Vrienden nodigden mij uit voor de beste cataplana van Portugal. Ze zeiden erbij dat het restaurant mij zou verrassen. Het is een eenpansgerecht dat ooit door vissers is bedacht. Uit armoe eigenlijk.
Ze gooiden alles wat ze opvisten en niet verkochten in een pan, met water en zoutwatergroen en een handje zeezout en ze hadden weer te eten.
De pan bestaat uit twee op elkaar geklemde bolvormige helften (bij voorkeur uit koper gehamerd en vertind aan de binnenzijde) en werkt als een simpel soort stoomoventje. De inhoud mag van alles zijn, zolang het maar uit zee komt. Moderne mensen gooien er ook worst en vlees in en allerlei exotische kruiden. De vissers doen dat niet. Zeekraal, zeewier, dat wel, maar bijvoorbeeld geen peterselie of knoflook, want dat groeit niet langs de lagunen.
De echte cataplana is verrassend. Daarom krijgen toeristen meestal een namaakversie met herkenbare mosseltjes, een garnaal en wat tomaat. De authentieke versie bevat veel onbestemde brokjes, waaronder ook vaak een oestertje, een zeeslak of een paar harige krabbenpoten. Twee keer per dag, bij eb is het tijd om de maaltijd op te graven op de droogvallende slikken en zandbanken voor de kust; schelpdieren in allerlei soorten en maten, scheermessen, kokkels, zeeslakken en natuurlijk ook wegvluchtende geleedpotigen. Enfin, genoeg gepraat uit de keuken, nu aan tafel voor de beste cataplana van Portugal.
Het restaurant is slechts bekend bij insiders. Voor een normaal mens onvindbaar. Ik ga ook niet uitleggen waar het is, want dan is de aardigheid eraf en bovendien kan oma de toeloop dan niet aan. Oma woont sinds kort in een door de staat toegewezen optrekje in Olhão, maar wordt elke ochtend vroeg door haar zoon opgehaald en afgeleverd in het hutje van golfplaten, wrakhout en karton, waar ze thuis is. Zij is de moeder van de cataplanas en zoekt, naar men zegt, nog dagelijks de ultieme kostelijke ingrediënten op het wad, geleund op haar knoestige stok.
Laat ik trachten een schildering te geven van de situatie. Vanaf de hoofdweg volgt men een dwarsweg zeewaarts. Hier is meteen al de eerste hindernis voor verkeerde mensen met te dikke automobielen. Het tunneltje onder de treinrails door is oorspronkelijk gebouwd op maat van de ezelwagen. Daarna dient omzichtig te worden gereden vanwege op het wegdek slapende honden (wel wakker maken) langs kleurrijke stulpjes met aangeveegde binnenplaatsjes en veel fleurige bloempotten en schoongewassen kleding aan de waslijnen. De weg loopt dood aan de lagune, waar zich een uitzicht openbaart dat menige onroerendgoedmagnaat paf zou doen staan. Ongekend, dat zoiets zich hier zomaar openvouwt, zonder horizonvervuiling met villa’s en toeristenstallingen. Een schildering in helder blauw en geel en groen met stroken donkerbruin en velden vol van paarse bloemen. En daar in de verte voor de kust de witte strandeilanden, met ervoor in achteloze wanorde neergelegd de kleine vissersbootjes. Hier, op deze miljonairsplek, is naar zeggen het restaurant gevestigd.
Maar ik zie niets wat daar op lijkt. Er staat een rijtje houten vissershuisjes, voor berging van de visserijspullen. Een man met een kruiwagen komt uit zee gelopen – het is eb – en onder een afdakje van oude parasols, tussen de stekelige zoutwaterplanten en een enkele cactus, rommelt hij wat met plastic tassen. Verderop zie ik verschoten vlaggen van Nestlé en Delta koffie. En een paar verbleekte parasols. En ja, er staan ook tafeltjes en stoeltjes, alsof die er per ongeluk zijn aangespoeld. Ooit waren de plastic kuipjes wellicht fraai blauw, maar zon en zee hebben zowel de kleur als de reclame vrijwel uitgewist. Dichterbij komend blijkt dit inderdaad een terras, aan de vloedrand van het getijdenwater, waar niemand ooit aan opruimen heeft gedacht. Ter rechterzijde staan wat bouwsels, deels steen, deels wrakhout, deels zeildoek en verwaaid plastic. Een overdekt terras zowaar. Met erachter de ingang van een donkere spelonk, waarin twee mannen heftig in discussie zijn, aangewakkerd door de aguardente. Het is de snackbar, groter dan verwacht, donker en koel, met een lange bar en een professioneel espresso-apparaat (zonder koffie kan niet in Portugal).
Ria Formosa
Omdat mijn gezelschap er nog niet is, bestel ik een biertje en kijk wat rond. Genoeg te zien. Er staan vervallen houten bankjes aan de vloedlijn, tussen verwaaide rotzooi. Het miljonairsgevoel wordt danig verpest door de troep, die de bewoners niet (meer) zien en – erger nog – die zij maken en nooit opruimen. Een paadje tussen de paarse bloemstruiken voert naar een hut van afvalhout waarin een soort werkplaats is gevestigd voor buitenboordmotoren. Er liggen – onder andere – een toiletpot, een douchebak, drie autobanden, meerdere autostoelen, een stuur, drie gesloopte motoren, veel oud ijzer, een houten boot waaraan ooit is gewerkt, een houten boot waaraan nooit is gewerkt, erg veel plastic, oliedrums, kortom spullen die wij afval noemen. Dit is dus het beroemde natuurpark Ria Formosa, 60 kilometer wetlands langs de kust, eilanden, schiereilanden, lagunes. Beschermd gebied sinds 1987. Maar ons restaurant, met aanpalende hutten, huisjes en ruïnes, stamt van ver voor die tijd, toen er nog geen toeristen waren en zeker geen natuurbescherming. Alleen maar visserij en armoe. Alles wat er staat is nu illegaal, maar blijft getolereerd. Er leven immers mensen. Het restaurant is een familiebedrijf, een matriarchaat met oma aan het hoofd en moeder Cristina als bedrijfsleider.
Terras
Als ik rustig met mijn biertje op het ‘terras’ zit, wringt zich naast mij een bestelauto tussen de stoeltjes. De autoradio blaast bonkende lounge muziek, die de aanwezige terrasmuziek overstemt. Er rolt een gezin naar buiten, met kleine kinderen die later dit restaurant moeten voortzetten. Vader verdwijnt in het inwendige en niemand zet de autoradio af. Gelukkig komt de man even later met lege kratjes (die liggen er trouwens genoeg) weer naar buiten. Of de radio uit mag? Ah! Maar natuurlijk! Een en al vriendelijkheid, nooit aan gedacht dat een klant er last van kon hebben, zomin als hij kon bedenken dat zijn voor de deur geparkeerde auto het zeezicht blokkeert van de klanten op het terrasje.
Bier, wijn en medronho
Later, als onze lange met papier gedekte tafel vol staat met literkannen wijn (groen, wit en rood) en flesjes bier, brood, salade, olijven, schalen met patatjes en rijst en tenslotte twee grote cataplana pannen met een verrukkelijke inhoud en daarna nog koffie en amandeltaartjes en glaasjes medronho… dan vergeef je die lieve Portugezen al hun onhandigheden. Het meisje van een jaar of veertien, dat ons bedient, put zich uit om Engels te spreken. Is it good? Ze vraagt het elk kwartier. Yes, thank you, obrigado. Ach, zij heeft nog nooit een echt restaurant gezien moet je maar denken. En in een echt restaurant krijg je niet de lekkerste cataplana van Portugal!
En oh ja… die allerlekkerste cataplana waaraan oma een dag had gewerkt, was niet toeristisch geprijsd. De rekening was 12 euro per persoon. Vandaar dat ik het adres geheim moet houden, mede ter bescherming.
Ricardo Dijo zegt
Prachtig Olhao is ook onze favoriete culinaire stek maar ook vanwege de lokale bevolking en vriendelijkheid.
Janine Verhoeven zegt
Gevonden! Wandelafstand. Maar ik zal het geheim houden ????
Els zegt
Leuk artikel over dat heerlijke autentieke zeevissers gerecht cataplana. Het water loopt me in de mond terwijl ik het lees! Dankjewel Christian! Geweldig dat er nog ergens in Portugal de echte originele versie verkrijgbaar is, al is dat op een moeilijk te vinden plaats. Ik ga er maar niet naar zoeken, maar wél naar een autentiek recept! (iemand?). Zonder vlees en worst!! En eindelijk ook eens die zo lang gewenste mooie koperen cataplana pan kopen!!!
Ellen Lanser zegt
Mooi verhaal, dankjewel! En ja, hou dit alsjeblieft zorgvuldig geheim, er wordt al genoeg opgeknapt en opgeleukt en toeristisch aanvaardbaar gemaakt. Geniet ervan zolang het nog kan, dit is een van de ***** kwaliteiten van het portugese leven.
Elisabeth Jacques zegt
Dat zijn de pareltjes!
Loek Kusiak zegt
beste christian
als je dweept met je kennis van de formidabele cataplana kookkunst maar toch
de anonimiteit van de restaurant verkiest, praat er dan ook niet over in je stukje. zwijg erover. je maakt jezelf anders een tikje hollands-elitair. we hebben te maken met volwassen , over het algemeen goed opgeleide lezers. de doorsnee Portugal-toerist die 2 weken Albufeira bezoekt, of wellicht een mid-weekend Lissabon verkiest, raadpleegt deze site niet. bovendien gaat het hier niet om een staatsgeheim.
Xxxxxx is overigens gewoon te vinden op Tripadvisor, met foto, telefoonnummer en enkele uitstekende waarderingen van bezoekers. ik heb het tentje al ’s meerdere malen bezocht en de cataplana is inderdaad hemels.
Henk Eggens zegt
Beste Loek,
Portugal Portal publiceert geen artikelen met een commercieel karakter, tenzij ervoor betaald wordt. Vandaar ook dat de naam van het restaurant niet genoemd wordt.
Redactie Portugal Portal.
Loek Kusiak zegt
beste Henk, misschien toch nog eens het stuk lezen: de naam van het restaurant – ‘slechts bekend bij insiders’ – ahummm, maar dat terzijde – wordt in het artikel unverfrohren genoemd, het is zelfs de basis, de inspiratiebron, de oergarnaal zo je wilt, van het stuk.
natuurlijk zonder commerciele bijbedoelingen, helemaal waar, maar zelfs een digibeet kan online zoekend in een handomdraai achterhalen waar restaurant (xxxx) is gesitueerd.
Henk Eggens zegt
Beste Loek, je had helemaal gelijk. Ik heb het artikel aangepast.
debbie pappyn zegt
je mag mij gerust het adresje sturen 😉
Jeronímo/Jeroen zegt
Alle reacties ten spijt, maar helaas….. het restaurant is niet meer, al lang niet meer. Cristina is daarna vanuit huis begonnen, ook alweer even geleden. Of dit nog zo is, helaas geen idee. Was wel leuke ervaring, maar haalde het niet bij de locatie zoals Christian beschreef en wij ook diverse keren hebben mogen ervaren. En dan nog maar niet te spreken over de heerlijke garnalen in pikante saus die zij daar serveerde. Fijn om sommige dingen als herinnering te hebben.