Daar kwamen ze de bocht om, met de volgeladen Volvo. Mijn oudste zwager Henk achter zijn stuur, mijn enige broer Korstiaan ernaast, met iets wat op een strijkplank leek bijna in zijn nek. We schrijven lente 2001 en zij zijn de voorhoede van wat een invasie van familie, vrienden en het hele netwerk zou blijken te zijn gedurende de “Gouden Zomer”.
Zo heb ik het in retrospectief genoemd, lijkt me duidelijk dat het leuk was. De Lijndienst Rotterdam – Azenha heeft daar zeker aan bijgedragen.
Vol met spullen
We hadden niks. Ja, een boel stadse spullen die we hadden meegenomen in de 17 meter lange vrachtwagen. Ons hele huis was daarin geschept, met als toetje de wegversperring die een grappige buurman als verrassing als laatste erin had gepropt. Ik heb nog jaren plezier gehad van dat hek met de gele borden “doorgaand rijverkeer gestremd”. Vooral het afgezaagde deel “gestremd” heeft het lang uitgehouden.
Verder wisten we nog niet waar we heen moesten om de dingen aan te schaffen die er nodig waren om ons in deze landschappelijke omgeving staande te houden. Ons huis was soort van ingericht, we konden baden in het badhuis, water zat, maar het lullige gereedschapskistje leek niet helemaal adequaat. We konden de achtertrap niet af omdat de bramen tot bovenaan groeiden en de blauwe regen had een ruitje ingeslagen van de serre en groeide uitbundig naar binnen. Een ander raam was volkomen doorgerot, dus een plankje en een paar schroeven om dat vast te zetten zou handig zijn. Net als een tuinschaar en wat stopverf. Een blik in het nuffige gereedschapskistje bevestigde het vermoeden dat we het daar niet zouden vinden.
Maar waar dan wel?
Senhor Pedrosa
We vonden een plaatselijke timmerman, senhor Pedrosa. Een vriendelijke man met een grote snor en een stoffige werkplaats, die op onnavolgbare wijze zijn negotie runde.
Voor ons onnavolgbaar dan, want later leerden wij dat dit typisch Portugees genoemd mag worden. Geen idee wanneer hij er was, hij had het altijd veel te druk, veel te veel te doen en hij zei nooit nee. Daardoor moest je wel een week op je ruitje van 21 x 24 wachten, vijf keer langsgaan en altijd blijven lachen.
Hij leverde er de stopverf gratis bij, dat dan weer wel. In een zuinig afgesneden bruin papiertje.
Telefoon of telepathie?
Contact houden met mijn grote familie was niet zo eenvoudig zonder elektriciteit. Telefoneren was toen een diepte-investering. Portugal heeft in de afgelopen 15 jaar een paar kwantumsprongen gemaakt en de vaste-telefoon aansluiting was daarbij overgeslagen. Een vaste telefoon was een zeldzaamheid, iedereen liep allang met een telemóvel toen dat in Nederland slechts nog een gespreksonderwerp was. En het was godsongelooflijk duur om te bellen, vast of mobiel.
Er moet dus ook sprake geweest zijn van telepathie, want de volgeladen Volvo zat nokkie-nokkie met Heel Handige Dingen.
En natuurlijk ook dingen waar een vers-emigrerende Nederlander niet zonder kan (zeker de kinderen niet) – pindakaas, hagelslag, oude kaas, drop, speculaas.
En in de Volvo zat een plamuurmes! Kijk, zo kom je ergens. Met man en macht schoven we de blauwe regen de serre uit en plamuurden we het ruitje erin. Een heel schattig broddelwerkje.
Met een broodmes en een paar lashandschoenen kun je ook prima bramen snoeien en zo hakten en zaagden wij ons verder ons nieuwe onderkomen in.
Zwager en broer hielpen dapper mee, maar moesten na een paar weken weer naar huis. Er moest gewoon gewerkt worden. Ze gingen met de belofte om weer terug te komen en die belofte is absoluut ingelost. Kors kocht een afgeschreven postbus. Zo´n grote rooie, die met pakjes rondgereden had. Een Mercedes.
Het jaar daarop overleed mijn moeder. Met 84 is dat niet zo’n groot drama, maar toch is het minder als je dan zover weg zit. Ik ging natuurlijk terug voor de begrafenis, maar kon niet meehelpen om het huis leeg te halen. Niet zo’n probleem met zo’n grote familie – ik ben de jongste van 8. Zat mensen om te sjouwen dus. Of ik nog iets wilde hebben?
Welja, kom maar op. Prettig om een paar herinneringen aan ons moeder te hebben. We hebben voorlopig nog wat huizen in te richten ook.
Eerste rit van de Lijndienst Rotterdam – Azenha
En daar kwam ie de bocht om, de volgeladen Rode Bus. Met Kors achter zijn stuur en zwager Henk ernaast. Vol met kasten en kastjes, bijzettafeltjes, voetenbankjes, grote vazen, gebaksvorkjes en dat soort zaken meer. Voor de eerste keer.
De eerste rit van de Lijndienst Rotterdam – Azenha – Rotterdam. Vol heen, leeg terug.
Er zouden nog vele keren volgen.
Dit is deel 10 van een “Trip down Memory Lane”, waarin Ellen Lanser herinneringen ophaalt aan de emigratie naar Portugal en de eerste ervaringen met de nieuwe cultuur. De vorige episodes kun je hier lezen: Alle berichten van Ellen Lanser.
Pieter Smit zegt
Mooi verhaal en een prachtige ervaring.
Ellen kan je mij ook vertellen waar jullie Azenha ligt,ik ken een Azenha bij Marmelete.
Ellen Lanser zegt
Dank je wel, Pieter! Leuk om te horen. Termas-da-Azenha ligt bij Soure, in het district Coimbra. We liggen schuin onder Figueira da Foz, hemelsbreed 12 km van de kust. Er zijn veel Azenha´s in Portugal, geloof ik, het is niet zo’n originele naam.
Josephine zegt
Dag Ellen,
Wat een mooi verhaal weer. Heel leuk om dit soort ervaringen te boekstaven, en voor mij om te lezen.
Hartelijke groet van Josephine
Ellen Lanser zegt
Dank je Josephine, voor je reactie, en ik acht jouw beoordeling heel waardevol!