Ik wandel, of eigenlijk: ik rij tegen Matrena aan. Nog geen vijftien minuten van mijn huis in Tomar via de N110 naar het zuiden sla ik bij Santa Cita af naar het zuidoosten. De N358-1 volgend die op zijn beurt de rivier volgt, de Rio Nabão, in de richting van de samenstroming met de Rio Zêzere om tezamen uiteindelijk bij Constância de Rio Tejo te bewateren, stuit ik op een van de indrukwekkendste industriële monumenten die ik tot dusver ontdekte in Portugal. En dat waren er best een boel. De papierfabriek van Matrena schreef geschiedenis.
En de situering daar aan de rivier is een droom.
Sterke val
De N358-1 heet na Santa Cita de Estrada Fábrica, dus er is geen vergissing mogelijk. En snel rij ik recht op een indrukwekkende muur af die slechts de smalle kop blijkt te zijn van de enorme steenmassa van de lange wand van de oude fabriek. De weg heeft aan de rechterkant een aantal, zij het kleinere, gebouwen die tot het fabriekscomplex behoren; terwijl aan de andere kant ook de rivier zich een weg baant tussen twee delen van het complex door. Het is daar, aan de Nabão, dat Matrena het indrukwekkendst is: het snelstromend water “giert” door de nauwte tussen de gebouwen, maakt daar een flinke en zeker na de regen van de eerste maanden van 2018 sterke val, en passeert onder een mooie stoere in 1706 door Nicolau de Pina gemetselde boogbrug die aan Venetië doet denken.
Als ik de N358-1 zou blijven volgen, zigzagt de weg bovenlangs de Nabaõ door nauwe ravijnen waarvan de wanden dichtbegroeid zijn met, u raadt het, vooral de fameuze eucalyptus, en derhalve langs hellingen die klaarblijkelijk vorige zomer brandhaarden waren. Ik stap uit en loop langs de lange fabrieksmuur. Aan het eind gekomen wandel ik naar de brug. Het is vanaf deze brug dat het uitzicht het spannendst is: naar het noorden kijkend zie ik de val op zijn best en een ijle ijzeren loopbrug die twee fabrieksdelen verbindt – en gevels die al dramatisch van architectuur moeten zijn geweest voordat het nog dramatischer verval begon. Naar het zuiden blikkend is de nauwe ‘canyon’ bijna machtig en tegelijk idyllisch. Om goed van de gemetselde boog te kunnen genieten, moet ik aan de zuidkant afdalen in het ravijn, wat gemakkelijk kan aangezien er ruwe paden gebaand zijn.
Rood en blauw
Matrena. De naam heeft meer dan één betekenis. Een van de oudste papierfabrieken van Portugal. Een bedrijf dat gesticht werd door een vooruitstrevende en sociaaldenkende fabrikant die voor zijn werknemers (toen nog arbeiders genoemd) goede woningen bouwde nabij hun werkplaats.
Een bedrijf dat ook in ander opzicht voor zijn werknemers zorgde, bijvoorbeeld door een voetbalclub van werknemers te formeren en in stand te houden die jarenlang serieus meedeed in de competitie in Centraal-Portugal.
Er waren tijden dat Matrena drie concurrenten had in het district Tomar: Porto da Cavaleiros, Marianaia en Prado. Die zijn net als Matrena verdwenen. Enkel verderop, in Constância, staat nog de pulp- en papierfabriek waar ik het eerder in Portugal Portal over had; en in het niet ver van Tomar gelegen Torres Novas is ook nog een papierfabriek over, Renova, die heus wat te betekenen heeft op de nationale en internationale markt als producent van ‘wipes, towels, napkins and toilet paper’. Zoals een kritische blogschrijver, António Robelo, ontevreden over het magere economisch beleid van het districts- en stadsbestuur van Tomar, het een paar jaar geleden verwoordde: “Daar maken ze tenminste toiletpapier, terwijl in Tomar nu enkel nog schijt wordt geproduceerd.”
De sport kreeg voor het eerst in het voetbalseizoen van 1937-38 veel aandacht (het laatste seizoen was in 1988-89). Matrena speelde snel in de tweede nationale divisie, won ook kampioenschappen in de bedrijvencompetitie, verdween naar het districtsvoetbal van Santarém, kwam terug op nationaal niveau en zo ging het nog een paar keer op en neer – maar had náám en zijn clubkleuren rood en blauw waren wijd en zijd bekend. De eerste spelers kwamen van Santa Cita, waar het sportveld was (van een stadion was nooit sprake) en van het nabijgelegen Asseiceira. De bekendste speler was ‘homeboy’ Ernesto Figueiredo, die later met Sporting Clube de Portugal de landsbeker mocht winnen en het landenteam van Portugal in 1966 de wereldbeker hielp veroveren. De sportactiviteiten van Matrena SG (Sports Group) bleven trouwens niet tot voetbal beperkt: ook handbal en basketbal werden competitief beoefend.
Sociale visie
In de annalen van de Knights Templar van 10 september 1327 werd al gewag gemaakt van de watermolen die werd gebouwd in de ‘Matrena Creek’. De door waterkracht aangedreven bedrijvigheid ging door de jaren heen van hand tot hand; zo kreeg Máximode Pina (een voorvader van de brugbouwer) in 1595 toestemming van Felipe I om er glas te produceren met als grondstof o.a. ‘micaceous’ klei van de Charal da Peralva. Een tijdje later ging er van alles mis, toen de Fransen onder Napoleon binnenrukten, wat ook in de buurt van Tomar tot bedrijfsvernielingen en plunderingen leidde.
Tegen het eind van de negentiende eeuw werd door een nieuwe generatie van eigenaren echt industrieel gedacht, te weten over spinnen en weven en het drukken van patronen op katoen. Het was António Rodrigues Claro die in 1890 met plannen kwam niet enkel voor een katoenfabriek maar ook voor de papierproductie. Pas in 1900, op 15 januari, was het echt zo ver; vanaf dat moment was Matrena een gespecialiseerde papierfabriek. Het werd een modelbedrijf door zijn kwaliteitsproduct en later door de sociale visie van de eigenaren zoals die zichtbaar werd in hun aandacht voor gezonde ontspanning en sportbeoefening, voor culturele activiteiten, en voor de woonomstandigheden en niet te vergeten de pensioenvoorzieningen van hun werknemers.
Wat dat betreft was Matrena vergelijkbaar met, bijvoorbeeld, Calvé in Delft in de tijd dat het daar nog de Gist- en Spiritusfabriek heette die zo vreselijk stonk; ik begrijp dat de resterende van diens ‘eenvoudige arbeiderswoningen’ intussen tonnen waard zijn. Veel van die van Matrena zijn helaas net als de fabriek zelf goeddeels vernield.
In 1999 had Matrena nog 160 werknemers. Het bankroet kwam in oktober. Het kwam niet zonder kabaal, want de vakbonden vonden dat er bij de verdeling van opbrengsten te weinig aandacht werd besteed aan de rechten van de werknemers. Er waren schulden aan het personeel ter hoogte van €2.4 miljoen, maar nadat de rechtbank in Tomar zijn proceskosten had geïncasseerd en de Caixa Geral de Depósitos zijn rechtmatige hypothecaire centen had gedeclareerd konden de vakbonden bij het hoger gerechtshof in Coimbra enkel nul op het rekest in ontvangst nemen. Eenzelfde afwijzende beslissing volgde later bij het hoogste gerechtshof, in Lissabon.
Voor wie Portugees leest en letterlijk alles over de geschiedenis van Matrena wil weten is er sinds enige jaren het 700 pagina dikke Matrena van de hand van Leonel Vicente. Die vertelt ook over het trieste eind van de laatste der eigenaren, Henrique Fernando Nunes Campos, die na het faillissement in een al bijna onttakelde fabriek vermorzeld werd in een van de laatst overgebleven persmachines. Een ongeluk? De mooie boog was een brug der zuchten geworden.
Update 2021 – het hele complex met oppervlakte van 19.854m2 staat voor slechts EUR 500.000 te koop. Wiens handen jeuken?
Henk W. Gianotten zegt
Interessant verhaal over de teloorgang van Matrena. Sinds de crisis van 2008 zijn er in vrijwel geheel Europa papierfabrieken gestopt, zijn productlijnen gewijzigd (denk aan het “internetkarton!”) en capaciteiten drastisch teruggebracht. Nu de economie flink aantrekt blijkt de capaciteit van krantenpapier echter onvoldoende te zijn. De bijlage van de Volkskrant wordt nu extern op gecoat offsetrotatiepapier gedrukt omdat de inkopers te laat waren en/of te weinig krantenpapier hadden ingekocht. De persen van de Persgroep staan daardoor meer stil en de externe drukker Roto Smeets moet meer berekenen omdat zowel het papier als het drukproces aanzienlijk duurder zijn. Bovendien is er meer energie nodig om de heatsetoffsetrotatieinkt in een gasoven te drogen. Het enige Nederlandse (nationalistische?) voordeel is dat de Sir Edwin bijlage niet meer in België maar in Nederland wordt gedrukt. Andere bijlagen van de dagbladen van de Nederlandse tak van de Persgroep worden overigens binnenkort in Denemarken gedrukt omdat die drukker wel voldoende voorraad had ingekocht en zó deze drukorder kon realiseren. Jammer voor Portugal dat de afstand te groot is want anders hadden zij krantenbijlagen voor Nederland kunnen produceren.
Else Kok zegt
Wat een schitterend stuk en ook prachtige foto’s, maar wat een tragiek.
En als ik dan lees wat er tegenwoordig gebeurt, daar begrijp ik dan niets, of niet veel van.
Is dat wat men mismanagement noemt, zeker.
Met vriendelijke groet, Elsa