Wie nietsvermoedend Aldeia da Luz binnenrijdt, zal verbaasd reageren. Bepaald geen aantrekkelijk Portugees dorp. Het lijkt hier wel Flevoland. Een strak stratenplan en een soort Portugese rijtjeshuizen. Alle reden om meteen door te rijden, weinig te beleven. Totdat je de moeite neemt om het plaatselijke museum te bezoeken en ontdekt dat de geschiedenis van dit dorp heel merkwaardig is.
Dit dorp, kortweg Luz (Licht) genoemd, is namelijk een kopie van hetzelfde dorp dat een paar kilometer verderop onder water ligt als gevolg van de aanleg van een dam. Ik dacht dat dit soort praktijken alleen in China voorkomen – ik denk nog even terug aan het VPRO-programma Aan de oevers van de Yangtze – maar dit is Portugal. En het gebeurde allemaal nog niet zo lang geleden, in 2002.
Al tientallen jaren waren de ± 350 inwoners van het oude Luz op de hoogte van het idee om, door middel van een nieuw te bouwen dam bij het iets zuidelijker gelegen Moura, het dal van de Rio Guadiana onder water te zetten. Dit wordt het Alqueva-project genoemd. Het project zou de arme streek ten goede komen. Door de dam zou een gebied van 250 km2 onder water komen te staan, een enorm zoetwaterreservoir. Behalve stroomopbrengst zou het grote pluspunt zijn dat er een flink aantal irrigatie- en daardoor landbouwprojecten opgestart konden worden. En het vele water zou toeristen aantrekken. Na vele jaren van studie gaf de Portugese regering groen licht. Het oude Luz zou verdrinken, bewoners moesten gedwongen verhuizen.
Aan de bewoners van Luz werd een nieuw dorp beloofd. Ze kregen een huis voor een huis, land voor land. In de meeste gevallen kregen ze zelfs de oude buren weer terug. De kerk uit de 15e eeuw zou als replica nieuw worden gebouwd. Bovendien zou de complete begraafplaats verplaatst worden naar het nieuwe Luz.
In het plaatselijke museum wordt een documentaire vertoond. Beelden van het oude Luz, van inwoners, van de nieuwbouw, van de verhuizing. Niet alleen over hoe het proces zich voltrekt – hoe verhuis je in praktische zin een compleet dorp – maar vooral hoe de inwoners reageren roept mijn interesse op.
Na soms wel 60, 70 jaar verlaat je je geboortehuis en -grond. Jaren van persoonlijke geschiedenis, alles wat je opgebouwd hebt, in één klap weg. Je ziet de mensen emotioneel zijn maar toch ook gelaten. “Iemand in je familie kwijtraken is erger”, reageert een oude baas. Maar zijn handen trillen wel als hij dit zegt. Hij bekijkt zijn nieuw toegewezen woning, strak, beton, en vraagt zich af waar hij een vuur kan maken om zijn varkensvlees te roken. De documentaire duurt een uur en ik heb ademloos zitten kijken. Wat een verhaal! Maar er is nog iets. De film is heel simpel gemaakt, met één camera.
En dan moet ik denken aan de dag hiervoor, toen ik in Monsaraz verbleef. Een toeristendorpje in een beetje Griekse sfeer, niet ver van Luz. Monsaraz ligt op een hoge heuvel en het uitzicht aldaar is schitterend. Het complete Alqueva-project ligt als een iets te fantastisch gemaakt landschap in een modelspoorbaan voor je neus.
Op dag dat ik in Monsaraz verbleef, werden er opnames gemaakt van het Portugese tv-programma Masterchef. Een crew van wel 40, 50 man, zeker 8 camera’s, licht, honderden meters kabel en vier vrachtwagens waren nodig om opnames te maken van twee teams die het op kookgebied tegen elkaar moesten opnemen. Het dorp en omgeving als achtergrondlocatie. Na afloop mochten de inwoners op de binnenplaats van het kasteel, aan een lange tafel, het bereide voedsel proeven en werd een winnaar gekozen.
Eigenlijk was de hele tv-show nep. Nepkoks in een nepbuitenkeuken met neplachjes en nepcommentaar van een nepchefkok. De opnames duurden tot ver in de middag. Nadat de winnaar bekend werd gemaakt en de opnames waren gestopt begonnen de inwoners aan de lange tafel spontaan – of als gevolg van de wijn – te zingen. In plaats van dát op te nemen was de crew al druk aan het oppakken.
Hoe groot is dan het contrast met de film die ik in het museum zie. Gemaakt met simpele middelen, niet altijd even professioneel gemonteerd, maar met een verhaal van een echt dorp dat gedwongen wordt dat voor een nepdorp in te wisselen en dat in de loop der tijd steeds minder nep wordt maar realiteit voor de inwoners.
Als ik vanuit het museum het dorp weer inloop, kijk ik met andere ogen. Op de toren van de replicakerk hebben twee ooievaars een liefdesnest gemaakt.
En even later zie ik ’m staan. Is het dezelfde? Ja, zeker weten, het is dezelfde. Inmiddels door zijn hoeven gezakt, roestig, op lege banden, staat in een kale straat dezelfde Renault 4 als die je in de film door het oude Luz kon zien rijden. Niks nepperigs aan, hier staat historie!
Ik aai ‘m even, alsof het een oude Portugese straathond is die verveeld voor zich uit staart.
Cees van Eijk zegt
Leuk om te lezen. Ga zo door.
Else Kok zegt
Aldeia de Luz moet dus ook nog op mijn lijstje! Dat museum lijkt mij de moeite waard en de docu ook!
Wel was ik in Monsaraz, ook een keer in januari, toe er verder geen toeristen liepen!
Heel grappig, je verslag van al die nepkoks en zo!
Ik geniet echt van je verhalen!
Han Overkamp zegt
Dank je wel voor al je verhalen en je tekeningen
ik geniet er van omdat ze meer vertellen dan alleen maar hoe leuk en hoe mooi en hoe schattig het allemaal is wat je tegenkomt.