Het was de week van de onverwachte visites. Randi kwam plots langs. Wij kennen mekaar al heel lang, van zeldzame ontmoetingen. Geen hartsvriendinnen maar mensen die elkaar graag mogen. Randi is Noors, en was getrouwd met een Portugese man (met de nadruk op was), en heeft een portnoorse dochter.
Zo zijn er steeds meer Portugese buitenlanders
Randi is altijd een opvallende verschijning geweest in Portugal: Noors witblond met saffierblauwe ogen. Dat zie je hier niet vaak. Duidelijk dat dat een buitenlandse is. Stiekem denk ik dat zij het beste van beide werelden heeft gescoord: Noorwegen staat bekend als een topland, rijk en verdeelt die rijkdom rechtvaardig over al haar burgers (met de nadruk op al), veilig en rustig.
Net als in het veilige en rustige Portugal wonen er relatief weinig mensen, maar dat komt door één van de weinige nadelen van Noorwegen: het klimaat. Dat is hier in Portugal stukken beter, hoewel het nogal gevarieerd is van noord naar zuid en van oost naar west. Wij zitten bijvoorbeeld in een matig maritiem klimaat.
Een andere buitenlander die ik al heel lang ken, is momenteel zwervende door ons – mag ik dat zeggen, al zolang resident zijnde? – prachtige land, en is nu in Trás-os-Montes. Het is nogal warmpjes, appt hij en, aangezien hij nogal een tolerantie voor hitte heeft, zal het daar nu wel zo’n 60º graden zijn.
Trás-os-Montes, achter de bergen, is het minst bevolkte gebied van Portugal. En het minst bewoonbare. Men zegt: 9 meses inverno, 3 meses inferno – 9 maanden winter, 3 maanden hel. Hij is dus nu op vakantie in de hel. Ook leuk. Prachtige streek toch. Veel mooie rotspartijen. Veel watervallen ook.
Weinig buitenlanders toch
Die komen toch meer voor het aantrekkelijke klimaat, en dat is dit niet echt. In de zomer heet, in de winter koud. Op rotsen kun je geen graan of groente laten groeien of koeien laten grazen, en ook varkens rollen liever in de modder dan op de harde steen.
Portugezen zelf gaan dus ook liever meer richting kust. Of richting buitenland. Dat is wat Paula deed. In Portugal geboren, je op een Nederlander verlieven, en daardoor jarenlang in Nederland wonen. Ik ben een porthollandse, zij een nederportugese. Paula ging na haar scheiding weer terug, want Portugal is toch een prettiger land om te wonen, en haar familie heeft een schitterend groot huis in de buurt van Coimbra, waar ze makkelijk een plek kon vinden.
Zo woont ze al jaren in een enorm huis met een gigantische tuin met twee ouwe tantetjes. Inmiddels is één tantetje overleden, maar haar – nederportugese – dochter en kleinkinderen zijn erbij komen wonen. Goeie ouwe portugese traditie – een paar generaties in één huis. Dat kan natuurlijk ook alleen maar in een groot huis, anders word je gek, hoe dol je ook op mekaar bent.
De volgende dag, toen ik terug kwam van boodschappen doen, meldde Broes dat ik een Nederlands stel gemist had, die zeiden dat wij allebei humhumhum kenden, en dat ze aan de overkant van de vallei een huis gekocht hadden. Nieuwe residenten. Ze lieten een doos boeken achter, want blijkbaar gaat het als een lopend vuurtje dat ik graag lees.
‘Humhumhum …. ja, die naam heb ik niet onthouden hoor … was het Hans Dingens ofzo?’ antwoordt Broes op mijn vraag wie wij dan allebei kennen, om erachter te komen wie dit mysterieuze stel dan wel niet is. ‘Ik heb die boeken al zo’n beetje uitgezocht, er zal wel veel bijzitten wat je bevalt.’
Het is een indrukwekkende stapel en er zit inderdaad een boel bij wat ik zeker ga lezen. Een heel bijzonder boek over Russische sprookjes, met een boel prachtige plaatjes. Dank jullie wel, goede gevers, jammer dat ik er niet was, ik hoop dat ik nog ’s ontdek wie jullie dan eigenlijk zijn, en wie wij allebei kennen!
De volgende dag doe ik net mijn ogen dicht, in navolging van de hond, die de hele dag als een lap ligt te slapen, als Broes weer binnenkomt met: ‘Er is een Nederlandse vrouw die met je wil praten’ en direct weer verdwijnt.
Het is het heilige Uur van de Lunch, en als goeie aangepaste buitenlanders houden wij dat in ere
‘Hallo!’ roept Femke, als ik verschijn. ‘Ik weet niet of ik je stoor, ik kom zomaar binnen gevallen … maar ik kom nu van mijn eigen landje in het noorden, en ik dacht: ik ga even bij L langs!’ Met Femke is het ongeveer hetzelfde als met Randi – je ziet mekaar niet zo vaak maar het is een wederzijdse sympathie die doorduurt. Femke was ooit gast in de Termas, en werd verliefd op Portugal.
Ze heeft nu een hectare van haar nieuwe liefde gekocht, in het noorden, bij Ponte de Lima. Dat is echt op de grens met Spanje. ‘Het ligt aan de pelgrimsroute naar Santiago en er is een Romeins bruggetje vlakbij’, vertelt ze enthousiast. Het is haar bedoeling om er een minicamping te beginnen, maar de volgende stap is eerst waar te gaan wonen. Femke is een stap-voor-stap immigrant.
‘Ik heb een waterput laten slaan,’ zegt ze, ‘dat was de volgende stap. Tijdens dit bezoek heb ik een Portugese bankrekening geregeld, dat was ook weer een dingetje hoor! Ik had een papier niet dat ik wel had moeten hebben, maar het is opgelost gelukkig. Nu ga ik ’s nadenken over wat ik ga doen qua wonen, hoe ik dat ga oplossen. Ik mag er niet bouwen, en dat is ook te duur, en een houten huis wil ik niet. Dus da’s nog een mooie uitdaging, daar kan ik nog leuk op gaan zitten rekenen.’
Nu is dat niet zo’n punt, want ze werkt in het volwassenenonderwijs, en is rekenkundige. Dus dat komt goed. Ze moet stap voor stap, want ze moet nog gewoon werken voor haar broodje.
Zo zijn ze (we) er in van allerlei soorten en maten, wij buitenlanders!
Geef een reactie