Op de site van Portugal Portal is al veel over bacalhau gepubliceerd:
Maja schreef in 2017 over het woord bacalhau, het verschil tussen stokvis en klipvis en over de manieren van bereiden van een bacalhau gerecht.
Han schreef in datzelfde jaar over de historische visgronden voor de kust van Canada. Verder is de ene bacalhau de andere niet, zoals Han haarfijn uitlegde. Ook de behandeling van de rauwe vis en de manieren om de vis in stukken te snijden kende geen geheimen voor deze auteur.
Dit verhaal gaat over het hospitaalschip Gil Eannes, jarenlang de noodzakelijke metgezel van de Portugese vissersvloot die bij Newfoundland op kabeljauw viste.
De kabeljauwvissers
In het begin van de 16e eeuw brachten de Portugese ontdekkingreizigers João Álvares Fagundes en de broers Gaspar en Miguel Corte Real een deel van de Noord-Amerikaanse kust in kaart van wat toen Terra Nova dos Bacalhaos heette (het huidige Newfoundland in Canada). Ze ontdekten dat er veel kabeljauw te vangen was in deze wateren.
Tot aan de 20e eeuw werd er op kleine schaal door Portugese vissers kabeljauw gevangen. In 1910 telde men dagelijks gemiddeld tien Portugese vissersschepen voor de kust van Newfoundland. In de periode na 1930 groeide dit aantal schepen aanzienlijk. De regering van Salazar, het tijdperk van de Estado Novo, voerde vanaf 1930 een beleid gericht op het grootschalig vissen op kabeljauw voor de binnenlandse markt. Reders kregen gunstige voorwaarden voor financiering van hun vloot. Er werd een arbeidsmarkt gecreëerd voor vissers en in de verwerkende industrie. Het aantal schepen in de vissersvloot groeide in de jaren vijftig tot meer dan 70. De campagne kreeg de naam Faina Maior, De Grote Taak.
De kabeljauwvisserij was seizoensgebonden en liep van april tot november van elk jaar. Na de obligate Rooms-Katholieke mis voeren de moederschepen, de fameuze Witte Vloot, eind april de thuishavens (Porto, Aveiro en Lissabon) uit en keerden pas eind september weer terug. Het was zwaar en gevaarlijk werk voor de vissers, met lange werkdagen gedurende een aaneengesloten periode van rond de zes maanden. De kabeljauw werd gevangen vanuit bijboten, de doris, sloepen van 5 tot 7 meter lang, zonder kiel. Elke dorivisser voer op zijn eigen boot.
Een RTP film, gemaakt voor het Portugese voortgezet onderwijs, laat de barre omstandigheden zien waarin de vissers hun werk deden.
Na de Tweede Wereldoorlog leed de campagne aan een gebrek aan modernisering van de vloot. Toen in 1977 Canada de tweehonderd-mijl-zone invoerde ter bescherming van de kabeljauwbestanden werd het de Portugese vissers onmogelijk om voor de kust van Newfoundland op kabeljauw te vissen.
De stokvis die nu in de Portugese supermarkt ligt komt voornamelijk uit Noorwegen.
Het hospitaalschip de Gil Eannes
Het eerste schip dat als hospitaalschip diende voor de kabeljauwvissers heette oorspronkelijk de Lahneck. Het schip was van Duitse oorsprong. Na de Eerste Wereldoorlog werd het schip als schadevergoeding aan Portugal gegeven. Dit schip deed dienst tot het verroest en niet meer zeewaardig was. Het werd vervangen door de huidige Gil Eannes. Dit schip werd in 1955 afgeleverd door de scheepswerven van Viana do Castelo.
De twee schepen werden vernoemd naar de Portugese ontdekkingsreiziger Gil Eanes (ook wel: Gil Eannes). Eanes was een Portugese ontdekkingsreiziger die als eerste in 1434 voorbij Kaap Bojador (een landtong aan de noordkust van de Westelijke Sahara) voer. Hierdoor werden vele legendes ontkracht over de onmogelijkheid om voorbij deze kaap naar het Zuiden te varen.
De nieuwere Gil Eannes is een robuust hospitaalschip van bijna 100 meter lang en een diepgang van 5,5 meter. Het schip had, toen het nog in de vaart was, een capaciteit voor 72 bemannings-leden, 6 passagiers en 74 patiënten. Tussen 1955 en 1973 was deze Gil Eannes het vlaggenschip van de Portugese Witte Vloot die actief was in de kabeljauwvisserij in de zeeën van de Grand Banks van Newfoundland en Groenland.
Na 1963 begon het schip ook commerciële reizen te maken als koel- en passagiersschip tussen visserijcampagnes door.
Na zijn laatste reis lag het afgemeerd in de haven van Lissabon totdat het in 1977 als schroot voor de sloop werd verkocht. Een groep mensen uit Viana do Castelo verijdelde met succes het roemloze einde van het schip. Ze formuleerden een project, en kregen de financiering rond, om het schip in de zeehaven van Viana do Castelo ten toon te stellen. Het werd een eerbetoon aan het maritieme verleden van de stad en is sinds 1998 een van de toeristische trekpleisters.
Het bezoek
De stichting Gil Eannes beheert het schip. Het is voornamelijk ingericht als museum dat inzicht wil geven in het leven op het hospitaalschip in dienst van de kabeljauwvissers. Het schip heeft ook de mogelijkheid voor het houden van vergaderingen. Er is een souvenirwinkel een bar/terras. Het schip dient ook als jeugdherberg met 60 bedden, gevestigd in de voormalige ziekenboeg en hutten.
We gingen kijken op het schip. Voor 5 euro per persoon konden we de loopplank op. Strak in de verf, van buiten en van binnen, dat was de eerste indruk. De verantwoordelijke organisatie had een pijlenroute uitgezet, zodat we niet konden verdwalen. We liepen door de gangen en over de meeste dekken en snoven de geschiedenis van dit schip op.
De kerntaak op het schip was de medische verzorging van de vissers. Daarvoor was een ziekenhuis ingericht met behandelkamers, ziekenzaaltjes, een operatiekamer en voorzieningen voor de ondersteuning van deze taken. Een laboratorium, een röntgenafdeling, maar ook een keuken, een bakkerij en een kapel hoorden bij de functionaliteiten.
Het was een groot plezier om een tijd op het schip te dwalen. Mijn fantasie bloeide op en ik voelde me al bijna rondvaren in de kustwateren voor Newfoundland. Het is de moeite waard om het schip te gaan bekijken. Voor wie dat niet kan is er op de website van de stichting een virtuele toer te maken.
Feliciano zegt
Beste Henk, interessant artikel en een mooie film (National Geo). Zeker voor degenen die familieleden hebben gehad die jarenlang kabeljauw daar hebben gevist. Wat een verschrikkelijk leven moet het zijn geweest. Onverantwoordelijk in zulke kleine bootjes op de ijskoude Noordpoolzee.
Henk Eggens zegt
Dank Feliciano voor je compliment. Ja, het leven van die vissers, daar ben ik niet jaloers op. Je hoort er ook wat over op het schip, waar ze een documentaire vertonen. Maar George Sluizers film laat het eigenlijk al wel goed zien.
Gerard Bos zegt
Zeer interessant verhaal en een geweldig indrukwekkende film. Wij kennen het schip, we wonen niet ver van daar, in Barreiros bij Braga. Los van het schip is het stadje ook zeer de moeite waard. Leuke winkel stand, veel te zien. Wel opmerkelijk dat ik in Wikipedia over deze film van Sluiters niets vond.
Jurgen zegt
Hai Henk, sluit me helemaal aan bij de complimenten over jouw artikel En dat nou net de Nederlandse cineast George Sluizer deze bijzondere documentaire heeft gemaakt, maakt het artikel nog meer Portugal Portal waardig.
Inderdaad niet vermeld op Wikipedia, maar op de site van Cinemagazine wordt de documentaire terecht uitgebreide lof toegezwaaid:
https://cinemagazine.nl/the-lonely-dorymen-1968-recensie/
Henk Eggens zegt
Dank, Jurgen. Terechte lof over deze documentaire, vind ik ook.
vincent zegt
Enig artikel weer, Henk! En Anke en ik genoten van de docu van George Sluizer: “João en de kabeljauw”.