Santa Luzia is een vissersdorp dat deel uitmaakt van de gemeente Tavira. Het dorp ligt in het natuurgebied Ria Formosa, beschermd tegen directe invloed van de Atlantische Oceaan door het eiland van Tavira dat voor de kust ligt.
Al sinds de zestiende eeuw wonen er vissers op deze plek. In 1577 stichtten de bewoners een kapel die gewijd was aan Luzia, de beschermheilige van blinden en ooglijders. Tegenwoordig telt Santa Luzia 1455 inwoners en is daarmee de kleinste deelgemeente van Tavira.
In de jaren twintig van de vorige eeuw namen de vissers van Santa Luzia een besluit dat hun dorp tot op de dag van vandaag op de kaart zet. Ze besloten zich toe te leggen op de vangst van octopus.
A capital do polvo
De Octopus vulgaris noemen we in het Nederlands octopus of kraak, in het Portugees polvo. Deze grote inktvis heeft acht armen en voedt zich met krabbetjes, kreeften en mosselen. Hij leeft in ondiep water, verschuilt zich overdag graag in een rotsspleet of holte en is ’s nachts actief op jacht. Zijn levenscyclus van larve tot volwassen dier duurt ongeveer een jaar. De mannetjes sterven na de paring. De vrouwtjes leggen dan tot 200.000 eieren en bewaken die tot ze uitkomen. Daarna sterven zij ook.
Tot op de dag van vandaag is Santa Luzia de enige Portugese haven die zich uitsluitend toelegt op de vangst van octopus. Het dorp noemt zich vol trots “de hoofdstad van de octopus”.
De afgelopen 25 jaar bracht men – afhankelijk van het seizoen – maandelijks tussen de 7 en 250 ton octopus aan wal. De vissersvloot bestaat uit 38 boten, 17 boten tot 9 meter lengte en 21 boten die langer zijn.
Er wordt ’s nachts gevist. Overdag slapen de vissers, leggen een kaartje, spelen een spelletje petanque, drinken een glaasje of werken aan herstel van hun vistuig.
Kruiken en korven
Om octopus te vangen maakt men gebruik van kruiken en korven. De kruiken – vroeger van aardewerk, tegenwoordig van plastic – zijn plekken waar de octopus zich graag in verschuilt. De korven worden gemaakt van plastic gaas dat met touw in elkaar wordt geregen. Er wordt aas in gelegd waar de octopus op afkomt.
De kruiken of korven worden met een tussenruimte van tien meter aan een touw geknoopt dat enkele honderden meters lang is en zo in het water gehangen. Elke vissersboot heeft zijn eigen, unieke knoop. Daaraan herkennen de vissers hun eigen korven en kruiken.
Er zijn twee regels in de octopusvisserij waar men zich aan moet houden. De gevangen octopus moet een minimumgewicht van 750 gram hebben en het aantal vangkruiken en -korven is beperkt.
Elke boot mag 3000 kruiken aan boord hebben, het aantal korven is afhankelijk van de bootlengte: 750 voor boten korter dan 9 meter, 1000 voor boten van 9 tot 12 meter, 1250 voor boten die langer zijn dan 12 meter.
Als bijvangst haalt men in de korven ook kreeften en krabben binnen.
Export
Vroeger toen er nog geen koel- of diepvriestransport was, werd verse octopus alleen aan de kust gegeten. De octopus die verder het land in ging, hing men te drogen. Die moest dan voor gebruik eerst worden geweekt.
Spanje is de grootste afnemer van de Portugese octopus. Voor eigen gebruik importeert Portugal vaak weer octopus uit Noord-Afrika: Mauretanië, Senegal en Marokko.
Recept voor polvo
Waag je je liever niet zelf aan het klaarmaken ervan, dan zijn er in Santa Luzia restaurants die de polvo op verschillende manieren bereiden. Durf je het wel aan, dan volgt hieronder een eenvoudig recept voor een feestelijk maal.
Een verse octopus moet eerst “mals” geslagen worden op een harde ondergrond. Koop je de octopus diepgevoren of leg je de verse octopus drie dagen in de diepvries, dan is dat niet meer nodig.
Leg de octopus met een laurierblad, een ui en zout, zo’n twee uur in water dat tegen de kook aan gehouden wordt. De octopus is gaar als hij lekker mals is, maar nog wel beet heeft. Laat hem uitlekken en knip de tentakels met een schaar in stukjes. Bestrooi deze daarna met grof zeezout en besprenkel ze met goede olijfolie. Naar smaak kun je de polvo kruiden met mild paprikapoeder of komijn en knoflook uit de pers.
Liz4 zegt
Fantastisch Maja en precies zoals het hier is in Santa Luzia. Wonen al weer jaren in deze rustige plaats. Dank voor dit leuke stukje!
Michiel van Dam zegt
Santa Luzia. “Het is een privilege om daar te wonen.” Woorden van een Portugese vriendin die het weten kan. Ik ben het helemaal met haar eens. Mijn eerste drie jaar als inwoner zitten erop. Het aantal buitenlanders dat hier inmiddels is neergestreken groeit gestaag. Santa Luzia valt overduidelijk in de smaak. En de polvo? Je moet ervan houden!
Fijne buren ook. Tavira – wát een aantrekkelijke stad! – en het groene (vakantie)villadorp Pedras d’El Rei.
Maja Kersten zegt
Dank voor je reactie, Michiel. Santa Luzia behoort tot de gemeente Tavira, dus ik kan met recht dit volksrijmpje uit de 16e eeuw nazeggen: ‘Quem ûa vez morou em Tavira,
Sempre por ela suspira.’ (Wie eenmaal woonde in Tavira, blijft voor altijd naar haar verlangen.)
Michiel van Dam zegt
Zojuist jouw ‘Santa Luzia, de hoofdstad van de octopus’ weer eens gelezen.
Sinds kort is mijn woonplaats een Rota do Polvo rijker. Op 10 oranjekleurige informatieborden wordt in het Portugees en Engels beschreven wat jij Maja op 2 mei 2017 al zo voortreffelijk meldde. Met foto’s die het een en ander verlevendigen.
Vanaf het eerste bord, op het pleintje naast de visafslag, word je verder verwezen naar de genummerde panelen. Die staan op plekken waar menigeen anders niet komt. Dus komt dat zien!
De krant Postal publiceerde op 5 juni 2023 over de Rota do Polvo.
Ik eindig deze reactie met het van mij bekende ‘Santa Luzia, je zou er maar wonen’.
Michiel van Dam zegt
Maja Kersten noemt Santa Luzia een vissersdorp en dorp. Niets op tegen, Maja!
Ik ken hier Portugese inwoners die mij al eens vriendelijk-bestraffend gewezen hebben op de status van ‘Vila’ van hun woonplaats. Niets aldeia, VILA! Op zijn nederlands stadje.
Goede buur Tavira – de parel van de Algarve – is een cidade, een stad. Heeft onder andere met inwonersaantal te maken.
Vissersdorp bekt sympatiek. Gewoon blijven doen, Maja!