We willen met de Nimbus, onze camper, naar Zweden. Alles is gepland en bedacht, maar dan breekt de oorlog uit en we besluiten om de andere kant op te gaan. Het wordt Portugal. Tijdens het voorbereiden van de reis raak ik steeds enthousiaster. De prachtige natuur, de natuurparken, de schattige stadjes, de schitterende stranden en het geweldig weer (hopelijk niet te warm).
Van gastcolumnist Mieke Bastiaens
We willen zoveel mogelijk van Portugal zien. We rijden grotendeels langs de kust, slaan Lissabon over maar gaan wel Porto en Sintra bezoeken. We gaan naar de prachtige Algarve en willen wandelen in de vele natuurparken. Het is wel ver, sowieso 1600 km om er te komen, en dan weer terug. Als alles gaat zoals gepland, blijven we 33 dagen weg.
Op 30 mei 2022 vertrekken Jan en ik vanuit ons huis in Zwalm (Oost-Vlaanderen) en op 2 juni rijden wij ongemerkt over de grens en komen we aan in Portugal.
Eerste stop – Vilarinho (Parque Natural de Montesinho)
Vanmorgen om een uur of 6 worden we gewekt door twee keiharde donderslagen, vlak na elkaar. We denken, nu is het begonnen: regen en onweersbuien, die al een tijdje worden aangekondigd, maar nee hoor, niks aan het handje. We zijn weer in slaap gevallen en staan pas om 9 uur op. Blauwe lucht. Het weer is behoorlijk. Vanaf 15 uur voorspellen ze regen, als we willen wandelen moeten we nu in actie komen. In Vilarinho, vlakbij de kerk, is het startpunt van 3 uitgezette wandelingen van 7, 15, en 24 km, tenminste dat zeggen ze.
We parkeren in het piepkleine dorpje met zijn kasseistenen straatjes en gaan op zoek naar het vertrekpunt. Onderweg komen we een ouder Nederlands koppel tegen dat ook op zoek is naar de wandelpaden. Zij hebben al een stuk van de wandeling gedaan en sturen ons richting het bos. We komen uit op het punt waar we met de auto zijn afgeslagen om het dorp in te rijden en daar wordt aangegeven dat er 3 circulaire wandelingen zijn maar waar het vertrekpunt is blijft een raadsel. Dan verschijnt er een Engels paar op de fiets met een hond in een fietskar. Zij staan ook op de camping en op weg naar het dorp hadden we hen al ingehaald. Ook zij willen de wandeling doen. Wij sturen hen over de weg naar het dorp waar wij net vandaan komen en lopen er zelf weer terug naartoe. Van de 3 routes vinden we er uiteindelijk 2. We willen route nr. 4 (7 km) doen en juist die is niet aangegeven, tenminste we kunnen het beginpunt niet vinden. We vragen het nog eens aan iemand die een bewoner lijkt te zijn en ja hoor…. het beginpunt is waar wij al waren, maar dan wel aan de ándere kant van de weg!
Eindelijk kunnen we gaan lopen en dan begint het te regenen, vrij hard zelfs, gelukkig kunnen we onder een afdakje staan. Naar goede Portugese gewoonte duurt de bui niet langer dan 4 minuten en dan gaan we op weg. De wandeling is best goed aangegeven. We lopen een paar keer verkeerd en bij twijfel denken we de meest logische weg te nemen, maar dat kunnen we kennelijk beter niet doen. Daarom lopen we weer een stuk terug en dan verder de berg op. De zon schijnt in deze mooie groene en boomrijke omgeving van het Parque Natural de Mourinho.
De route is mooi, pittig, maar best te doen. Soms moeten we door een riviertje waden of flink klimmen. Ik heb de wandeling uitgezocht via internet en daar wordt de wandeling aangemerkt met moeilijkheidsgraad low to medium, maar in het echt is het zwaarder dan dat. Na een tijdje komen we op de weg waar we op reden toen we naar het dorp gingen. We moeten deze weg oversteken en dan gaat het pad naar boven. Hier en daar is het zo steil dat je je aan struiken en alles moet vasthouden om niet naar beneden te glijden en zo blijft het maar doorgaan, steeds naar beneden en dan weer steil omhoog. Ik vind het allang niet leuk meer. We zijn al 2,5 uur bezig met een wandeling van maar 7 km en het einde is nog niet in zicht. Eindelijk komen we bij een punt waar we de weg weer kunnen zien, maar volgens de aanwijzingen moeten we juist de andere kant op het bos in en dan heb ik het wel gehad. We beseffen dat we ondertussen waarschijnlijk een van de twee langere routes aan het volgen zijn maar ik heb er schoon genoeg van, we zijn ondertussen al meer dan 3 uur onderweg en dan reken ik die extra 2 km die we al liepen om de start te vinden niet mee.
Dus we besluiten over de weg terug te lopen naar Vilarinho. Of we naar links of rechts moeten, geen idee en ik wil geen meter te véél meer lopen. Mijn mobiel heeft geen bereik en op Jan’s telefoon kan Google Maps Vilarinho niet eens vinden. Ik heb zin om te janken, we zijn verdwaald, Gelukkig heeft Jan nog een andere kaarten-app op zijn telefoon en die geeft de route terug naar het dorpje wel aan. Sterker nog we zitten er een kilometertje vanaf. En inderdaad, na een bocht zien we algauw het punt waar we de Engelsen hebben ontmoet en vanaf daar lopen we rechtstreeks naar de Nimbus die braaf en ongeschonden op ons staat te wachten. Halleluja!
Op de camping aangekomen gaan we lekker uitrusten en wat lezen. Onze laatste avond op de camping gaan we onszelf verwennen en naar het restaurant. Dat is een speciale ervaring, maar dat is een ander verhaal.
De volgende ochtend gaan we vroeg op pad. We rijden over de snelweg en het is er zo stil, echt bizar, zeker als je het vergelijkt met de snelwegen in België, die altijd druk zijn. Hier zie je af en toe een auto of vrachtwagen. Nu is het vandaag zondag dus misschien heeft dat er ook mee te maken. Bij Vila Real gaan we de snelweg af, de bergen in. We maken een fout bij een rotonde, nemen de verkeerde afslag en komen op het terrein van het ziekenhuis terecht. Het is een éénrichtingsweg dus we kunnen niet terug. De portier/beveiliger van het ziekenhuis wijst ons netjes de weg terug. En dan gaan we omhoog langs bochtige weggetjes. De omgeving is indrukwekkend mooi: hoge bergen, imposante rotspartijen, spectaculaire uitzichten en dat onder een behoorlijk blauwe lucht.
Tweede stop – Mondim de Basto (Parque Natural Alvão)
Dan rijden we dwars door het nationale park naar Mondim de Basto waar een camping moet zijn. We rijden over zeer behoorlijke wegen door dorpjes met goed onderhouden huizen en tuinen vol bloemen. We zien een paar splinternieuwe supermoderne huizen zelfs, waar ze in België jaloers op zouden zijn. Hier passen ze niet, vind ik. In het nationale park staan borden met Pas op voor overstekende koeien, die lopen daar in het wild rond, en inderdaad, algauw zien we er een paar, zwarte met gigantische horens. En ja, we moeten ook stoppen omdat er een op haar gemak de weg oversteekt. Leuk om dat mee te maken.
Ik maak steeds vergelijkingen met onze laatste reis door Italië en alles valt in het voordeel van Portugal uit. Hier kennen we geen frustraties zoals die we daar wel hadden, hier klopt en loopt alles, als er iets te zien is kun je makkelijk even stoppen. Er zijn overal parkeerplaatsen, ook voor campers. Alle borden zijn ook in het Engels, zelfs in kleine dorpjes en de wegen zijn zoveel beter dan daar.
De camping ligt buiten de plaats in het groen. Er is een vriendelijke campingbaas die liever Frans spreekt dan Engels. Er is plaats zat. Er is hier amper iemand. We krijgen een kaart voor de slagboom en sleutels voor de achterpoort om naar de rivier te gaan. Ik wist niets van een rivier en word helemaal blij.
We mogen zelf kiezen en gaan op een plek staan met uitzicht op de rotsen die de hele camping omringen. Het zelf kunnen kiezen is ook een verschil met Italië. Het sanitair dat helemaal gedecoreerd is met azulejos is helemaal in orde. De camping grenst direct aan de rivier MET waterval en grote rotsen waarop je in de zon kunt liggen. De rivier is feeëriek, zo mooi en rustgevend. Het groen overal en de waterval, het is allemaal prachtig. We lopen een stuk langs de rivier tot het dood loopt en gaan dan terug langs de camping de andere kant uit en daar komen we uit bij een schitterende middeleeuwse brug. De weg is geplaveid met gigantische stenen, zoiets als in Pompeï. We zijn totaal uitgelaten door de schoonheid van alles en van het mooie weer, de zon die tussen de bomen doorschijnt waardoor alles een extra glans krijgt.
Derde, vierde en vijfde stop
De volgende dagen gaan we via Amarante en andere dorpjes en wegen naar Porto waar we kort verblijven.
Op 10 juni vertrekken we naar Aveiro. Eerst rijden we naar het vissersplaatsje Torreiros. We komen eigenlijk voor de vissersbootjes, een soort gondels in allerlei kleuren die daar fotogeniek liggen te zijn. We maken veel foto’s. Vervolgens rijden we naar Aveiro en blijkt dat we eerst een veerboot moeten nemen. Leuk. We komen aan en de ferry blijkt net 3 minuten geleden te zijn vertrokken. We zien hem nog varen. We gaan op een terrasje iets drinken en eten een gebakje. De vijftig minuten wachttijd zijn snel voorbij. Op de veerboot, lekker op het water, vind ik het heerlijk. We komen aan in de haven van Aveiro en moeten dan een tiental kilometers naar het stadje zelf rijden.
Aveiro
En daar is het liefde op het eerste gezicht. We rijden rond, langs prachtige huizen die aan het water liggen, zoekend naar een parkeerplaats, maar het is overal vol en de ondergrondse parkings zijn te laag voor onze hoge bus. Opeens zien we een perfecte plek onder de bomen (lekker schaduw, want het is ondertussen behoorlijk warm) en nog gratis ook. Iets verder van waar we geparkeerd staan lopen we via een gigantische trap naar beneden richting rivier. Alles is mooi, netjes en geweldig. Het eerste dat mij opvalt zijn de bruggen met gekleurde linten die voor een vrolijk en feestelijk effect zorgen.
Dan komen we in het historisch centrum met zijn prachtige betegelde huisjes aan het water en schattige pleintjes met terrasjes. Het is jammer dat ik nog vol zit van het gebakje, anders hadden we daar geluncht. We zijn allebei superenthousiast en onder de indruk van hoe bruisend en mooi en leuk opgeknapt deze stad is. Oud en nieuw naast elkaar, mooie parken en groen en overal het water met een soort van gondels vol toeristen.
Helemaal vrolijk rijden we daarna naar een ander kuststadje, 10 km verder, Costa Nova del Prado, waar ze prachtige duinen hebben en van die mooie wandelplankieren, en vooral van die leuke gestreepte huizen.
Het plan is om nu naar Buracas de Casmilo te rijden daar te overnachten en de volgende dag te gaan wandelen. Wordt vervolgd….
Joyce Hidskes zegt
Wat n leuke beschrijvingen
Jan zegt
Moou verhaal, dank voor het delen hiervan.
Hoe herkenbaar die eerste wandeling van jullie.
Kasja zegt
Boeiende schrijfwijze, alsof je in een leuk boek zit te lezen. En het niet wilt wegleggen!!
Kijk uit naar het volgende deel 🙂 🙂
Complimenten van een blije lezer.
Vlinder zegt
Wat Leuk om jullie reisavontuur te lezen,kijk uit naar deel 2.
Dat jullie in de tussentijd een mogen genieten.
abraços e boas viagens
Vlinder