat zien dat deze voor talloze doeleinden gebruikt kunnen worden. De collectie bestaat uit zo’n 100 soorten en ondersoorten uit Portugese dorpen en steden, zoals salie (Salvia spp.), kamille (Matricaria spp.), tijm (Thymus spp.), oregano (Origanum virens subspp.), bosbessen (Myrtillum spp.), bramen en frambozen (Rubus spp.), bijvoet (Artemisia spp.).
Fruitbomen
De verzameling (wilde) fruitsoorten (door de mens verspreid) zijn een voorbeeld van integratie in agro-ecosystemen, zoals meidoorn (Crataegus monogyna), sleedoorn (Prunus spinosa), peer (Pyrus spp.), rozenstruiken (Rosa spp.) en aardbeiboom (Arbutus unedo). Door de mens en zijn agrarische activiteiten hebben ook andere fruitbomen zich in het landschap ‘genesteld’, dit zijn bijvoorbeeld kweepeer (Cydonia oblonga), loquat (Eriobotrya japonica), johannesbrood (Ceratonia siliqua), olijf (Olea europaea), amandel (Prunus dulcis), wilde kers (Prunus spp.), kastanje (Castanea sativa).
Heide
De heidecollectie vertegenwoordigt planten die zich tijdens het Krijt en Paleogeen hebben ontwikkeld. Tijdens deze periode beginnen bloeiende planten hun kelkblaadjes en bloembladen te wijzigen, waardoor ze aantrekkelijkere morfologieën creëren voor bestuivende insecten. Deze groep planten is buitengewoon interessant. Ze stellen ons in staat de variatie van bloembladcomposities te begrijpen. Er zijn twee subgroepen: bloemblaadjes die nog vrij zijn (de rhododendroïde) en bloemblaadjes die volledig of gedeeltelijk zijn samengevoegd (ericoïde), aan de andere kant de planten die al bloembladen hadden die volledig of gedeeltelijk waren samengevoegd.
Middellandse Zee
Deze collectie toont planten die zich in de loop der tijd hebben aangepast aan het mediterrane klimaat, een relatief recent klimaatfenomeen. Het Middellandse Zeegebied heeft een geschiedenis van minder dan 50 miljoen jaar en is onderhevig geweest aan vele glaciale en interglaciale perioden. Hierdoor werd het blootgesteld aan de meest uiteenlopende klimatologische omstandigheden. Om deze reden moeten we, wanneer we het hebben over de Middellandse Zee, heel voorzichtig zijn, aangezien deze omstandigheid niet onderhevig is aan een specifiek type klimaat, maar eerder aan een uiterst complex en gevarieerd historisch proces. In het westen van het Iberisch schiereiland komt mediterraanheid voor op zeer gevarieerde geologische substraten. Deze thematische collectie toont het type vegetatie dat voorkomt op overwegend kalkhoudende of basofiele substraten, zoals steeneikenbossen (Quercus rotundifolia) en beuken (Quercus coccifera) of Quercus faginea subsp. broteroi, met rozemarijn (Rosmarinus officinalis), mastiek (Pistacia lentiscus), heide (Erica spp.) en lavendel (Lavandula spp.) in de Alto Alentejo, Extremadura tot aan de Algarve Barrocal. Ook zijn er mediterrane eiken (Quercus robur) of zwarte eiken (Quercus pyrenaica), kurkeiken (Quercus suber) en steeneiken (Quercus rotundifolia).
De Noord-Portugese bossen zorgen, door hun grote hoogte, voor een zeer gevarieerde gelaagdheid, die zich kenmerkt door een diversiteit als bijvoorbeeld gaspeldoorn (Ulex spp.), heide (Erica spp.), zonneroosje (Cistus spp.), aardbeiboom (Arbutus unedo), brem (Cytisus spp.), heidebrem (Pterospartum tridentatum subspp.) of wollige rotsroos (Halimium lasianthum subsp. alyssoides).
Bodembedekkers
In de verzameling bodembedekkers vinden we lage struiken met dichte takken op de rotsachtige of zeer verarmde gronden, zoals jeneverbes, zonneroosje, sargasso, gaspeldoorn en heidebrem. Dit illustreert dat planten zich kunnen aanpassen aan een onmogelijke ‘leefomgeving’. Het leert ons mensen om deze vorm van vegetatie te gebruiken ter grondbedekking, zodat het vocht en voedingsstoffen optimaal bewaard en gebruikt worden. Dit is vele malen goedkoper en beter dan de aanleg van gazons of andere vocht- en kunstmestverslindende vegetaties.
Kenniscentrum
Het Interpretative Center is bestemd voor activiteiten zoals schoolbezoeken, congressen en workshops. Een bezoek aan dit kenniscentrum wordt, door de keur aan virtuele animaties en gedetailleerde informatie, een bijzondere ontdekkingsreis door het plantenrijk. Hierdoor is de UTAD-tuin weliswaar een spil van wetenschap en onderzoek, maar door zijn toegankelijkheid ook een prachtige plek voor leken. Men kan op een relaxte manier over de geheimen van verre en nationale vegetatie en landschappen leren of ze simpelweg bewonderen.
Auditorium
De collectie Jardim para Portugal is een informatiebron over de florarijkdom van Portugal. Er is ook een collectie gedroogde planten (herbarium) van ongeveer 2250 verschillende rassen uit Trás-os-Montes, het Iberisch schiereiland, Noord-Afrika en Centraal-Europa. Tevens is er een kiemplasmabank met bijna 20 duizend soorten flora.
Luister naar een interview met António Luís Crespi.
Digitale flora
De database verzamelde afgelopen jaren uitgebreide informatie over vaatflora. Door het gebruik van een gedetailleerd identificatieformulier kan de gebruiker van deze flora informatie en beeldmateriaal vinden over taxonomie, systematiek, fysionomische typen, algemene verspreiding, preferentiële habitat, bloeiseizoen en de algemene namen van elke soort, ondersoort of verscheidenheid. Deze omvangrijke databank – die vanuit elk land ter wereld op elk moment van de dag beschikbaar is – van de flora van Zuid-Europa wordt met name online zeer frequent geraadpleegd.
Praktische info
De toegang is gratis. Het bezoek aan de tuin begint bij het Interpretatiecentrum. Alle objecten zijn voorzien van een bordje met een QR-code. Als je die scant met je smartphone kom je uit op het relevante tekstblok van de JBUTAD-website. Voor allen die een Instagramaccount hebben, zie hier mooie planten die het JBUTAD regelmatig post. En wat te denken van de gratis apps als PictureThis. Bekend maakt bemind!
Lucia van den Bergh zegt
Wat mooi! Daar kunnen onze botanische tuinen en universiteiten nog wat van leren!
Lucia
Gerard Bos zegt
Lotte, je hebt me enthousiast gemaakt om binnenkort eens naar Vila Real te reizen!
Petra zegt
Prachtig weergegeven! Als we weer eens in de buurt komen, dan gaan wij deze mooie botanische tuinen zeker aanschouwen!
leni zegt
Wat zou de beste tijd van het jaar zijn om de tuin te bezoeken?
Lotte Akkerman zegt
Dag Leni, filosofisch gezien heeft elk jaargetijde van alles te bieden aan ons kijkers, maar praktisch gezien is het vroege voorjaar het mooist en ook de vroege herfst is meer dan prachtig.
Lydia zegt
Goed om te lezen. We waren er een keer in hoog zomer, in augustus, de campus was uitgestorven en alles was uitgebloeid en dor.
En zonder duiding of leven, maakte het allemaal niet zo’n spectaculaire indruk.
Maar door dit artikel gaan we nog een keer terug in mei. Dank!
Lotte Akkerman zegt
Verleden jaar is de UTAD structureel verbouwd. Ook de tuin was daardoor niet meer te bezoeken tot groot verdriet van António Luis Crespi. Er is met man en macht gewerkt en de tuin is heus en waarachtig een bezoek waard.