In Portugal is de fado, het lied van smart en weemoed, veelvormig. Begin 19e eeuw worden de liederen met veel alcoholgebral in de kroegen aan de havens gekweeld. Later ontaardt fado in onvervalste folklore.
Na de Anjerrevolutie wordt het genre – net als Amália Rodrigues, de koningin van de fado – geassocieerd met het regime van Salazar, en verloedert. Decennia erna verrijst, naast de traditionele fado in de tavernes, een frisse vernieuwende lichting. Met de voeten in de traditie, een eigen stem zoekend.
Eén daarvan heet Carla Pires. Ze start haar carrière als zangeres en actrice in 1993. Haar heldere alt is opvallend en in 2002 speelt ze de jonge Rodrigues in de musical Amália. Ze neemt klassiekers van haar op en later twee eigen albums. De typische setting van Portugese gitaar, gitaar en bas, wordt gestuurd door de eigentijdse smaak van Carla Pires.
Geef een reactie