Twee keer in de week komen ze een middag in een zaaltje van de freguesia (deelgemeente) bij elkaar. Om te haken en te breien onder leiding van een gepensioneerde handwerkjuf. Portugal maakt werk van de dagbesteding van senioren.
Je kunt ervoor kiezen om – tegen een kleine betaling – opgehaald te worden om je dag in een dagcentrum door te brengen. Inclusief warme lunch en pannetje soep om zelf ’s avonds thuis op te warmen. Daarnaast organiseren grotere gemeentes aan de Costa de Prata soms uitgebreide feesten voor 65-plus. Met als absoluut hoogtepunt: gratis sardientjes. Ook kleinere initiatieven kunnen op subsidie van burgemeesters rekenen. De breiclub van Brígida is daar een van. De juf wordt betaald uit de gemeenteruif.
Op maandag en woensdag komen de dames – de oudste is tachtig – uit hun huizen om de middag in een gebouwtje van de deelgemeente door te brengen. De juf, zelf niet de jongste, helpt haar cursisten hun brei- en haakwerk te verfijnen. Ze breien en haken zich suf voor weeshuizen, kerstmarkten en familie.
Natuurlijk, in hun jeugd hebben ze allemaal de fijne kneepjes van het borduren, haken en breien van hun moeders en tantes geleerd. Elektriciteit heeft pas begin jaren negentig de petroleumverlichting door elektrische peertjes in menig Portugees dorp doen verdrijven. Ver van mondain gedruis, in een tijdperk zonder tv en internet, moet je ten slotte wat om de tijd te doden. Als tastbaar bewijs van vrouwelijke vrijetijdsbesteding wemelt het daarom op onze oude familieboerderij van de versierde zakdoeken en servetten, vernuftig gehaakte kleedjes en grote spreien. In vroegere tijden begonnen de meisjes in de familie al vroeg met hun uitzet. Op elke handdoek, zakdoek, servet of broodzak zijn in contrasterende kleuren groot en sierlijk de beginletters van hun roepnaam en doopnaam geborduurd. Ik ben van de eerste generatie zonder geborduurde uitzet. Jammer. In de toekomst zullen er nooit servetten met mijn initialen teruggevonden worden.
Wie denkt dat breien elke maandag- en woensdagmiddag het hoofddoel is, komt bedrogen uit: de dames komen voor de gezelligheid en de laatste roddel. Betrouwbare bronnen verzekeren me dat sommige leerlingen niet eens de breinaalden uit hun tas halen. Sterker nog, misschien hebben ze die niet eens bij zich. Nee, ze hebben het voornamelijk razend druk met het uitwisselen van de laatste nieuwtjes. Ik heb het altijd verrassend gevonden hoe goed mensen in Portugal op de hoogte zijn van de handel en wandel van anderen. Een mooi voorbeeld: als iemand overlijdt, volgt binnen vierentwintig uur de begrafenis. Je spijkert een overlijdensbericht op de plaatselijke kapel en vertrouwt op de tamtam, nu ietwat geholpen door mobiele telefonie. Op elke begrafenis ziet het zwart van de mensen, dus het bewijs is geleverd: de tamtam werkt. Heb je een kleine of grote misstap begaan, dan is de tamtam niet je beste vriend. Gelukkig heeft het woord ‘reputatie’ de laatste twintig jaar aan kracht ingeboet, maar ik ken een weduwe van ver in de zeventig die tot op de dag van vandaag geen man haar huis inlaat, uit vrees voor haar goede naam.
Terug naar de breiclub van Brígida. Alle leden van de breiclub komen trouw. Ook als de juf verstek laat gaan. Niet komen betekent immers een gezellige middag missen. Als de juf aankondigt een maand lang niet te verschijnen, hebben de dames daar totaal geen moeite mee. De man van de juf wordt in Lissabon geopereerd en de juf wil haar handen vrij hebben om hem te verzorgen. De leerlingen krijgen instructie voor een gezamenlijk haakwerk. Daar moeten ze vier weken mee aan de slag. En ze mogen er ook thuis mee verder. Werken met een studiewijzer zouden we dit in het noorden van Europa noemen. Heel modern dus.
De juf is echter nog niet naar Lissabon vertrokken en het begint: een leerling kraakt de gegeven instructie af. Andere zeventigjarigen vallen haar bij. Bovendien geeft de juf te veel aandacht aan Maria (die deze middag onverwacht op haar kleinkinderen moet passen; het praat altijd wat makkelijker als degene over wie gesproken wordt niet aanwezig is). Maar vooral: de juf is geen goede juf. Dat is de teneur.
In Lissabon haakt en breit de juf aan het ziekenhuisbed van haar man een jurk. Ze wil haar leerlingen verrassen. Vier weken later stapt ze het zaaltje waar haar leerlingen trouw hebben zitten werken binnen en laat triomfantelijk de jurk, gemaakt van allemaal in verschillende kleuren gehaakte en gebreide lapjes, zien. “Ons volgende project! Ik zal de jurk even voor jullie aantrekken,” roept ze blij en verdwijnt naar het toilet. Het valt stil als ze binnenkomt. En ze snapt meteen dat de kleurrijke jurk die strak om haar ietwat mollige figuur spant haar geenszins flatteert. Verbouwereerd bijt ze haar leerlingen toe: “Het is voor carnaval, hoor!” Brígida doet nog een poging om de situatie te redden door diplomatiek op te merken: “Wat een bijzondere steken heb je gebruikt!”. De juf heeft er genoeg van. De juf weet ondertussen, via vriendinnen die niet te beroerd zijn om haar nauwkeurig op de hoogte houden, dat een paar dames, die anders altijd poeslief in haar bijzijn doen, helemaal niet zo aardig over haar in haar afwezigheid hebben gesproken. Ze geeft er de brui aan en vertrekt. Menig leerling verbijsterd achterlatend: “Hebben we nu de juf weggepest?”
“Kom op dames, we kunnen het ook zonder haar!”, roept al gauw een krasse zeventigjarige. En inderdaad, tot op de dag van vandaag komt dit breiclubje samen. Om te breien en om nieuwtjes uit te wisselen. Er zijn nu eenmaal dingen die nooit veranderen…
Dit artikel is eerder in aangepaste vorm verschenen op Zin in Portugal.
Junte Schwartz zegt
Een goed geschreven, aardig verhaal dat een inkijkje geeft in een aspect van de samenleving ‘no campo’ dat (nog) hoogtij viert. Weer een bewijs hoe langzaam een cultuurverandering zich voltrekt, hoe kleinschalig ook. (Vergelijk b.v. – in het grootschalige – de trage, moeizame wijze waarop Europa zich toeworstelt naar een meer politieke eenheid…..).