Er is veel onderzoek gedaan naar meertaligheid en in de steeds verder globaliserende maatschappij hebben mensen die zich in verschillende talen kunnen uitdrukken een streepje voor. Voor ons is het in ieder geval een extra reden voor grapjes en komische effecten.
Zoals je inmiddels al wel weet, worden er bij mij thuis meerdere talen gesproken. We zijn met ons vieren en alle vier spreken we vloeiend Portugees en Nederlands. Ook de Engelse taal is tegenwoordig zeer aanwezig en regelmatig maken de kinderen onderling grapjes in die taal.
Door contacten met bekenden en klanten met andere nationaliteiten is het belang van het beheersen van het Engels alleen maar groter geworden. Mijn man groeide op in Frankrijk en beheerst dus ook het Frans. En toen wij vorig jaar naar Parijs op vakantie gingen, hadden we er lol in ons de Franse taal wat beter eigen te maken.
Als een van de kinderen mij iets vraagt, is de eerste afweging die ik in mijn hoofd moet maken dan ook: welke taal wordt er gebruikt? En als ik daarbij, op grond van een klank of woord dat ik denk te herkennen, een verkeerde keuze maak, komt het voor dat ik drie keer moet vragen: “Wat zeg je?” voordat ik begrijp waar de schoen wringt.
Onderwerp
Aangezien wij al ruim elf jaar in Portugal wonen, staat de Portugese taal voor de dagelijkse communicatie met stip op nummer een. Maar bij mij staat de Nederlandse taal nog steeds bovenaan en dat is dan ook de taal waarin ik meestal zal antwoorden of waarnaar ik overschakel, al hangt dat wel af van het onderwerp; als er bijvoorbeeld zaken worden besproken die met de school te maken hebben, ligt het voor de hand daarvoor het Portugees te gebruiken omdat de corresponderende, Nederlandse termen minder bekend zijn.
Rijstwafel
Bij bezoek passen wij ons zoveel mogelijk aan en gebruiken we ook onderling de moedertaal van de bezoeker om zoveel mogelijk allemaal bij het gesprek betrokken te kunnen zijn. Maar er zijn hardnekkige termen in ons dagelijks taalgebruik, waarvan wij ons nauwelijks bewust zijn dat die door zo’n bezoeker helemaal niet worden begrepen. Daardoor ontstaan natuurlijk regelmatig komische situaties.
Zo heten bij ons de welbekende “rijstwafels” sinds jaar en dag “raios-te-partam” (een uitdrukking die letterlijk betekent: laat de bliksem je doormidden rijten). Dat kwam door ons Portugese nichtje, die die naam, rollend uit de mond van onze jongste zoon, uiteraard niet verstond en het op haar manier herhaalde.
Datzelfde nichtje reageerde overigens iedere keer als iemand een suggestie of idee beloonde met het antwoord “prima!”, want zij dacht dan steeds dat we haar riepen; het Portugese woord “prima” betekent: nicht.
Koe
Toen onze oudste als baby een knuffel kreeg in de vorm van een koe, hadden wij er beter meteen een leuke naam voor kunnen verzinnen want hij bleef het ding hardnekkig “koe” noemen, wat in Portugal veel rare blikken opleverde, want “cú” spreek je weliswaar op dezelfde manier uit, maar het betekent: kont.
Wij houden allemaal wel van een toetje en gebruiken dat woord – dat zo lekker bekt – dan ook altijd, ongeacht in welke talige omgeving wij ons bevinden, er niet aan denkend dat bijvoorbeeld de ober in het restaurant het niet zal snappen.
Een vriendin van ons heet Ella en dat zorgt regelmatig voor verwarring met het Portugese “ela” (zij); – Quem? – Ella! – Pois, ela, mas qual delas? …
Takkie
Er bestaat een Portugees grapje over een man die zijn hond “Tá aqui” had genoemd (- Como se chama o seu cão? – Tá aqui! – Pois eu vejo que está aqui, mas como se chama? enzovoorts). Ik denk dat dat een Nederlandse man moet zijn geweest die bij emigratie zijn trouwe Takkie niet achter wilde laten.
Karin zegt
Hier gisteren ook een leuk taalvoorval. Ik was op het kastanjefeest hier in de buurt, Vale de Maceira en stond met een Nederlandse vriendin bij een kraampje waar ze “bolinhas de avó” verkochten. Ik vertaal het voor m’n vriendin en leg het verschil uit tussen avô (opa heeft een petje) en avó, oma. Waarop de Portugese mevrouw achter de kraam denkt dat ik “uma” bolinha wil 🙂