Als meerdere nationaliteiten bij elkaar komen, gaat men automatisch over op Engels. Waarom eigenlijk? Luistertaal is een laagdrempelige manier om meertalige communicatie mogelijk te maken. Iedereen blijft zijn eigen taal spreken met het voordeel dat jij je beter kunt uitdrukken en je staat er versteld van hoeveel woorden je (her)kent en begrijpt. Uiteraard werkt deze vorm van communicatie het best bij mensen die “talig” zijn.
Hier in Portugal, ja, geef het maar toe, hebben we vaak te maken met luistertaal in de praktijk. In 2017 schreef Ellen Lanser het volgende:
Taalverwarring. Ik lees een grappig stukje in de Volkskrant Magazine die iemand heeft achtergelaten. Herkenbaar ook. Een man klaagt over zijn vrouw. Een paar jaar geleden gingen ze samenwonen en kwam ze met een grote bus met allemaal – in zijn ogen – rommel aan en trok bij hem in. Sindsdien kan hij zich niet meer roeren, ligt alles vol met – in zijn ogen – troep en valt er met haar niet te praten. Wat moet hij doen, lieve lezers?
Herkenning!
Ik heb ook zo’n spullenmagneet. Ik heb inmiddels een dorp vol. Gelukkig niet alleen maar rommel. Ik moet hier dus ook erg om lachen. “Een hoarder!” roep ik vrolijk, terwijl Tessa de vrijwilligster net binnenkomt. “Huh? Een hordeur?” vraagt ze verward en amper wakker.
“Nee, sjoet maar, ga maar lekker een bakkie doen”, zeg ik op kleutertoon tegen haar. Het heeft geen zin om dat te gaan uitleggen. Al die talen door elkaar… zo nu en dan is het verwarrend, soms vermoeiend (omdat je dan weer moet gaan uitleggen) en soms hilarisch.
Portugees
We have it Portuguese good under the knee. De zoons zijn inmiddels volwassen, maar hier opgegroeid. Wij spreken van nature Nederlands, maar er kwamen vanaf het begin al veel buitenlandse vrijwilligers. Daar spreken we Engels mee. En op school is het uiteraard Portugees.
Na een aantal jaren spraken wij drieën onderling dan ook vloeiend Porthollenglish, want het is veel te vermoeiend om steeds alles te vertalen. Wij begrepen mekaar toch wel. In welke taal het woord dan ook bovenkwam, altijd goed. Ik kon dus heel makkelijk dingen zeggen als: “Hol effen upstairs, daar ligt de kleine gûgûgû* nog, o Pedro precisa-o.”
In het Nederlands voorlezen
Dat is not fromselfspeaking. De jongste had hier lezen en schrijven geleerd en toen hij voor het eerst een Nederlands stukje ging voorlezen, begreep niemand er een jota van. Wist hij veel.
Hij las allemaal heel rare dingen: voo-w-èt en hu-w-is. Moo-w-èder, dit is niet lè-j-uk! Stomme taal! Hij vond het ook helemaal niet lè-j-uk dat wij heel hard moo-w-èsten lachen!
Merkwaardig Nederlands
Ze begonnen allebei een beetje merkwaardig Nederlands te spreken.
- “De professor heeft mijn test geavalieerd! Ik was de beste van de turma!”
- “Mijn colegas gaan naar de cinema – ben ik ook geautoriseerd?”
- “Katten kunnen dat niet hebben. Katten zijn geadopteerd voor a hot climate.”
- “Nee, het zijn al wat oudere mensen. Ze zijn gereformeerd.”
- “Ik heb dat zo gemanipuleerd, andaca.”
Een mengelmoes in de smeltkroes
Vaak zaten daar mensen bij, die dit wonderlijke ratjetoe niet konden volgen. “Hebben ze een nu al een professor?” vroegen ze dan, “en wie zijn dan hun collega’s?” Met een blik in hun ogen van: wat is dit voor een snobby toestand? Zeker als ik net een beetje had zitten opsnijden dat de oudste 3 jaar in 1 had ingehaald en dat de jongste al vloeiend Portugees las. Yeahyeah, make that the cat wise, snotnose.
Aan de andere kant kon ik hen soms makkelijk terechtwijzen, ook als er publiek bij was, want die mensen begrepen toch niet als ik tegen de oudste zei: “Hee! Je hebt nu wel heel veel blikjes, ja!” Letterlijk uit het Portugees vertaald (“Tens muita lata!”) betekent dat: je hebt wel veel kapsones, jong.
Of ik waarschuwde de jongste: “Kijk uit, want het water staat tot aan mijn baard.” En dat zegt zoveel als: ik heb het heel druk (“água pela barba”), met als ondertoon: wegwezen, laat me met rust.
“Ga de apen maar kammen.” (“vai pentear macacos”). Of, dat was ook een favoriete: “Why don’t you take a long walk on a short pier.”
Het is wel wat gestabiliseerd. Het blijft soms wel een beetje een rommeltje, maar dat is nog steeds wel makkelijk. Met collega’s (echte collega’s) is het nog steeds heel prettig communiceren. Die snappen prima dat er een vrijwilliger langskomt die gereformeerd is. Dan denken ze niet, dat we moeten gaan bidden voor het eten. Dan weten ze gewoon: een reformado, gepensioneerde.
* Sommige namen van gereedschappen zijn nooit vertaald, want nooit geweten. In geen enkele taal. Wij hebben dus de kleine en de grote gûgûgû (daar kun je gaten mee maken en muren mee weghakken), de plingplong en in de keuken de holespoon en de derrubada oftewel de omfloeper. Daar kun je turn-around-bitches mee maken.
Dit is deel 20 van een “Trip down Memory Lane”, waarin Ellen Lanser herinneringen ophaalt aan de emigratie naar Portugal en de eerste ervaringen met de nieuwe cultuur. De vorige episodes kun je hier lezen: Alle berichten van Ellen Lanser.
Robert Steur zegt
Dag Ellen, bedankt weer voor je schitterende stukje. Een genot om te lezen.
Henk Eggens zegt
Leuk stuk, Ellen, over de spaghetti van verschillende talen en hoe grappig dit kan zijn.
Op de goede website over Portugese cultuur (http://www.vortexmag.net/as-10-expressoes-mais-curiosas-usadas-pelos-portugueses/) staan tien opmerkelijke Portugese uitdrukkingen; hier mijn vertalingen:
Een Portugees … heeft geen probleem, in werkelijkheid is hij “in een biefstuk veranderd” (“está feito ao bife”)
… zegt niet dat je iets moet opgeven, hij vertelt je: “Haal het paardje uit de regen weg” (“Tira o cavalinho da chuva”).
… zegt niet dat je hem met rust moet laten, hij zegt: “Ga Camões lastig vallen” (“Vai chatear o Camões”).
… zegt niet dat je sexy bent, hij zegt: “Je bent nét zo mooi als mais” (“É boa como o milho”).
… herhaalt niet wat hij gezegd heeft, hij “draait de plaat om en speelt hem nog eens af” (“vira o disco e toca o mesmo”).
Een Portugees wordt nooit boos, maar “zit met de olijfolie” (“fica com os azeites”).
… heeft niet veel ervaring, hij “draait al jaren kippen om”(“Ele tem muitos anos a virar frangos”).
… is niet wantrouwend, hij heeft “een vlo achter zijn oor” (“a pulga atrás da orelha”).
… doet niet iets om op te vallen, hij doet het “zodat de Engelsman het door krijgt” (“para o inglês ver”).
… heeft geen rare ideeën in zijn hoofd, hij “heeft aapjes in zijn hoofd” (“tem macaquinhos na cabeça”).
Ellen Lanser zegt
Zo leuk, Henk! Veel kende ik nog niet! En een aantal zal ik zeker gaan gebruiken – ik heb zoveel aapjes in mijn hoofd ….
Escrita zegt
“De professor heeft mijn test geavalieerd! Ik was de beste van de turma!”
Hahaha, echt een leuk artikel. En herkenbaar. Hele zinnen maken in goed Nederlands is best moeilijk … soms is het zó zoeken naar de woorden.
Ik merk het ook aan die snel geschreven boodschappenlijstjes… een echte mengelmoes van wat er op dat moment “naar boven komt”.
Leuk geschreven. 🙂
Ellen Lanser zegt
Nou, hele zinnen maken in het Portugees valt ook niet mee! Maar het gaat wel steeds beter – ook al omdat ik het een prachtige taal vind. Je krijgt het complimentje trouwens terug: ik heb een paar van jouw blogs gelezen. Met veel genoegen!
Hubert Beekman zegt
Heerlijk geschreven stukje. Wat herkenbaar. Leuk om zo met de talen te spelen:
Als onze hond poept roep ik weleens ernaar wijzend: ‘C’est drôle !’ In Nederland heet dat zo, maar dat ervaren de Fransen heel anders …. 😉
Ellen Lanser zegt
Kijk, dat vind ik dan weer erg grappig! Humor is een zegen …. fijn dat je het heerlijk vond om te lezen, dat stimuleert nog meer om volgende maand weer een leuk stukje te schrijven.
Ellen Damen zegt
Geweldig stuk Ellen, een genot om te lezen! Inclusief de aanvullende reacties…
Ellen Lanser zegt
Dankjewel Ellen! Tudo toppie!
Ellen Damen zegt
Nog even hoor, haha tudo toppie, juist!
Ik doe het ook, de hele dag, in mezelf en daar moet ik dan ook nog om lachen.
Wel ’n pouco estúpida, niet?
Els zegt
Leuke verhalen Ellen, ik genoot ervan. Zo herkenbaar vaak!
Over die talen: ik geef wel eens schilderlessen met in de groep deelnemers van verschillende nationaliteiten: Portugees, Engels, Duits en Nederlands. Voertaal: uma mistura de tudo… Vaak lag men dubbel van wat ik af en toe uitkraamde… maar ze begrepen het! Haha!
Ben je overigens nu klaar met je dorpje? Lijkt me zo leuk om eens te zien!
Succes met alles!
Walter Jacobs zegt
Ja, volledig herkenbaar, na een paar jaar hier, kun je geen enkele taal nog juist spreken, maar zijn er inderdaad enkele talen door elkaar gebruikt en iedereen verstaat ons of doet alsof, hahaha
Ellen Lanser zegt
We maken met z’n allen een soort Esperanto 😉