Toen taalkundige Fernando Venâncio in 2014 gevraagd werd wat de relevantie was van de ‘Herdenking van Acht Eeuwen Portugese Taal’ was zijn antwoord kort en vernietigend: ‘Geen. Deze Comemorações doen de Portugese taal tekort’. Gevierd werd de achthonderdste verjaardag van het ‘Testament van Dom Afonso II’, de derde koning van Portugal. Maar, aldus Venâncio, de taal ontstond natuurlijk niet pas toen die voor het eerst werd geschreven. Bovendien bestaan er oudere documenten in het Portugees. Venâncio schreef een boek over de oorsprong van het Portugees: Assim Nasceu uma Língua. Sobre as Origens do Português (2019; ‘Zo werd een taal geboren. Over de oorsprong van het Portugees’). Ik heb er een gesprek over met hem.
Portugees leren
Begin jaren negentig deed ik op de Volkshogeschool Amsterdam een serieuze poging om Portugees te leren. Gidsjes als Wat & hoe in het Portugees voldeden namelijk niet meer. Het te gebruiken lesboek heette heel toepasselijk Portugese taalcursus, geschreven door Fernando Venâncio en uitgegeven door Dick Coutinho (nog een Portugese naam!) te Muiderberg.
Er was intussen heel wat water door Taag en Douro gestroomd, toen ik vorig jaar (2023) hoorde van een interview op de Portugese radio met deze Fernando Venâncio, waarin het vooral ging over zijn boek Assim Nasceu uma Língua, over het ontstaan van het Portugees dus.
In een eerder artikel beweerde ik dat Portugees zich tot Spaans verhoudt als Nederlands tot Duits. Hoewel dit op het eerste gezicht juist lijkt te zijn, verschillen de ontstaansgeschiedenissen van Nederlands en Portugees aanzienlijk. Als neerlandicus en geïnteresseerde in talen in het algemeen en Portugees in het bijzonder, was ik heel benieuwd naar dit boek van Fernando Venâncio. Maar het was in Nederland niet leverbaar, en een grotere belemmering is nog dat mijn Portugees niet toereikend is om het te kunnen lezen. Tot iemand mij de suggestie deed de auteur voor Portugal Portal te interviewen. Omdat hij van 1970 tot enkele jaren geleden in Nederland woonde en werkte, spreekt hij uitstekend Nederlands.
Het verhaal van een taal
In een – overigens zeer positieve – bespreking van uw boek Assim Nasceu uma Língua1 las ik dat u de lezer in de inleiding al voorbereidt op een aantal onthullingen. Welke onthullingen zijn dat?
‘Om te beginnen dat het Portugees veel ouder is dan tot voor kort werd aangenomen. Het Portugees werd rond 600 gevormd, het duurt dan nog 500 jaar tot de staat Portugal ontstaat. Maar ik begin mijn boek veel algemener met het verhaal van een taal. Ik vertel een verhaal waarin steeds nieuws gebeurt dat voortbouwt op wat eerder verteld is. Zo neem ik de lezer dan mee in mijn verhaal, tot die zich langzamerhand begint af te vragen: over welke taal gaat dit eigenlijk?’
Dat zal toch het Portugees zijn, neem ik aan?
‘Uiteindelijk wel natuurlijk. Maar de ontstaansgeschiedenis van het Portugees begint met het Galego, het Galicisch. Er werden op het Iberisch schiereiland verschillende talen gesproken: Galicisch, Leonees, Castiliaans en Catalaans. Het Baskisch had alleen invloed op het Aragonees, maar die talen zijn voor het verhaal van het Portugees niet van belang. Tijdens de vorming van de staat Portugal sprak men evenwel in het grootste deel van Iberië Arabisch en Mozarabisch, een Latijnse taal met veel Arabische elementen, die tamelijk uniform was.’ (Mozarabisch werd tot het eind van de Middeleeuwen gesproken door Mozaraben, de onder Moors bestuur levende Spaanse christenen gedurende de Reconquista.)
‘Het Galicisch-Portugees (Galego-Português) werd in de middeleeuwen dus gesproken in het noordwestelijke deel van het Iberisch Schiereiland. Je kunt zeggen dat Portugees eigenlijk een doorontwikkelde vorm van Galicisch is, een soort “modern Galicisch”’, zegt Venâncio. Voor mij, die dacht dat Portugees en Spaans (Castiliaans) net als Nederlands en Duits broertje en zusje waren, was dat inderdaad wel een onthulling. Een spoiler is wel dat er op het omslag van Assim Nasceu uma Língua tussen de titel en de ondertitel, zij het in heel kleine lettertjes, staat: ‘assi naceu ũa lingua’ (‘Zo werd een taal geboren’) – de vertaling van de Portugese titel in het Galicisch. Portugees en Castiliaans hebben weliswaar wel gemeenschappelijke voorouders, het zijn romaanse of Latijnse talen. Maar dat is nogal een grote familie, waartoe naast de andere ‘Spaanse talen’ ook het Frans, Italiaans en Roemeens behoren. Als je maar ver genoeg teruggaat ben ik op die manier misschien ook wel familie van het halve Zuid-Hollandse dorp waar mijn beide ouders geboren zijn: Poortugaal (over het verband tussen Poortugaal en Portugal schrijf ik een andere keer).
Alleen het Baskisch is een vreemde eend in de bijt: het is geen familie van enige andere bekende taal. Het is een raadsel waar deze wees vandaan komt. Op onderstaande foto is duidelijk te zien dat de Baskische regel ‘Besteei emandako gizona’ in de verste verte niet lijkt op de Spaanse (Castiliaanse) tekst: ‘Un hombre para los demás’, noch op het Portugees: ‘Um homem para os outros’, of op welke andere taal dan ook (Nederlands: een man voor de anderen, iemand die er voor anderen was). Verwantschap tussen het Spaans en het Portugees is echter evident.
Het ontstaan van Portugal
Het jaar 1139, tijdens de Reconquista, wordt algemeen beschouwd als het jaar waarin Portugal onafhankelijk werd van de Moren (wikipedia). Venâncio vertelt dat er toen slechts in de noordelijkste regio’s van het huidige Portugal Galicisch-Portugees gesproken werd. En nog niet eens overal, want in Mirando do Douro werd (en wordt nog steeds!) Mirandees gesproken, een Asturisch dialect. Deze streektaal heeft sinds 1999 een officiële status naast het Portugees in vier gemeenten aan de Spaanse grens. De oorsprong ervan is niet het Galicisch, maar het Leonees, een van de talen in het Koninkrijk León. De boven getoonde kaart van de ‘Iberische talen rond 1000’ maakt dit duidelijk. Hieronder een kaart van de Castro-cultuur, globaal overeenstemmend met het oorspronkelijke taalgebied van het Galicisch.
Venâncio: ‘De kaart van de “citânia’s” in Galicië en Portugal is in feite ook een taalkaart. Of misschien is het beter om te spreken van castro’s.’ Castro’s zijn op heuvels gebouwde nederzettingen uit de koper- en ijzertijd die voorkomen in het noordwesten van het Iberisch schiereiland in Europa. Het bijzondere eraan zijn de overwegend cirkelvormige structuren waarmee ze gebouwd zijn, waardoor ze ook nu nog gemakkelijk te herkennen zijn. De term citânia wordt gebruikt voor een castro van grotere afmetingen en belang, die bovendien continu bewoond werd. Het toeval wil dat recent op Portugal Portal een artikel over deze castrocultuur verscheen van de hand van Lotte Akkerman, met speciaal aandacht voor de Citânia de Briteiros: ‘Een bijzondere prehistorische nederzetting in Noord-Portugal’.
Maar terug naar de taal. ‘Het castro-gebied, ook te herkennen aan de toponiemen (plaatsnamen), komt overeen met het gebied waar Galicisch gesproken werd in de tijd dat Portugal “geboren” werd,’ vertelt Venâncio. Op de Wikipediapagina ‘Geschiedenis van Galicië’ is een leuk ‘bewegend kaartje’ te zien, waarop het veranderende Galicië te zien is van het jaar 19 voor Christus tot en met 1833. Maar wat voor de Portugese taal van belang is, staat in dit ene zinnetje: ‘De bezetting door de Moren had nauwelijks invloed op dit deel van Spanje.’ Want ‘de taal is waar de macht is’ – tijdens het Franco-regime in Spanje (van 1939 tot 1975) is het Galicisch bijvoorbeeld een tijdlang een verboden taal geweest. Het Galicisch vermengde zich dus niet of nauwelijks met het (Moz)arabisch, in tegenstelling tot bijv. het Castilliaans, nu de officiële taal van heel Spanje.
De uitbreiding van het Portugese taalgebied
Na van Moren en Normandiërs bevrijd te zijn, werd in de loop van de twaalfde eeuw de stad Porto het machtscentrum. Van daaruit werd het Portugees geleidelijk als officiële taal naar het zuiden ‘uitgerold’, in de woorden van Venâncio. Portugal mag dan ‘geboren’ zijn in Guimarães – ‘Aqui nasceu Portugal’ staat daar prominent op een stadsmuur –, het is ook Porto waaraan het land zijn naam aan dankt: in de Romeinse tijd heette het Portus Cale (de haven van Cale), waaruit via Portucale en Portucal de naam Portugal ontstond. Op de bewegende kaart van de talen op het Iberisch schiereiland (1000-2000) is goed te zien hoe het Portugees zich langzaam maar zeker uitbreidde tot en met uiteindelijk, tussen 1250 en 1300, ook de Algarve. Ook is te zien hoe het Castiliaans van een klein taalgebiedje uiteindelijk het grootste taalgebied van Iberisch schiereiland wordt, maar ook hoe het Galicisch-Portugese en het Castiliaanse taalgebied aanvankelijk eeuwen lang niet aan elkaar grensden. Dat de Arabische invloeden het sterkst zijn in de Algarve – dat zelf een uit de Moorse tijd stammende naam heeft: Al-Gharb (Arabisch: الغرب, ‘Het Westen’) – ligt voor de hand: daar werd het Portugees het laatst de officiële voertaal. In de stad Silves bijvoorbeeld zijn er veel sporen van de Arabische tijd te zien. Silves (Arabisch: Shilb) was van 1040 tot 1063 en van 1144 tot 1151 de hoofdstad van een gelijknamig moslimrijkje (taifa).
Fernando Venâncio toont zich een bijzonder vriendelijke man die niet veel aanmoediging nodig heeft om over zijn boek, zijn verhaal van het Portugees te praten. Onderstaande YouTube-video geeft een goede indruk. Over zijn boek zegt hij hierin: ‘Dit boek is in het Portugees geschreven en het is geschreven voor de Portugese lezer. Ik heb een verhaal te vertellen over de geschiedenis van de Portugese taal en dit verhaal begint heel vroeg en het begint heel lang voordat Portugal ontstond’. In ons gesprek vertelde hij te hebben gestreefd naar een ‘eenvoudig maar verzorgd taalgebruik’: ‘Het is niet voor honderd procent mogelijk van wetenschappelijke terminologie af te zien, maar iedere Portugeestalige die middelbare school gedaan heeft, kan mijn boek lezen.’ Veel vragen hoefde ik dus niet te stellen over ‘de geboorte van het Portugees’. In het bovenstaande heb ik het belangrijkste van ons gesprek weergegeven, aangevuld met informatie uit andere bronnen om het van context te voorzien. Tot slot heb ik nog een drietal vragen voor Venâncio.
Nog drie taalkwesties
[1] Taalhistorica Rita B. Guilherme schrijft dat de ão-klank uniek voor het Portugees is.3 Hoe is die klank ontstaan?
‘Dat is een ongeluk. Het is waar dat deze klank exclusief Portugees is. Ooit waren er in het Galicisch-Portugees veel verschillende nasale woordeinden, zoals –ã, –am, –õ, –on –õo en –om. En –ão dus. Die klanken klonken oorspronkelijk waarschijnlijk allemaal anders, en voor zover ze geschreven werden, werden ze ook anders gespeld. In het klassieke Portugees raakte de grafische vorm –ão steeds gangbaarder, waardoor uiteindelijk ook de nuances in klank verloren gingen.’
De uitspraak richtte zich naar de spelling. Genoemde taalhistorica Guilherme geeft een voorbeeld uit de Cantigas de Santa Maria (‘Liederen van de Heilige Maria’) uit de dertiende eeuw waarin rijm tussen -am en -ão voorkomt.
[2] Ik zeg dat veel Nederlanders die je ziet en hoort op radio en tv, en niet alleen BN’ers (!), steeds vaker Engelse woorden en uitdrukkingen door hun taal gooien – waar dat volstrekt onnodig is: why in the world zou je member zeggen in plaats van lid ? (Hoe kun je trouwens lid worden van een winkel – zie foto hieronder?) Volgens Fernando Venâncio gebeurt dit in Portugal ook. Ik zeg dat het Engels dat uit de monden van Nederlanders komt bovendien vrijwel altijd Amerikaans-Engels is. Ik vroeg me af of Portugezen ook de neiging hebben de Braziliaanse tongval over te nemen, bijvoorbeeld onder invloed van Braziliaanse telenovela’s (soapseries) op de Portugese tv? Dit naar aanleiding van Venâncio’s in 2022 verschenen boek O Português à Descoberta do Brasileira (Guerra & Paz, 2022), waarin de invloed van het Braziliaanse Portugees op dat van Portugal aan de orde komt. In dit boek worden andere voorbeelden genoemd, maar ik heb destijds (1990-1991) van de telenovela Barriga de Aluguel (‘De draagmoeder’) op de Nederlandse tv aardig wat Portugees opgestoken, maar … met Braziliaanse klanken – die ik nog steeds direct herken.
Hoe zit het met de invloed van Braziliaans-Portugees op het Europese Portugees?
‘Wat uitspraak betreft is er helemaal geen invloed.’ Hoogstens soms met de naam Brasil, waar de l in het Braziliaans verandert in een oe-klank: ‘bra-zie-oe’. (Dat was mij inderdaad al meer dan eens opgevallen.) ‘Maar er zijn, inderdaad onder andere door telenovelas en Braziliaanse films aardig wat woorden en uitdrukkingen in het alledaagse Portugees terechtgekomen. Die invloed is geheel eenrichtingsverkeer: de Portugezen nemen wel over van Brazilië, maar het omgekeerde gebeurt niet.’ Over de twee varianten schreef Portugal Portal-redacteur Henk Eggens al eens een boeiend artikel.
[3] Toen ik destijds die cursus Portugees volgde, leerde ik dat de beleefdheidsvorm ‘u’ in het Portugees met een vorm van de derde persoon omschreven wordt: O senhor pode dizer me onde fica o correio? (lett. ‘Kan de meneer mij zeggen waar zich het postkantoor bevindt?’). Een beetje breedsprakig, wat wel als een typische eigenschap van het Portugees gezien kan worden. Maar het lijkt erop dat tegenwoordig veel vaker het persoonlijk voornaamwoord você (spr. uit ‘vos-sih’) gebruikt wordt (Você pode dizer me …), zoals in het Braziliaans, waar você altijd al meer gebruikt werd. In mijn eerste lesboek Portugese taalcursus schrijft Venâncio in de appendix dat de vorm você ‘bewust uitgesteld’ wordt (tot de behandeling van de andere persoonlijke voornaamwoorden). In Venâncio’s boek Basis Grammatica Portugees (Rotterdam, 5e druk 1987) noemt hij você ‘een typische compromis-formule waarmee zelfs de Portugese spreker enige moeite schijnt te hebben’.
Zie ik het goed dat dit você terrein wint in Portugal ten koste van o senhor/a senhora?
‘Vôce is een ongelukkige vorm. Het is een tussenvorm die, zonder de familiariteit van tu te hebben, toch minder afstandelijk is dan o senhor/a sehora. Alsof de keuze tussen die twee vormen al niet lastig genoeg is! Maar zoals je weet, kunnen in het Portugees persoonlijke voornaamwoorden in het algemeen gewoon weggelaten worden, omdat ze eigen werkwoordsvormen hebben’. Inderdaad, zie bijvoorbeeld het verschil tussen Como está en Como estás? (‘Hoe gaat het met u’ resp. ‘je/jou’?). Voor Engelstaligen is você ideaal – zij zijn immers niet gewend om onderscheid te maken tussen een beleefdheidsvorm en een informele vorm. Maar Nederlandstaligen die in hun eigen taal steeds vaker tutoyeren, hebben dan de neiging tu te gebruiken, terwijl dit persoonlijk voornaamwoord alleen bij (grote) nadruk gebruikt wordt. Como estás tu? klinkt als het Nederlandse: Hoe gaat ’t met jou?
Então agora bebemos do fino – nu weten we dus hoe de vork in de steel zit. Het was een leerzaam en bovendien bijzonder plezierig gesprek met een sympathieke, erudiete taalprofessor. Maar zo wilde hij niet genoemd worden: ‘Zeg alsjeblieft Fernando.’ Het ga hem goed!
Noten
- ‘Assim Nasceu uma Língua’, in Ciberdúvidas da Língua Portuguesa (geraadpleegd 01-07-2020). Een ander sympathiek interview is dat van Nuno Gomes Garcia: LusoJornal – Fernan do Venâncio. (beide Portugeestalig) ↩︎
- ‘Presentación do libro “Assim nasceu uma lingua” de Fernando Venâncio, editado en Portugal por Guerra e Paz Editores e distribuido en Galicia pola Editorial Galaxia.’ Klik hier om de video vanaf het begin te zien (incl. inleiding van 17:20 min.) ↩︎
- ‘Sobre as palavras terminadas em -ão’: in Ciberdúvidas.
↩︎
Janine Verhoeven zegt
Wat een fijn artikel. Ook voor mij was de eerste kennismaking met de Portugese (les-) taal het boek van Fernando. Inmiddels iets meer bekend met deze prachtige taal, ga ik zijn boek proberen te lezen. Obrigada!
Ferry Londt zegt
Heel interessant en leerzaam. Grappig ook om het lesboek “Portugese Taalcursus” tegen te komen in dit verhaal. Dat was ook voor mij mijn eerste lesboek toen ik bijna 40 jaar geleden naar Maputo vertrok voor een project “Drainagem de Maputo” Nu we sinds een paar jaar in Portugal wonen komt dat lesboek weer regelmatig van pas.
Leni Vermeiren zegt
Veel mensen kennen ook Boa sorte(‘89)
Een leerboek met een oefenboek erbij. Later verschijnt nog ( 2010)
Portugees direct voor beginners( oefenboek én tekstboek)
Het zijn onberispelijke cursussen. Ik heb ze allemaal en gebruik ze bijna dagelijks( ik geef Portugese les aan Nederlandstaligen)Fernando is mijn grote leermeester en hulp bij twijfel..
Frans zegt
Proficiat met dit leerrijk artikel. Een aantal dagdagelijkse, talige evidenties worden in een cultuur-historische context geplaatst en zo tot verwondering en bewondering gebracht. 2024 wordt hiermee prima ingezet.
Janwillem van der Ent zegt
Heel hartelijk dank voor de positieve reacties. Van ‘leermeester’ Venâncio zelf ontving ik ook een heel fijne reactie. De boeken Boa sorte, min of meer de opvolger van Portugese taalcursus, heb ik ook, maar zijn niet ter sprake gekomen en komen daarom in het artikel niet voor. Het is echter goed dat de titel nu alsnog genoemd is.
Els zegt
Dit was weer eens een ouderwets goed PP artikel! Fijn om te lezen, leerzaam en interessant! Als liefhebber van geschiedenis en talen een artikel naar mijn hart. En ook wij hebben Portugese les gehad met behulp van Boa Sorte!
Dankjewel Janwillem!
Obrigada Venâncio!
Hanneke Rijkelijkhuizen zegt
ik sluit me aan bij alle bovenstaande, positieve reacties. Een heel interessant artikel. Dank!