Toen wij in Mozambique woonden, kochten wij allerlei soorten Portugese producten. Terug in Nederland was iedereen enthousiast over de handbeschilderde serviezen en geborduurde tafelkleden. Zo kwamen wij op het idee om een winkeltje te beginnen.
Door gastcolumnist Wim van Keimpema
Wij namen foto’s van zo’n beetje alles wat we toen in Mozambique hadden gekocht en lieten die zien aan Portugezen die in diezelfde branche zaten en vroegen hen waar we dit soort artikelen konden kopen. Met de auto reden we dan van Nederland naar de opgegeven adressen in Portugal. Eenmaal in dat stadje of dorp aangekomen, vroegen wij de weg aan voorbijgangers die bijna altijd aanboden om ons naar de desbetreffende fabriek, winkel of werkplaats te brengen.
Veel Portugese spulletjes werden met internationaal vrachtvervoer naar Nederland gebracht. Soms, bij speciale verzoeken van een klant, gebruikten wij onze eigen auto om spullen terug naar Nederland te vervoeren.
Ons winkeltje
Ons winkeltje stond in Arnhem.
Roland, onze jongste zoon, koopt een bakfiets op een veiling van een notaris te Arnhem. Hij knapt de fiets op en gaat er wijnen en likeuren mee bezorgen.
Gedestilleerd
In Anadia (district Aveiro) komen we in contact met een bejaarde eigenaar van een wijn/likeurhuis. Met hem sluiten we een overeenkomst af voor levering van likeuren en Portugese champagne.
We bestellen een uitstekende koffielikeur die al volgens hetzelfde procedé gemaakt wordt sinds 1935. In overleg met het laboratorium van dat bedrijf laten we een anijslikeur maken met een lager percentage alcohol, zodat we de likeur tegen een concurrerende prijs in Nederland kunnen verkopen. In Nederland geldt een accijns met een progressief tarief op alcohol.
Ook kopen we absint, een sterke drank op basis van anijs. Het wordt puur gedronken en heeft een hoog alcoholpercentage. De groene kleur komt door chlorofyl uit een extract van bladeren van absintalsem.
Eind vorige eeuw was absint in veel Europese landen verboden. Een Zwitserse boer had absint gedronken en daarna zijn hele familie uitgemoord. Absint was populair bij kunstenaars, we kennen allemaal de verhalen van Vincent van Gogh en Ernest Hemingway.
De enige twee landen die nog absint produceerden, waren Portugal en Tsjechië.
Champagne
Voor het millenniumjaar, 2000, werd een speciale champagne gemaakt. Het rijpingsproces voltrekt zich in kelders die uitgehouwen zijn uit de berggrotten in Anadia vlakbij Caves Neto Costa, een bedrijf dat overgenomen is door Scorpio S.A. Caves Neto Costa was waarschijnlijk het eerste likeur/wijnhuis van Portugal en werd opgericht in 1931.
Port
Via de Portugese ambassade in Nederland komen we in contact met het wijnhuis Vista Alegre (Douro). We worden uitgenodigd voor een rondleiding en vanuit Porto worden wij met een jeep over smalle paden tussen de wijnstokken naar het bedrijf gereden. Op de helling van de Douro ruiken, kijken en proeven we port.
Tussen het proeven door eten we een amandel om de mond te neutraliseren. De fles met 10 jaar oude port mag mee naar huis.
Meubels
Als we typische Portugese (antieke) meubeltjes zochten, gingen we vaak naar Sr. Beja in Figueira da Foz. Hij had een werkplaats waar meubelen werden gerestaureerd en opgeknapt.
Ook hield hij een galerie, Galeria o Rastro. Wij hebben diverse schilderijen en beelden van hem gekocht. Wij werden vaak uitgenodigd voor de opening van exposities van allerlei kunstenaars.
In mei dit jaar waren wij na lange tijd terug in Figueira da Foz en het was fijn om Sr. Beja weer te zien en te spreken. We zijn allen een stuk ouder, maar nog steeds actief, gezond en goed gehumeurd.
Textiel
Zo rijden we op een middag ergens in Noord-Portugal naar het adres van een vrouw die schijnbaar mooie tafelkleden en lakens borduurt. Ze blijkt ziek en bedlegerig te zijn, maar ze nodigt ons uit in haar slaapkamer. Ze spreidt allerlei kleden en lakens op haar bed uit. Uiteraard vertrekken wij niet met lege handen na een zo’n knap staaltje klantenbinding.
In Vila Nova de Famalicão was een fabriek in dekens en kleurrijke plaids die door paters werd gerund. Grote hoeveelheden hebben wij daar gekocht en weer verkocht.
Kleine zelfstandigen
Een eigen zaak hebben, is niet altijd even leuk. Eens kwam er een mevrouw in de winkel die 20 jaar geleden een Portugees servies had gekocht. Een bordje was intussen gebroken en zij vroeg of wij voor haar niet eenzelfde bordje hadden. Tijdens een verblijf in Portugal vonden wij precies zo’n bordje in Vista Alegre. Toen we terug in Nederland haar dat bordje trots lieten zien, vond ze het toch te duur, veel duurder dan vroeger, dus ze nam het niet. Stank voor dank, dus.
Of die vrouw die de winkel binnenkwam en naar een Portugese kist vroeg. Wij zeiden dat we daar wel aan konden komen en zij was erg verheugd. Toen wij na een trip naar Portugal een kist hadden meegenomen en in de winkel hadden tentoongesteld kwam ze terug. Ze had ondertussen besloten om geen kist te nemen. Dank je, maar nee, dank!
Maar achteraf gezien hadden we het niet willen missen. Zoveel mooie herinneringen. Er kwam een man onze winkel in om een vaas te kopen die hij als urn wilde gebruiken voor de as van een overleden vriend. En er was een echtpaar dat meerdere tableaus kocht om de muren van hun tweede huis in Griekenland mee te decoreren.
Het heeft ons ertoe gebracht dat wij heel Portugal hebben doorkruist en leren kennen op zoek naar aardewerk, tegels, tableaus en meubeltjes.
Met twee maten meten
De gemeente Arnhem had inmiddels plannen uitgevoerd voor een autoluwe binnenstad. Op ons verzoek om een vergunning voor een los/laadplek kregen we dus een negatief antwoord. Zonder de mogelijkheid om te parkeren en grotere objecten als meubels in te kunnen laden, liep de belangstelling voor onze winkel flink terug en al snel was de omzet gehalveerd.
Een gigant als de Rabobank, schuin tegenover ons Portugese ‘paradijsje’, kreeg wel een vergunning voor maar liefst 3 parkeerplaatsen. Op onze vraag waarom de bank wél een vergunning kreeg was het antwoord ‘uit veiligheid’.
Keramiek
Alcobaça hebben wij meerdere keren een fabriek van aardewerk bezocht (zie foto wijnkan en zes bekers van aardewerk). De producten in Alcobaça hadden weer een heel andere kleur en stijl. In feite hadden de fabriekjes en werkplaatsen in Portugal ieder hun eigen stijl.
In Alcobaça als je er komt moet je zeker het Cisterciënzen Klooster uit de 12e eeuw bezoeken. Zeer indrukwekkend. Waarschijnlijk nu een Unesco project.
Conimbriga heeft ook zijn eigen aardewerk producten. Er zijn ook Romeinse opgravingen.
Het bedrijf Olaria Vale Coelho in Porto de Mós is eigendom van een echtpaar. Hij is de pottenbakker en zijn vrouw Noémia runt de winkel en doet de administratie. Toen wij met hen in contact kwamen, werkten er 8 à 10 medewerkers alleen al voor het beschilderen van het aardewerk. Wij hebben daar toen heel veel besteld omdat er zo’n grote markt voor was in Nederland.
Maar rondom 2000 is deze branche gesaneerd en veel bedrijfjes en winkels zijn failliet gegaan of gestopt. Bij Olaria Vale Coelho waren de bestellingen uit Japan en USA bijna tot nul gedaald. Op enig moment werkte alleen het echtpaar nog in de zaak, al het personeel was weg en zoon en dochter gingen studeren en werken nu bij een bank of in het bedrijfsleven. Het bedrijfje is nu een soort van museum, waar je ook nog wat aardewerk kunt kopen.
Tegelijkertijd met de sanering van de aardewerkbranche verdween ook in Nederland de belangstelling voor de Portugese handbeschilderde schalen en serviezen.
Wij besloten een opruiming te houden en de winkel te sluiten. Hiervoor schakelden wij een veilinghuis in die alle voorraden heeft opgehaald. Daarvoor in de plaats kregen wij een afrekening en hebben nooit problemen gehad met de Belastingdienst.
Rob zegt
Inspirerend verhaal over mijn welbekend Portugal. Alleen kan ik mij geen winkel met Portugese producten in Arnhem herinneren. Wel lang geleden in Doesburg.
W.G. van Keimpema zegt
De winkel in Doesburg heeft langer bestaan dan onze winkel in de Nieuwstad in Arnhem. De gemeente Doesburg was voor het centrum winkelvriendelijk.