Wist je dat een simpele vrouw uit het Noord-Portugese Póvoa de Lanhoso in 1846 het klootjesvolk verloste van economische uitbuiting door regeringsleider Costa Cabral? Heb je ooit gehoord van Maria da Fonte die met gebalde vuist en gewapend met een zeis de politieke macht omver sloeg?
We houden van Robin Hood, Fanfan la Tulipe, Mandela en Pieter Omtzigt. Er is veel onrecht op deze aarde en daarom zijn er ook helden in overvloed, zoals de historische Jeanne d’Arc en andere krachtige vrouwen, net als Maria uit de Minho.
Archetype
Deze prille twintiger heeft in de loop der geschiedenis allerlei namen gehad. Volgens de gemeentelijke papierwinkel trouwt zij als Joana Ana Esteves. Bij de aangifte van de geboorte van haar dochter ondertekent ze met Mariana Rosa en bij de officiële doodverklaring van haar zoon heet ze opeens Joana Maria das Neves.
Joana Maria Esteves, Joaquina Carneira, Josefa Caetana, Maria Angelina, Maria Custódia Milagreta, Maria da Fonte do Vido, Maria da Mota, Maria Luiza Balaio, Maria Vidas, waarschijnlijk zijn ze allemaal (een beetje) Maria da Fonte, een model voor de geëmancipeerde vrouw.
Helden verschijnen waar onrecht heerst.
What is new?
De Cabral-kliek is uitmuntend in het bedenken en het heffen van belastingen. Natuurlijk houden zij juist de mensen die het breed kunnen laten hangen uit de wind. De jongens van de florerende tabaksplantages en -verwerkingsbedrijven kunnen ongestraft een monopoliepositie innemen. Rijke vriendjes krijgen grote contracten toegespeeld.
In april 1845 krijgt het grauw nog een extra belasting voor de kiezen.
Niks geen toeslagen
António Bernardo da Costa Cabral initieert in 1844 handhaving op een gezondheidswet. Je mag niemand meer begraven voordat gemachtigde autoriteiten de dood officieel bevestigen, voordat de kosten van de teraardebestelling zijn voldaan en alle eigendommen beschreven zijn.
Deze wet was al in 1835 aangenomen maar er was nooit op gecontroleerd. Het was simpelweg niet haalbaar. Armoede, economische crises, aardappelziekte en aanhoudende droogte teisterde de Portugezen. Van een kale kip kun je niet plukken.
De Maria’s kwamen in verzet. Ze staken notariskantoren in brand waarbij registers in vlammen opgingen.
Elkaar de bal toespelen
De rompslomp rond de dood van ene Custódia Teresa is de laatste druppel in dit gevecht tussen het gepeupel en de gearriveerden. De speciale gezant van de gezondheid wordt ontboden om het overlijden te bekrachtigen, de dokter is ingeseind om een officiële verklaring af te geven, de pastoor is opgetrommeld om de rekening te overhandigen aan de arme familieleden die eerst moeten dokken teneinde hun geliefde Custódia buiten de kerk te begraven, in een tijd dat men gelooft dat alleen doden in de kerkgrond beschermd zijn.
Empowerment
Maar de dokter durft niet te verschijnen en de vrouwen gaan over tot actie. Niemand zou immers op een vrouw durven schieten. Gewapend met zeisen en ander gereedschap gaan ze op pad om de begrafenis buiten de kerkmuren te voorkomen. Ze grijpen de volle kist en dragen deze naar het klooster waar ze Custódia in allerijl begraven. Vooraan, in het rood gekleed, pistool op de heup, staat Maria Angelina. De vrouwen leggen gerechtigheidsbekleders en doodgravers het vuur na aan de schenen.
Op 24 maart wordt Custódia weer opgegraven en maar liefst vier Maria da Fontes: Joaquina Carneira, Maria Custódia Milagreta, Maria da Mota en Maria Vidas worden gearresteerd.
Op 27 maart moeten de gevangengenomen Maria’s voor de rechter verschijnen, maar een aantal dorpsbewoners steken daar een stokje voor. Met bijlen en zeisen drommen ze in cordon naar de gevangenis en hakken de poort open.
Bij navraag weigeren de toeschouwers om de “oproerkraaiers” te identificeren en ene Maria da Fonte Arcada, later verbasterd tot Maria da Fonte, wordt als schuldige aangewezen.
De legende
De identificatie met de Maria Angelina die tijdens de rellen in Póvoa de Lanhoso wordt vervolgd, lijkt het meest geloofwaardig conform nauwkeurige beschrijvingen van de Minho-revolutie door de lokale priester Casimiro José Vieira, die met de in opstand gekomen menigte sympathiseert.
Fake of feit?
De eerste keer dat de heldinnen van de Minho van zich laten horen is op 19 maart in Santo André de Frades. Zij pikken het niet dat lokale autoriteiten een lichaam opgraven dat zonder toestemming is begraven en dwingen de doodgravers, met gevaar voor hun eigen leven, te vluchten.
Het lijkt erop dat deze schijnbaar spontane en oprechte relletjes zich een paar keer herhalen, maar de toon van verzet lijkt te veranderen op het moment dat de vrouwen de “schatkist”-medewerkers belagen (omdat zij een vermogensonderzoek uitvoeren voorafgaand aan een rondje belastingaanslagen). Ook in de andere delen van de Minho zien we dit soort vormen van verzet. De “burgerlijke ongehoorzaamheid” breidt zich uit naar Trás-os-Montes.
In Vieira de Minho vernietigen een aantal vrouwen de belastingregisters en archieven.
Een legerdivisie uit Braga moet de orde herstellen. Het protesterende volk dat (be)geleid wordt door een aantal geestelijken, zoals pater Casimiro José Vieira, pater João Cano, pater Manuel de Agra, begint een soort van beweging met een politiek karakter en een schreeuw om terugkeer naar het absolutisme van Don Miguel.
Costa Cabral benoemt zijn broer, José Bernardo, tot regeringscommissaris met bijna onbeperkte bevoegdheden over de civiele en militaire autoriteiten. Het land reageert hierop door overal lokale junta’s te vormen die weigeren om de centrale regering te gehoorzamen.
De hertog van Terceira tevens President van het Ministerie, die geconfronteerd wordt met zo’n overtuigend vertoon van geweld, realiseert zich dat het hele land zich tegen hem keert. Hij roept het kabinet bijeen, inclusief de Koningin, en stelt het ontslag van de regering voor als enige manier op de opstand de kop in te drukken.
De eeuwige onderbuik nu en vroeger….
Deze (politieke) opstand lijkt het antwoord van de kleine man op het onrecht van de dictatuur van Costa Cabral. Echter, men komt pas in actie op het moment dat men, zeg maar, aan de doden komt. Het gaat hier, wellicht, om niets meer en niet minder dan het verdedigen van een traditie, een seculier gebruik.
Maria João Fialho Gouveia scheef een boek over Maria da Fonte.
Tentoonstelling
Op 8 juni is in Póvoa de Lanhoso de tentoonstelling “7 vrouwen van de Minho” geopend. Deze expositie is tot 30 september 2021 te bezoeken in het interpretatieve centrum Maria de Fonte. Het evenement maakt deel uit van het 175-jarige herdenkingsprogramma van de Maria da Fonte-opstand.
Door de transformerende werking van kunst zijn 7 vrouwelijke kunstenaars uitgenodigd om met hun werk aandacht te vestigen op actuele dossiers.
De curator is Helena Mendes Pereira en de kunstenaars zijn Ana Almeida Pinto, Alexandra de Pinho, Cristina Troufa, Helena de Medeiros, Lauren Maganete, Patrícia Oliveira en Tânia Dinis.
Hennie Lenders zegt
Goed en direct geschreven Lotte…..
Lotte Akkerman zegt
Ha, ha, dank je, Hennie, de revolutionair!
Ellen zegt
Interessant Lotte én verrassend, dit stukje feministische geschiedenis!
Lotte Akkerman zegt
Dank je wel, Ellen
Gerard Spring in 't Veld zegt
Eindelijk eens een mooi en spannend verhaal over het noorden van Portugal, dat nauwelijks aan bod komt op dit forum. Ik begrijp het wel want het merendeel van de Nederlanders woont nu eenmaal in de Algarve. Wij wonen reeds 10 jaar in Trás-os-Montes en hebben veel interesse in haar geschiedenis. Dank je wel Lotte, méér van dat.
Lotte Akkerman zegt
Dank je, Gerard,
Jazeker Trás-os-Montes is wat je noemt een beetje een ondergeschoven kindje. Maar daar kunnen we verandering in brengen, als je een mooi onderwerp weet, ik hoor het graag. Waar wonen jullie ergens in de buurt?
Recentelijk ontdekte ik dat Trás-os-Montes meer dan uitstekende wijnen en olijfolie produceert. Een mooi gevalletje van “think globally, act locally”, nietwaar?