In februari 2012 was ik voor de tweede keer in Évora. Évora is een mooi, verstild stadje in de Alentejo, met witgeschilderde huizen, omlijnd met geel. Deze keer had ik echter een ander doel met mijn bezoek dan alleen genieten van de sfeer, ik wilde graag naar de ‘Capela dos Ossos’, oftewel de ‘kapel van de beenderen’.
Je loopt er via een gang en een grote toegangshal naar toe. Vervolgens betreed je de kapel door onder een boog door te lopen met de spreuk ‘Nós ossos que aqui estamos pelos vossos esperamos’ – onze botten die hier zijn wachten op die van jullie’. Met deze grimmige boodschap tussen de oren kom je dan uiteindelijk de kapel zelf binnen.
En dan weet je niet goed meer waar je moet kijken: overal botten en schedels, in patronen aan de muur bevestigd. Ook de pilaren zijn opgebouwd uit beenderen en ergens aan de muur hangt zelfs een volledig skelet. De plafonds zijn met zachte kleuren beschilderd in bijpassende motieven en onderaan is een rand met oude, verweerde azulejos. Achterin de kapel is een mooi altaar.
De kapel behoort tot de São Fransiscokerk en is tijdens de contrareformatie gebouwd door Fransiscaner monniken. Het doel van de bouw was om mensen te herinneren aan de kortstondigheid van het leven, maar vormde tegelijkertijd een oplossing voor een zeer banaal, praktisch probleem: in die tijd waren er wat teveel begraafplaatsen die kostbare ruimte van het groeiende Évora innamen. De begraafplaatsen werden geruimd en de botten werden op deze unieke wijze bij elkaar gebracht in de kapel. In totaal zijn er ongeveer 5000 beenderen aanwezig.
De sfeer in de kapel is vredig en toch ook een beetje luguber. Zoveel botten zag ik nog nooit bijeen en de gedachte dat ze echt zijn is beklemmend. Toch is het respectvol gedaan en het is zeker uniek. Ik zal de ervaring zeker niet vergeten.
Update 2021 – Mariëlle : “Begin jaren negentig reisde ik meerdere keren per jaar van Amsterdam naar Lissabon, om daar opgehaald te worden door mijn ouders, die een tijdje in Batalha woonden. Ook studeerde ik een poosje in Aveiro en dat was de periode dat ik Portugal definitief in mijn hart sloot als tweede vaderland. Ik weet het nog goed: ik zat in de bus van Aveiro naar Leiria, zoals elke week, om mijn ouders te bezoeken. Ik keek uit het raam en ineens voelde ik het: dit is mijn land, hier ben ik thuis. Nu is het al weer jaren geleden dat ik er was, maar ik zal zeker nog een terug gaan. En tot die tijd, nou ja… saudades!”
Trudy Schalke zegt
Ooit ben ik ook in de “kapel van de beenderen” geweest, ook ik vond het, na het griezelige, een rustiek geheel, met eerbied voor de doden gemaakt.