De Bairro Alto is in Lissabon een van de bekendste wijken. Het is de hoge – ‘Alto’ – wijk, boven en achter het grote en centrale plein Rossio. Het is de wijk waar op vrijdagavond de studenten naartoe komen, om op straat te drinken. Menig fado-restaurant is er gevestigd. Van de oude volkswijk is niet veel meer over, de nauwe straatjes en de gezelligheid zijn gebleven.
Helemaal aan de rand van deze Bairro Alto, in wat je de laatste straat zou kunnen noemen, is een bijzonder klooster gevestigd. In deze Rua O Século kom je al niet zo snel terecht en ook het klooster met zijn sobere witte buitenmuren valt niet op. Het gaat om het Convento dos Cardaes, dit klooster is betrekkelijk klein van omvang maar zeker voor Nederlanders interessant omdat er in de kloosterkerk in Amsterdam vervaardigde wit en blauwe tegels in zitten. Van die tegels, waarvan Nederlanders al snel zullen zeggen dat het ‘Delfts Blauw’ is, die je overal in Portugal veel ziet. Met als groot verschil dat de Nederlandse tegels standaard één afbeelding in blauw per tegel hebben, terwijl de Portugezen tegeltableaus vervaardigden met afbeeldingen over vele tegels.
In oktober waren we weer een keer in het Convento dos Cardaes. En dan ben je daar dus de enige bezoeker. Het is vanwege die geringe bezoekersaantallen niet lonend om in iedere ruimte een suppoost te zetten. Het klooster gaat pas om 13.00 open. Een vrijwilliger loopt met de bezoeker mee en geeft ook nog de nodige uitleg. Hij zei al een paar keer Nederlanders te hebben rondgeleid met speciale belangstelling voor de Nederlandse tegels.
Dona Luísa de Távora
De geschiedenis van dit klooster gaat terug tot de tweede helft van de zeventiende eeuw. De welvarende Dona Luísa de Távora liet op haar privéland vlak buiten de toenmalige stadsmuur een klooster bouwen voor de karmelieter nonnen. In 1681 namen de eerste nonnen er hun intrek. Ook Dona Luísa ging er wonen en zou in 1692 in het klooster sterven. Na haar dood heeft haar zoon de verantwoordelijkheid voor de voltooiing op zich genomen.
Het klooster ademt gestrengheid. Zo is de eetzaal van de nonnen zeer sober ingericht, naar het schijnt heel bewust om te voorkomen dat ze met elkaar zouden praten. In de sacristie zit aan de straatkant een klein hoog venster, naar de straat. Vanuit de sacristie valt de straat niet op en op straat heb je bij dat raam geen idee wat er in het gebouw schuil gaat. Alles is erop gericht om de buitenwereld ook echt buiten te houden.
J. van Oort, Amst Fecit
In deze sobere en enigszins fantasieloze wereld is tegelijk sprake van een hoge mate van verfijndheid. In het hele gebouw, in de verschillende kamers, de sacristie, het lage koor, en in het traphuis zijn fraaie elementen aangebracht, met tegels, houtsnijwerk, schilderijen. De kloosterkerk is voor mij het hoogtepunt. Een vrij kleine kerk, onderaan rondom betegeld met tegels van Jan van Oort uit Amsterdam, met feeërieke voorstellingen van engeltjes, jonge kinderen, schapen. Heel dromerig en liefelijk. Het zijn sprookjesachtige tafereeltjes. Rechts van de ingang, helemaal beneden maar makkelijk te vinden, is de signatuur: J. van Oort, Amst. Fecit. Ofwel, vervaardigd door J. van Oort in Amsterdam.
Boven de Amsterdamse tegels tot aan de kroonlijst Portugese tegeltableaus met meer wereldse voorstellingen. En daarboven schilderijen van achttiende-eeuwse Portugese meesters. In het altaar domineert verguld houtsnijwerk en Italiaans ingelegd marmer. De kerk is wat mij betreft een toonbeeld van harmonie. Geen dominante elementen, heel bewust is een evenwicht gezocht en gevonden. In de folder over het klooster is een citaat van de Amerikaanse kunsthistoricus en Portugal-kenner Robert C. Smith opgenomen. Hij noemt de kloosterkerk ‘uniek in Europa’.
In die Rua de O Século ligt de kerk in het deel van de stad waar de schade van de verwoestende aardbeving van 1 november 1755 beperkt bleef. Het Convento heeft toen ook betrekkelijk weinig geleden. Marquês de Pombal, de man die Lissabon na de aardbeving met een tomeloze inzet weer opbouwde, woonde vlak naast het klooster. Ook zijn huis, in wat toen nog de Rua Formosa heette, bleef gespaard.
Teruggevonden bestellijsten
Terug naar Jan van Oort. Ik vind het als Nederlander aardig om die ondertekende Amsterdamse tegels in een kloosterkerk in Lissabon te bewonderen. In het Convento da Madre Deus, direct aan de Taag en dermate rijk betegeld dat daar nu het Nationale Tegelmuseum is gevestigd, zitten in de kloosterkerk ook tegels van Van Oort en ook nog van de eveneens Amsterdamse Willem van der Kloet. Toen ik daar in mei 2017 was – ter voorbereiding van mijn een jaar later uitgegeven boek De Witte Stad – zei de directeur me dat de bestellijsten van de Amsterdamse tegels onlangs waren teruggevonden. Veel kans hebben Nederlandse tegelbakkers overigens niet gekregen op de Portugese markt. Ze waren zelf al druk doende tegels, azulejos, te vervaardigen, geïnspireerd op de tegels die de Moorse bezetters eeuwen eerder in Portugal en Spanje hadden geïntroduceerd. Het was de Portugezen hun eer te na massaal tegels elders te laten vervaardigen. Al lijkt het overduidelijk dat ze voor de blauw op witte tegeltableaus door het Nederlandse voorbeeld zijn geïnspireerd.
Herontdekt
Het verhaal van het klooster in Lissabon en Van Oort wordt nog aardiger als we afgaan op de conservator van het Nederlands Tegelmuseum, Johan Kamermans. In een artikel ‘Nieuwe vondsten over de tegelbakkerij van Jan van Oort’ geeft hij aan dat Van Oort in Nederland pas ontdekt is, door de specialisten, nadat duidelijk werd dat er in een kloosterkerk in Lissabon een tegeltableau met ondertekening van hem bestond. Kamermans stelt dat Van Oort in Nederland is herontdekt nadat in 1959 een befaamde Portugese tegelkenner over hem en die signatuur in het Convento dos Cardaes heeft gepubliceerd. Vervolgens is er in Nederland meer onderzoek gedaan naar de volgens Kamermans onbekende Van Oort en zijn er meer tegeltableaus ontdekt die waarschijnlijk aan hem kunnen worden toegeschreven.
Ben Weijers Paquete zegt
Ter aanvulling: De eetkamer van Palacio de Fronteira is ook helemaal betegeld met Hollandse (Delfts blauwe) tegels. Portugese bezoekers reageren vaak trots en enthousiast bij het zien van al die prachtige “azulejos” en zijn erg teleurgesteld als ik ze corrigeer en zeg dat het tegels van Hollandse makelij zijn.
Ik weet niet of er een maker op de tableaus vermeld staat.
Jule Hinrichs zegt
Dag Ben,
Het is uitzonderlijk als er een signatuur is toegevoegd. In het artikel verwijs ik naar het huidige Nationale Tegelmuseum met tegeltableaus van Willem van der Kloet en Jan van Oort. Daar ontbreekt de signatuur. De directie-assistent die me er enkele jaren geleden rondleidde wist wel precies wat van welke Amsterdamse tegelbakker was. Als ik je reactie lees is de eerste impuls om in het Palacio de Fronteira nader onderzoek te doen. Ik vermoed dat die signatuur ontbreekt, omdat deze meestal niet is aangebracht en ook omdat je het anders wel gezien had. Die in de Convento dos Cardeas zit laag en maar iets boven de vloer, maar je vind ‘m meteen.
Christa Vd Kloet zegt
in Nazare is een kerkje, helemaal betegeld met tegeltableaus van Willem van der Kloet.
Gesigneert met handtekening van W van der Kloet.
dit is ook onze achternaam.
Thom en Christa van der Kloet
Jule Hinrichs zegt
Dag Christa,
Een gesigneerd tegeltableau van Willem van der Kloet in Nazaré is ongetwijfeld al bekend en beschreven, voor mij is het echter nieuw. Dus dank voor deze informatie. Ik neem aan dat het een kerkje betreft in het lage deel van Nazaré, dus niet ‘op de heuvel’ aan de Noordzijde in Sítio de Nazaré. In jullie geval is het helemaal aardig, met Thom – neem ik aan – als mogelijke nazaat van Willem van der Kloet. Fijn deze reactie!