Nooit geweten tot ik het bij toeval ontdekte. Het Australische continent had net zo goed Portugees bezit kunnen zijn in plaats van lid van het Britse Gemenebest, net zo makkelijk als het een Hollandse kolonie had kunnen worden als onze zeevaarders beter hadden opgelet.
Arrogant als altijd leggen de Engelsen de claim dat hun captain Cook degene is die Australië voor ‘Queen and Country’ ontdekt en dus in bezit neemt. Om hun besef van het gewichtige belang van die ontdekking duidelijk te maken, gebruiken zij het continent jarenlang enkel om wat zij misdadigers noemen – meestal kneuterdiefjes die misschien een zakdoek, een appel of iets anders onbelangrijks van een hoogmogende gestolen hadden, kinderen net zo goed als volwassenen en allemaal uit de lagere klassen – naar toe te verschepen, om van het schorriemorrie af te zijn. Australië werd hun strafkolonie, ter vervanging van Noord-Amerika, dat hun verbanningsoord van lage andersdenkenden en misdadigers was voordat men daar de Britten begon weg te werken – Amerikanen dreigen dit aspect uit het begin van hun natie nogal eens te vergeten, uit hun geschiedenisboekjes werd elke verwijzing naar strafkolonie geschrapt, het waren enkel dappere en nobele puriteinen die daar aan land kwamen…
Noodverband
Captain Cook. Even over het toeval dat hem als de ontdekker van Australië te boek doet staan, althans in het VK, dat weinig eer gunt aan de Hollanders en helemaal geen aandacht besteedt aan de Portugezen. Terwijl de Portugezen en de Hollanders daar toch als eersten arriveerden. Vroeger zou ik geroepen hebben dat het de Hollanders waren die het recht konden opeisen van de ontdekking van dat immense werelddeel, maar tegenwoordig, nu ik in Portugal woon, verdedig ik te vuur en te zwaard dat het de Portugezen zijn die de eer toekomt.
Captain Cook arriveerde vele jaren nadat eerst de Portugezen en daarna de Hollanders langs de Australische kusten voeren en daar soms aanlegden. Dat het Cook was die zijn landing kon navertellen en zo de basis legde voor de Britse toe-eigening van het continent, kwam als volgt. Zeilend langs de oostkust van wat nu de Australische staat Queensland is en niet vermoedend welk een gigantisch continent daar verborgen lag, raakte zijn schip, de Endeavour, twintig kilometer uit de kust lek gestoken door koraal van wat wij kennen als de Great Barrier Reef. Hij noemde die plek Cape Tribulation omdat het maar een haar scheelde of het schip was er met man en muis, zoals dat heet, vergaan. In de kiel was een enorm gat geslagen en het schip begon al te zinken toen een van Cooks bemanningsleden de reddende engel werd, om nog maar een cliché te gebruiken. Deze zeeman had eerder in vergelijkbaar benarde omstandigheden gezeten, die ten goede gekeerd waren nadat een van de zeilen bij wijze van noodverband onder het gat was aangebracht, strakgetrokken en vastgenageld. Niet te geloven en toch gebeurde het zo; de schepen van die tijd waren dan ook een stuk kleiner dan de jachten van de ons bekende oligarchen en dus waren de gaten ook niet groot.
Kanonnen
De truc lukte ook bij de Endeavour en Cook ging een beschutte plek aan de kust opzoeken om de echte reparatie uit te voeren, waarna hij zijn reis kon voortzetten om uiteindelijk, terug in Londen, als held te worden geëerd. Zonder dat bemanningslid die van handelen wist was de naam Cook door niemand ooit nog herinnerd. Dan was Australië Portugees geworden of Hollands of misschien wel Frans bezit. “The global balance of power would have changed in ways beyond imagining,” schreef Bill Bryson in In a sunburned country (2000). Daar staat tegenover dat het ons de Bee Gees bespaard had, voegde hij toe, dus het zou helemaal geen ramp geweest zijn als het anders gegaan was dan het deed. Nu is daar ergens, 600 km ten zuiden van het noordelijkste punt van het continent, bij Cape York, een Cooktown te vinden.
Terwijl het toch de Portugezen waren die Nova Lisboa hadden kunnen stichten aan de baai waar nu Sydneys Opera House staat te schitteren. Of anders wel de Hollanders een Nieuw Amsterdam, om het aan de Britten over te laten om in hun Amerikaanse strafkolonie te proberen zelf een stad van betekenis te stichten, op het eiland Manhattan bijvoorbeeld. Al voor het begin van de 17e eeuw raakten aan Australische kusten uit Europa komende schepen aan de grond. Hoeveel er vergaan zijn valt niet eens te raden, het moeten er tientallen, honderden zijn geweest die nooit de thuisreis wisten te maken. Eeuwen later, in 1916, werden pas de tot dusver oudst gedateerde voorwerpen gevonden die van zo’n vroege ontdekkingsreis waren achtergebleven: een paar Portugese kanonnen uit 1525 (!). Die lagen in het noordwesten bij Carronade Island. Eerlijkheid gebied mij te zeggen dat het natuurlijk ook Portugese kanonnen kunnen zijn geweest die door een Hollandse reder waren gekocht en geïnstalleerd en zo een Hollands schip naar de zeebodem vergezelden. Ik houd het er echter op dat het rond 1525 de Portugezen waren die daar “land in zicht!” geroepen hebben.
Strafkolonie
Ook al omdat er een land-, respectievelijk zeekaart bestaat (Dieppe genaamd) die, mogelijk door een Portugese hand of uitgaande van Portugese kaarten getekend, uit dezelfde periode dateert. Die kaart toont niet enkel een enorm eiland waar wij nu weten dat daar Australië ligt, maar het vertoont ook veel van de inhammen en bergruggen van oostelijke kustdelen, daar waar de Britten dus hun nieuwe strafkolonie vestigden. Dat was jaren en jaren later, nadat Cook niet eerder dan in 1770 langs die kust gezeild was. Tweehonderd jaar na de Portugezen. Honderdvijftig jaar na de Hollanders, want die waren daar in 1606 al op Aboriginals gestuit. Dat gebeurde onder leiding van schipper Willem Jansz.
Cook heeft natuurlijk best interessante ontdekkingen gedaan, overal in de Pacific Ocean, daar zal ik niets aan afdoen. Maar de eer van de ontdekking van Australië gun ik hem en de Britten niet sinds ik van de Portugezen en de Hollanders weet. Dat hij op 11 augustus 1770 de vlag hees op wat hij Possession Island noemde en daarmee alvast de hele oostkust van het continent voor Groot-Brittannië claimde, is voor mij het zoveelste bewijs van onterechte Britse zelfoverschatting. Temeer omdat Cook allesbehalve een zeeman was. Deze zoon van een arbeider in Yorkshire had voor zijn zestiende nooit zeewater gezien en ging pas op zijn zevenentwintigste in dienst bij de Royal Navy.
Handelsposten
Cook was niet eens een ‘captain’, hij bracht het niet verder dan luitenant voordat hij in 1779 op een strand in Hawaii door inboorlingen werd gekeeld. De Australische strafkolonie kwam eerst acht jaar daarna van de grond toen elf schepen in 252 dagen vanuit Plymouth naar Botany Bay, in de buurt van het huidige Sydney, voeren om honderden met verbanning gestraften af te zetten in wat toen ‘helemaal niets’ was. En zie, twee dagen later arriveerden daar ter plekke twee Franse schepen onder commando van een echte graaf, Jean-François de La Pérouse, net te laat om Australië voor zijn eigen koning te claimen. Wat een pech, schreef Bill Bryson: had Pérouse ietsje sneller gezeild, het land was dankzij de Franse cuisine tweehonderd jaar van Engelse keuken bespaard gebleven. En te lange korte broeken.
Nu eerst over de Hollanders, daarna komen de Portugezen uitgebreid aan bod. Jansz was een echte kapitein, in dienst van de Oude Compagnie, de voorganger van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, VOC. In 1598 voer hij, toen nog stuurman, onder Van Neck naar Indië, waar hij, en dan als kapitein, het bevel kreeg over de Hollandia en later over De Lam, die deel uitmaakten van de vloot onder admiraal Van Spilbergen. Zijn derde reis naar de Oost was als kapitein van de Duijfken met als opdracht nieuwe handelsposten te stichten en dan vooral verder naar het oosten te zeilen, naar wat nu Nieuw-Guinea heet, en “nog verder naar het oosten en het zuiden.”
Keerweer
Na wat omzwervingen bereikte de Duijfken wat wij kennen als Torres Strait tussen Nieuw-Guinea en Australië, enkele maanden voordat – want er werd wat afgezeild in die dagen – daar een Spaanse ontdekkingsreiziger passeerde. Jansz ging op 26 februari 1606 bij wat nu Weipa is, in het westen van Queensland, aan land. Daarna volgde hij de kustlijn voor minstens 200 km, nog denkend dat het daar Nieuw-Guinea was; die Portugese landkaart was blijkbaar niet tot zijn kennis doorgedrongen. Hij keerde weerom bij een plek die hij heel toepasselijk Kaap Keerweer noemde en bij terugkeer op Bantam noemde hij het ontdekte land ‘Nieu Zelant’. Het waren andere Hollanders die ervoor zorgden dat die naam uiteindelijk verdween maar wel beklijfde voor wat nu Nieuw-Zeeland is.
Later ging Jansz op speurtocht aan de westkust van Australië. Zijn logboek ging helaas verloren, maar gelukkig bleef de kaart gespaard die aangaf waar de Duijfken had afgemeerd en de eerste Hollanders aan land waren gestapt. Die kaart, met kopieën ervan, bleef nog jaren in gebruik. Hij werd onder andere opgenomen in de Atlas Blaeu Van der Hem en leverde de gegevens op over het zuidelijk halfrond die, in marmer en koper weergegeven, zijn te vinden in de vloer van de hal van het Paleis op de Dam. Holland was terecht trots op zijn Willem Jansz. Nog even, voor de aardigheid: na Jansz was het in 1629 Franciscus Pelsaer die zijn Batavia gestrand zag bij de Abrolhos Islands. Na te veel gedoe om hier te vertellen bleven na Pelsaers vertrek, maanden later, twee onruststokende bemanningsleden onvrijwillig op het strand achter, Wouter Looes en Jan Pelgrom. Van die twee Hollanders, de eerste blanken die zich op het vasteland van Australië zeg maar ‘settelden’, is nooit ook maar een spoor teruggevonden.
Welles, nietes
De Portugezen zouden evenwel nog veel trotser mogen zijn dan de Hollanders, al zijn de namen niet bekend van hun zeevaarders die als de allereerste Europeanen het Australische continent betraden ergens tussen 1520 en 1525. Over dit wapenfeit ontstond discussie, want tegenover elke historicus die zei dat daarvoor de bewijzen zwak waren, stond wel een historicus die beredeneerde dat zijn theorie welzeker heel sterke kanten had. Die theorie was gebaseerd op de 16e-eeuwse Franse Dieppe-wereldkaart, die de enorme landmassa als ‘Java la Grande’ aanduidde en die allerlei oorspronkelijk Portugese plaatsnamen noemde. En dan, de Portugese kolonie op Timor… lag die niet op slechts 650 km van de noordkust van dat enorme land? Niemand was ooit dichterbij. Bovendien werden allerlei attributen aangetroffen op Australische kusten die van Portugese scheepjes afkomstig konden, nee, móesten zijn.
Over die Franse wereldkaart wordt nu al jaar in, jaar uit door historici en cartografen gediscussieerd. Het welles, nietes houdt niet op. In de 19e eeuw al was dat aan de gang. Ene Richard Henry Major, cartograaf van het British Museum, zei dat het bewijs geleverd was dat de Portugezen de Hollanders voorgingen. Andere deskundigen vonden zijn betoog maar zwak onderbouwd. Aan het eind van de 19e eeuw was er ene George Collingridge die weer wel aanwijzingen vond voor vroege Portugese aanwezigheid, er klopten zoveel details, zoals kustlijnen en klippen, die moesten toch aan oudere informatie zijn ontleend. En als er onjuistheden waren, vergeet niet dat het enkel een dertigtal jaren eerder dan 1525 was geweest dat Columbus dacht dat hij naar India gekoerst had, terwijl hij in de Cariben landde en Amerika op de kaart zette. Het was pas later dat goede kaarten konden worden gemaakt en dagboeken bewaard bleven (als die niet mee naar de zeebodem gezonken waren, ergens langs vele toen onbekende kusten). In de tijd van de Hollanders was er veel kennis die in de tijd van de Portugezen nog ontbroken had.
Explosie
Daarom gaf ene Kenneth McIntyre als mening, dat de Franse Dieppe-kaart een sterke aanwijzing vormde voor ontdekking door de Portugezen. Want het ging hier toch om een kolossale landmassa ging die niet eventjes in detail beschreven kon worden en die bovendien op het zuidelijk halfrond lag waar accuraat posities peilen in die tijd moeilijk ging; er ontbraken immers werkelijk betrouwbare methoden om lengtegraden te berekenen en kaartmakers volgden, hoe verwarrend, verschillende methoden van kaartprojectie. Anderen bleven stellen dat de Franse kaart hoogstens als interpretatie van oude, onzorgvuldige Portugese kaarten kon worden gezien. Hoera: dat houdt wel in dat er dus oude Portugese informatie als basis geweest moest zijn. Hoe jammer dat die er niet meer is. Enfin, ik vat slechts een fractie van de (immer voortgaande) discussie samen. “Wij zien een explosie van interpretaties, voor en tegen,” is ook recentelijk nog gezegd.
McIntyre liet het er niet bij zitten. Hij voerde Cristóvão de Mendonça aan als de commandant van een Portugese zeereis naar Australië ergens tussen 1521 en 1524, een reis die in Lissabon stil was gehouden omdat de Portugezen daarmee het Verdrag van Tordesillas negeerden, dat op gezag van de paus van Rome de wereld had verdeeld in een Spaans en een Portugees te onderzoeken deel. De desbetreffende reisdocumenten waren verloren gegaan in de brand van Lissabon, na de aardbeving van 1755. McIntyre kreeg veel medestanders, ook toen hij verkondigde dat de Portugezen onder Mendonça het uiterste zuiden van het continent hadden bereikt, wat nu de staat Victoria is en dat zelfs Tasmanië werd bezocht. Genoeg over die landkaarten. Tijd voor iets anders.
Voorvechter
In de jaren 1970 kwam een Duitse taalkundige met aanwijzingen dat zeker zestig woorden die nu nog door nazaten van de oorspronkelijke Australische bewoners, de Aboriginals, gebruikt worden van Portugese origine zijn. Carl Georg von Brandenstein presenteerde woorden in de Pilbara-taal van het noordwesten die ontleend moesten zijn aan het Portugees en anders wel aan het Latijn. Dat kon geen toeval zijn. Het zal niemand verbazen dat anderen dat juist wél toeval vonden.
Hoe zit het dan met de gevonden voorwerpen? McIntyre, de onvermoeibare voorvechter van Portugal als ontdekker van Australië, wees onder meer op het wrak van een caravela, dus een zeilschip van overduidelijke Portugese herkomst, dat ergens bij Port Fairy werd gevonden. Het schip was gebouwd van mahoniehout en werd herkend als zijnde ‘Iberisch’, maar na 1880 konden de resten ervan nergens meer getraceerd worden. Waarschijnlijk waren de wrakstukken door strandjutters verwijderd. Dat helpt de Portugese zaak niet echt. De ‘Geelong Keys’ dan. Bij Limeburger Point in de staat Victoria werden in 1847 vijf sleutels gevonden die volgens een geoloog meer dan 250 jaar oud waren. McIntyre dacht dat die door Mendonça moeten zijn verloren. Helaas, ook deze sleutels zijn zoekgeraakt.
Canonnades
Gelukkig zijn er die eerdergenoemde kanonnen. Twee stuks van brons lagen er aan de Kimberley Coast in het westen van Australië. De ‘canonnades’ waren per abuis als ‘carronades’ te boek gesteld en dat leidde ertoe dat de locatie Caronnade Island ging heten. Kenneth McIntyre is ervan overtuigd dat de kanonnen gewicht geven aan de Portugese zaak. Dat het metaal niet op Portugees makelij wijst, zegt niets: ze kunnen in Malakka of op het nabije Timor, immers ook een Portugese handelspost, zijn vervaardigd. Ook van zo recent als 2012 in de buurt van Darwin opgegraven kanonnen is de herkomst niet zeker, al zijn er deskundigen die er een product van Andalusië in herkenden. Ik stop ermee. Er zijn nog meer aanwijzingen voor en dus ook tegen, maar kei- en keihard is geen enkel bewijs.
Ik schreef eerder al eens dat er feiten zijn uit het verleden, interessant evenwel niet zomaar bewezen en historische feiten die door hardere onderzoeksresultaten gesteund worden. Dat wetenschappers het niet altijd met elkaar eens zijn, is geen geheim. Een laatste voorbeeld: van de negen munten die op Marchinbar Island werden gevonden, zijn er vier Hollandse duiten en vijf die eerder op Afrikaanse dan Portugese herkomst wijzen. Maar is het niet zo dat juist de Portugezen heel vroeg hele stukken van Afrika verkend en in bezit genomen hadden en daarna de handel op gang brachten?
Eentje valt af
Er zijn veel Portugese archieven uit de allereerste begintijd van de ontdekkingsreizen verloren gegaan. Nadat hun hegemonie over de wereldzeeën sterk was afgezwakt en er vooral aandacht was voor potverteren, werd er met delen van de archieven ook nog eens slordig omgesprongen. Wie weet wat er nog op zolders in Lissabon onbestudeerd ligt. De debatten zullen doorgaan, totdat nieuwe vondsten tot nieuwe constateringen leiden of nieuwe onderzoekstechnieken herziening van oordelen noodzakelijk maken. Er worden per slot van rekening ook vandaag de dag nog vondsten gedaan van Romeinse schepen die maar liefst 1700 jaar geleden in de Middellandse Zee vergingen en de kustlijn van Australië is vele malen uitgestrekter want geen 3.850, nee: 25.760 kilometer lang! Deze kusten zijn bovendien merendeels onbevolkt gebleven.
Vooralsnog houd ik het erop dat als ontdekker van Australië mijn oude vaderland Nederland het moet afleggen tegen mijn nieuwe thuisland Portugal. Slechts één ding is zeker: het waren niet de Britten die Australië ontdekt hebben – die kwamen tweehonderd jaar later pas aanzeilen en hebben er geheel onterecht hun vlag geplant.
Literatuur: behalve Bill Bryson, zoals hierboven aangehaald, o.a. ‘Another nail in Cook’s coffin’ en ‘It could change everything: coin found may be from pre-1400 Africa’, The Guardian (2012 resp. 2019); Graeme Davison e.a., The Oxford Companion to Australian History (1997); Robert Lacour, A Concise History of Australia (1975); Robert Hughes, The Fatal Shore, (1986).
Altijd al benieuwd geweest? Bol.com
Michiel van Dam (Santa Luzia TVR) zegt
Fascinerend! Obrigado Ton Haak.
Arlette zegt
Leerzaam, bedankt! Met vriendelijke groet