Hij had het hele dorpje voor zichzelf alleen, João Orlindo, maar hij woonde in het huis aan het uiterste eind. Ooit had zijn vader Henrique Foja de halve vallei bezeten – de velden, de fabriek, de thermen – en het was een groot succes geweest. Het was een rijke familie, zeker als je kijkt naar hoe de gemiddelde Portugees leefde in de jaren zestig en zeventig.
Veel mensen uit het aanpalende dorp waren in dienst geweest van Henrique Foja, die alles helemaal onder controle had. Alles liep op rolletjes, behalve zijn persoonlijke leven. Zijn vrouw en zijn zes kinderen waren naar Coimbra getrokken en hadden hem alleen achtergelaten, met zijn velden en zijn fabriek en zijn Termas.
Wij kregen niet het hele verhaal te horen natuurlijk, het kwam met kleine stukjes en beetjes. En bovendien ging het daar niet om, het ging erom om alles naar behoren te regelen met de verkoop en daar kwamen zo nu en dan wat van die persoonlijke details bij kijken.
Verkoop
Carlos, de oudste zoon, was al jong overleden. Die hoefde dus al niet meer te tekenen. De rest was het eens, gelukkig, hoewel een oude vlam van João Orlindo dwars lag. Nu was ze een ex en had dus eigenlijk geen recht van spreken, maar Orlindo had haar een document gegeven (toen hij nog razend verliefd was) waardoor zij recht had op een deel van zijn deel van de erfenis.
Ze moest dus ook tekenen en het heeft nog zeker een paar maanden geduurd voordat ze aan de druk van de familie toegaf. Ongetwijfeld hebben ze allemaal op haar ingepraat, want ze wilden er allemaal graag vanaf, van de Termas. De oude Henrique was al bijna twintig jaar dood en ze hadden een eigen leven opgebouwd – de meesten waren al volop middelbaar. Ze voelden er niets voor om hun comfortabele leventje op te geven om deze ruïne nieuw leven in te blazen.
João Orlindo was de enige die nog hier woonde. Hij had ooit geprobeerd om de Termas te revitaliseren, maar het was hem niet gelukt. Hij was, net als z’n vader, een klein mager mannetje, heel aardig en een beetje ziekelijk. De familie had onderhandeld dat hij zou mogen blijven wonen totdat hij iets anders geschikts gevonden had. Dat vonden wij prima, plek zat. Tenslotte hadden we 8 huizen tot onze beschikking, hoewel het pand waar hij woonde het enige was met een niet lekkend dak en een voordeur die dicht kon.
Wij trokken dus in het huis boven hem en hij heeft ongetwijfeld flink kunnen meegenieten van ons luidruchtige gezinsleven. Twee jonge jongens en een houten vloer, dat wil wel. Wij van onze kant konden meegenieten van zijn merkwaardige gewoontes.
Gewoontes
Hij parkeerde zijn oude Renaultje achteruit tegen de heuvel op, zodat hij ondanks zijn kapotte startmotor toch elke dag naar het café kon. Bij het café parkeerde hij achteruit tegen een andere heuvel op en zo rolde hij dag in, dag uit heen en weer. Op een mooie avond zagen we hem ladderzat terugkomen – hij liep zingend zijn eigen huis voorbij, vloog bijna uit de bocht, probeerde een verkeerde deur, strompelde uiteindelijk zijn trappetje op en vervolgens zagen we hem een paar dagen niet meer.
Hij kreeg elke dag een warme lunch van de Associação, die met een busje langskwamen, bestuurd door gezette vrouwen met dichtgeknoopte ruitjesschorten aan. Soms benijdden we hem, lekker makkelijk zo, niet hoeven koken, niet hoeven afwassen…
Later ontdekten we, dat hij elke dag de restjes gewoon uit zijn keukenraam schoof. Dat was na zijn overlijden, drie maanden later. Tegen Kerstmis was hij plotseling overleden, hij was al heel lang ziek, volgens zijn oudste zwager César. En elke dag een hoeveelheid rode wijn zal daarbij niet veel geholpen hebben, dachten wij.
Begrafenis
Weer een cultuurschok, die begrafenis. Waar je in Nederland ongeveer een week bewaard blijft, om iedereen de gelegenheid te geven van alles te organiseren en vrij te nemen voor de plechtigheid, was het hier: de ene dag dood, de andere dag in de grond. En iedereen was er, de volgende dag. Het kerkje zat propvol, het hele plein eromheen ook.
Iedereen was keurig aangekleed, nergens een blauw ruitjesschort of werkbroek te bekennen. João Orlindo was dan ook lid geweest van de belangrijkste familie van de streek, dus iedereen kende hem. Heel veel mensen waren vroeger in dienst geweest bij zijn vader Henrique – als schoonmaker, waterstoker, lakenwasser, kok, ober, onderhoudsmonteur, rijstplukker, slotengraver – noem het maar op.
Hij werd tijdens deze chaotische bijeenkomst naar het kerkhof bij Vinha da Rainha gedragen en daar werd zijn kist bijgezet in het familiehuis. Deurtje dicht, klaar. Iedereen mocht weer naar huis. De volgende dag kwam oudste zus Manuela met haar huishoudster. Het hele huisje werd leeggehaald en ik ontdekte dat doordat ik ineens een grote zwarte rookwolk langs de serreramen zag trekken. Wat??! Brand?!
Brand
Vlak voor zijn buitendeur, onder onze serreramen, lag een enorme stapel troep. Alles ging op de brandstapel, kleren, de wc-bril, het afwasteiltje, eten, de matras – het gaf soms een mooi effect met groene en blauwe vlammen, maar het gaf ook een boel heftig zwarte rook en goed voor het milieu was het ook al niet.
Toen ze weg waren, ging ik eens kijken en ontdekte zelfs oude foto’s tussen het half verbrande afval. Op een ervan kon je nog Orlindo zien, als kind hier voor de deur, trots op het voorspatbord van een traction avant. Een van de eerste auto’s in deze streek waarschijnlijk.
En wat zag het huis er mooi wit en goed onderhouden uit! Zo zou het weer worden, besloot ik en nam de foto mee naar boven om hem te bewaren. Als eerbetoon aan een nauwelijks gekende dode Portugees, als aandenken aan een mooi verleden.
Dit is deel 5 van een “Trip down Memory Lane”, waarin Ellen Lanser herinneringen ophaalt aan de emigratie naar Portugal en de overgang van de ene cultuur naar de andere.
Hans zegt
Heerlijk om als overwinteraar steeds weer ietsjes meer over de Portugese cultuur te lezen en te leren.
Wij Nederlanders snappen vaak niets van de inkomsten, kosten van wonen en belastingen in Portugal. Zou het leuk vinden om ook over dat soort zaken eens iets te lezen.
Bedankt, doorgaan en groet,
Hans
Junte Schwartz zegt
Zeer genoten van dit relaas, geschreven in een aanschouwelijke stijl!
Junte
Francine zegt
Leuk en herkenbaar verhaal.