Vandaag 20 jaar geleden (14 april 2005) opende dit iconisch gebouw officieel de deuren, zij het na een echte lijdensweg. Laat me toe, beste lezer, om jou mee te nemen terug naar 1999. Porto is bevestigd als Europese Culturele Hoofdstad voor 2001 en als eerste link met de Lage Landen krijgt ook Rotterdam voor datzelfde jaar deze (tijdelijke) titel toegekend. Er worden kosten noch moeite gespaard om de stad internationaal in het daglicht te stellen en zo wordt ook een nieuw en groots opgezet concertgebouw gepland om een resem aan topconcerten behoorlijk onderdak te geven.

De architectuur
Het Casa Da Música komt op de tekentafels in een internationaal concours met 26 toppers. Het project wordt finaal toegekend aan de Nederlandse internationaal befaamde architect Rem Koolhaas, die volgend jaar (in 2000 dus) de Pritzker Architecture Prize zal winnen, zowat de nobelprijs voor architectuur. De werken worden nog in datzelfde jaar 1999 aangevat. Aan de buitenkant valt het gebouw op door het strak en modern ontwerp en de ongebruikelijke vorm tussen de historische gebouwen in het centrum van Porto. Grote panelen van wit beton, uitgewerkt in de meest onmogelijke hoeken, vormen een unieke creatie.

Ook binnenin vinden we het asymmetrische van het ontwerp terug, waarbij de gebogen muren een uitzonderlijke akoestiek opleveren. Nicolai Ouroussof, architectuurrecensent van de New York Times, beschouwt het project als “een gebouw waarvan de intellectuele ijver wordt geëvenaard door haar sensuele schoonheid, een van de belangrijkste concertgebouwen van de afgelopen 100 jaar”.
Helaas, driewerf helaas
Aan het schitterende ontwerp zit ook een keerzijde van de medaille. Door de vooruitstrevende moderniteit van het project staan de ingenieurs voor ongeziene uitdagingen. Er zijn nooit uitgevoerde technieken van doen en deze vertragen de constructie in die mate dat niet alleen het prijskaartje blijft oplopen. Ook de opleveringsdatum blijkt al snel een absolute utopie te zijn. Het kostenplaatje wordt finaal afgeklopt op meer dan 100 miljoen euro en tot overmaat van ramp gebeurt dat pas in 2005, wanneer op 14 april het gebouw eindelijk officieel geopend wordt. Porto is dan al meer dan drie jaar Europese Culturele Hoofdstad af…
Delfts blauw

In de VIP zaal vallen de wand- en plafondtegels op, die taferelen uit de Portugese en de Nederlandse geschiedenis voorstellen. Hier heeft Koolhaas de brug tussen beide landen willen slaan door gebruik te maken van Portugese azulejos, echter wel gebaseerd op de blauw-witte faience die in het 16de eeuwse Nederlandse Delft ontwikkeld werd. Die vormde een goedkoper alternatief voor het dure Chinees porselein, dat eerst door de Portugezen en later door de Nederlanders zelf in de Lage Landen werd geïntroduceerd.
De Belgische inbreng

Maarten Van Severen (1956-2005) was een Belgische meubelontwerper en interieurarchitect met veel artistiek bloed, als zoon van Dan (kunstschilder) en vader van Boris (acteur). In zijn korte carrière – hij wordt amper 48 jaar en zal de opening van het Casa da Música net niet meemaken – wordt hij toch een gerespecteerde naam in de internationale designwereld. Hij werkt dikwijls samen met Rem Koolhaas en in Porto staat hij in voor het ontwerp van de auditoriumzitjes in de concertzaal.
En de muziek?
Ook op muzikaal vlak zijn een aantal interessante links te verzamelen. Grote namen als Toots Thielemans (in 2008) en de Belgische componist Wim Mertens (in 2020) zijn er te gast. Maar het project Follow The Songlines verdient hier wat extra aandacht vanwege de vele links met de Lage Landen. De Brusselse jazz- en chansonzanger David Lynx en de Portugese jazz diva Maria João brengen in 2008 een aantal interessante namen bijeen voor de live-opname van het gelijknamige dubbelalbum in Porto (uitgebracht 2010).

Onder de muzikanten noteren we de onvolprezen Portugese pianist Mário Laginha en zijn Nederlandse collega Diederik Wissels. Een aantal nummers wordt begeleid door het Orquestra Nacional do Porto (later omgedoopt tot Orquestra Sinfónica do Porto Casa da Música), gedirigeerd door niemand minder dan de Gentse componist en dirigent Dirk Brossé. Misschien niet zo bekend bij het brede publiek, maar als referentie kan toch tellen dat hij door John Williams – de componist voor alle Star Wars films en bijna alle Steven Spielberg films – werd gevraagd om de London Philharmonic te dirigeren op de Star Wars in Concert World tour. De samenwerking met het symfonisch orkest maakt van deze ontmoeting tussen Portugese jazzmuzikanten en hun collega’s uit de Lage Landen een bijzonder interessant muzikaal gebeuren.
Een holandês in Porto
Als we het over Porto en de Lage Landen hebben, kan ik onmogelijk om de Nederlandse baritonsaxofonist Henk van Twillert heen. Opgeleid in Amsterdam is hij een veelgevraagde gastmuzikant en dat brengt hem, om maar twee gelegenheden te noemen, zowel op de opening van het Ajax stadion Arena in Amsterdam als op het slotconcert van de EXPO ’98 in Lissabon. Sinds jaar en dag verdeelt hij immers zijn tijd tussen Nederland en Portugal. Na een jarenlange carrière als vast docent saxofoon aan het Amsterdamse Conservatorium, is hij daar nu als gastdocent aan de slag. Anderzijds doceert hij sinds 1989 ook in Porto aan de Escola Superior de Música e Artes do Espetáculo . In de Lage Landen richtte hij in 1979 het befaamde Amsterdam Saxophone Quartet op en in 1993 ging hij samenwerken met het Amsterdam Soloist Quintet. In Porto stond hij dan weer aan de wieg van het Orquestra Portuguesa de Saxofones (1999). Veel van zijn studenten kwamen met hem terecht in nog andere saxofoongroepen zoals Vento do Norte. Alles netjes verdeeld, hoe dicht kan je het Nederlands-Portugees-zijn benaderen? In 2002 maakt Van Twillert samen met wijlen Carlos do Carmo – een mythe in de Portugese fado – het album Fado Saudades.

Johan de Meij is een befaamde Nederlandse dirigent en componist. In 2019 dirigeerde hij in Porto de Banda Sinfónica Portuguesa bij de uitvoering van zijn werk Fellini, een ode aan de surrealistische en dromerige wereld van de legendarische Italiaanse filmmaker Federico Fellini. Van Twillert is er gastmuzikant, als personificatie van een clown, en geeft het werk een apart theatraal element. De videoclip is niet alleen goed voor een klein half uur topmuziek maar geeft ook een prachtige inkijk in die schitterende concertzaal van het Casa da Música.
Verwacht
Mocht al dit moois jou in de verleiding brengen om het Casa da Música (nog) eens van dichtbij te gaan bekijken, dan komen er een paar goede extra redenen aan. Binnenkort, op 28 april, kan je Warhaus gaan zien, het Belgische soloproject van Maarten Devoldere, lid van de groep Balthazar (tickets). Later dit jaar, op 15 november, komt de Nederlands componist en pianist Joep Beving eraan (tickets).
Cinco Estrelas * * * * * – Saudade in een jazzy kleedje
Als uitsmijter een recente uitgave. Voormelde artiesten Maria João en David Lynx zijn ook graag geziene gasten bij het Brussels Jazz Orchestra, dat zelf geen vocalisten in zijn rangen telt en dus regelmatig beroep doet op externe artiesten. Het orkest nodigde voor zijn recent project Naima Joris uit, een jonge Belgische zangeres wiens carrière sinds COVID-19 loopt als een sprookje.
Met Saudade gaan ze samen voor een “…sfeervolle reis langs het repertoire van o.a. Amália Rodrigues, Leonard Bernstein, Cesária Évora, Abbey Lincoln en Stromae. Hoewel de projecttitel Saudade meestal vertaald wordt als een emotionele mix van verlies, gemis en liefde, wordt het begrip door BJO en Naima Joris benaderd met een levendige muzikale energie…“. Begin maart is hiervan een EP op de markt gekomen, waarop ook het fadonummer A Gaivota staat, een klassieker van Amália Rodrigues. Het is een afwijkende jazzversie geworden van een absoluut subtiele schoonheid.

Geef een reactie